Schermafbeelding 2025 10 20 Om 10.06.27

Daniëlle raakte tijdens de chemo bevriend met verpleegkundige Barbara

Tijdens de chemokuur die Daniëlle krijgt omdat ze borstkanker heeft, is Barbara (40) haar vaste verpleegkundige. Het is het begin van een hechte vriendschap tussen de vrouwen. “Soms zaten we op de afdeling zo hard te lachen, dat we tegen elkaar zeiden: dit kan écht niet.”

Vriendinnen door het lot, zo benoemen Daniëlle en Barbara zich. Daniëlle was net gescheiden, toen ze in 2019 tijdens het douchen een bobbeltje ontdekte in haar borst. Daniëlle: “Ik had net een onrustige moedervlek bij mijn oor laten weghalen en moest de hechtingen nog laten verwijderen. Moet ik wéér naar het ziekenhuis, foeterde ik nog, alsof het een te verwaarlozen kwaaltje betrof. Maar direct na de mammografie moest ik blijven voor een punctie: het was foute boel. Mijn zoon was acht, mijn dochter dertien, we hadden ons leven na mijn scheiding van hun vader net weer een beetje op de rit. Mijn ex en ik hadden co-ouderschap en ik werkte in de weken dat ik de kinderen niet had fulltime als politieagent op straat. Ik had een fijne groep vriendinnen met wie ik veel reisde én een prille relatie. De diagnose kanker was wel een heel zware dobber om te verwerken.”

Misselijk en emotioneel

Terwijl haar leven op zijn grondvesten schudde, belandde ze op een vroege vrijdagochtend in de stoel bij Barbara in het Noord-Hollandse Spaarne Ziekenhuis. “Het moment dat ze voor het eerst een infuus bij me inbracht, vergeet ik nooit meer”, zegt Daniëlle. “Nu begon het, nu was mijn ziekte officieel. Ik voelde me misselijk en emotioneel. Maar Barbara stelde me direct op mijn gemak. Ik vond het ontzettend fijn dat zij mijn hele behandeling mijn vaste verpleegkundige zou blijven.” Barbara: “In haar dossier las ik dat ze ongeveer net zo oud was als ik, en ook twee kinderen had. Mijn man Jeroen en ik hebben er overigens samen vier, hij had al twee dochters uit een eerdere relatie toen we veertien jaar geleden een relatie kregen. Ik voelde meteen: ik wil dit zo goed mogelijk doen. Bij iedere patiënt probeer ik eerst wat angst weg te nemen. Bedenk: wat zou ik zelf nodig hebben in deze situatie? Dat zit ’m vaak in kleine, betrokken vragen zoals hoe iemand heeft geslapen en of ze wat wil drinken. Maar bij Daniëlle was er direct een klik.”

Streng

Daniëlle stond niet meteen te trappelen voor een meer dan zakelijk contact. “Ik wilde vooral laten zien dat ik sterk was en het wel redde in mijn eentje als gescheiden moeder. Die chemo deed ik er ‘gewoon’ even bij. Maar die houding was niet vol te houden, binnen een mum van tijd was ik doodziek van de behandelingen. Barbara prikte daar meteen doorheen. Ze zag dat ik me ellendig voelde en stelde voor een poortkatheter te laten plaatsen toen ik moeilijk aan te prikken bleek en steeds meer ging opzien tegen de infusen, omdat ik als agent vreesde voor de toekomstige functie van mijn arm. ‘Waarom ben je zo streng voor jezelf?’, vroeg ze. Daarna durfde ik het bij haar steeds makkelijker te tonen als het niet meer ging.” Het duurde drie behandelingen voordat de vrouwen doorhadden dat hier wel meer aan de hand was dan gewoon een gezellige verpleegkundige-patiëntrelatie. Barbara: “We hadden het nauwelijks over de kuren, maar vooral over privézaken als onze kinderen en werk. Zo was ik soms best onzeker over mijn bonusdochters. Deed ik het wel goed? Was ik te streng? Daan gaf me daarin waardevolle tips. Ons werk bleek ook meer raakvlakken te hebben dan we dachten, we hebben allebei een dienend beroep. Zo hebben we allebei meerdere keren voor reanimaties gestaan. Dat gaat je niet in de koude kleren zitten, dat begrepen we van elkaar.” Voor Daniëlle werd het ziekenhuis, of eigenlijk vooral Barbara, een anker. “Als je zo ziek bent, wordt de ziekte op een bepaald moment je leven. Een normale dagelijkse routine had ik niet meer, alles draaide om de chemo. Ik keek steeds meer uit naar onze afspraken in het ziekenhuis, ook omdat ik wist dat ik dan weer een kuur kon afstrepen.”

Netflix-series

Opvallend genoeg deed niemand in het ziekenhuis moeilijk over de vriendschap van ‘hun’ verpleegkundige en een patiënt, al dacht Barbara daar van tevoren wel goed over na. In twintig jaar ervaring was het haar nog nooit gebeurd dat een contact via haar werk persoonlijk groeide. “Maar soms ontmoet je blijkbaar iemand met wie het vanzelf gaat”, zegt ze. “Mijn collega’s en leidinggevende waren het met me eens dat ik er geen professionele grens mee overschreed. Gemiddeld heb ik zes tot acht patiënten per dag, het was niet zo dat als Daniëlle binnenkwam, ik zes uur naast haar kon gaan zitten.” Natuurlijk was het even heftig om opeens veel te geven om een patiënt die ernstig ziek is. “Sommige patiënten neem je voor altijd mee in je hart, dat hoort bij mijn vak. Maar met Daniëlle ging het verder. Ik maakte me geen zorgen dat ze zou overlijden, haar prognose was ondanks de zware behandeling goed. Maar ik dacht wel: hoe gaat het straks als ze beter is en ik haar niet meer zie?” Ze lacht: “Bovendien: met wie moest ik nu bespreken welke Netflix-series we nog moesten kijken?” Tijdens Daniëlles laatste kuur zou Barbara op vakantie zijn. Ze besloten de behandeling te vervroegen, zodat ze elkaar nog één keer in de stoel zouden treffen. Daar spraken ze af hun contact voort te zetten buiten het ziekenhuis. Dat hád kunnen voelen als een soort verkering vragen. “Maar onze kinderen hadden ondertussen samen meegedaan aan een voetbaltoernooi, onze mannen hadden al eens contact gehad”, aldus Barbara. “Er was al meer ontstaan dan alleen een klik tussen ons: onze families raakten verweven.” Voor de zekerheid nodigden de vrouwen daarom voor hun eerste ‘date’ ook hun mannen uit. Want wat als ze elkaar buiten de ziekenhuismuren onverhoopt toch niets te vertellen hadden? Daniëlle: “Niet dat ik me dat écht kon voorstellen, want tot dan toe raakten we nooit uitgepraat. Soms zaten we op de afdeling zo hard te lachen, dat we tegen elkaar zeiden: dit kan écht niet, er zitten hier allemaal zieke mensen die het echt niet leuk vinden dat ze hier moeten zijn. Hoe ellendig ik me ook voelde, we hadden gewoon heel veel lol.” Ze bespraken wel dat het geen must was dat deze afspraak meteen een vervolg moest krijgen. Daniëlle was net klaar met kuren, en aan het reïntegreren op haar werk. Ze besloten dat Barbara op z’n minst op de achtergrond aanwezig zou blijven, voor het geval Daniëlle tegen vragen rond haar gezondheid zou aanlopen.

Boek

Maar de behoefte om elkaar te zien bleef. Een halfjaar na hun eerste afspraak buiten het ziekenhuis dronken de vrouwen een wijntje aan het strand, toen ze het plan opvatten hun verhaal vast te leggen. Het resulteerde dit voorjaar in een boek: Bevriend door een tumor. Daniëlle: “Ik miste positieve verhalen en herkenning. Als mensen hoorden dat ik kanker had, hadden ze vaak de neiging hun eigen verhaal te vertellen over de achterbuurvrouw of de vriendin van de zus van hun oma. Of ze stuurden een site door waar je pruiken kunt kopen, terwijl ik daar nog lang niet aan toe was. Ik vond het lastig om lotgenoten op de afdeling aan te spreken, omdat ik bang was dat ik me zou hechten aan mensen met wie het misschien wel slecht zou aflopen. Dus wilde ik een boek schrijven waar vrouwen zoals ik wat aan zouden hebben. Voor Barbara was het vooral belangrijk informatie te geven over de praktische kant van behandelingen, maar ook wat haar werk betekent voor haar als persoon.” Het gaat nu goed met Daniëlle. Ze is genezen en mag zelfs stoppen met de hormoonbehandeling die ze de afgelopen vijf jaar volgde. Ze heeft haar werk bij de politie weer opgepakt, nu als operationeel leidinggevende op kantoor. Stukken beter te combineren met de kinderen. Haar nieuwe liefde hield geen stand. “Hij was geweldig voor me, we zijn tot op de dag van vandaag bevriend. Maar onze relatie was van gelijkwaardig verworden tot een verstandhouding tussen mantelzorger en patiënt. Sinds een jaar of drie – ik volgde de nodige psychologische therapie vanwege mijn ziekte – zie ik in dat ik altijd aanstond, voordat ik ziek werd. Ik probeerde voor iedereen te zorgen, maar vergat daarbij mezelf.”

Naaktkat

Onvermijdelijk waren er ook donkere momenten in de vriendschap tussen de vrouwen. Toen Daniëlle klaar dacht te zijn met de behandelingen en toch weer kankercellen werden gevonden, bijvoorbeeld. Een enorme klap, ze kreeg net eindelijk haar wenkbrauwen en wimpers terug. Maar het zorgde ook voor hilarische momenten, wanneer ze grapten over hoe Daniëlle eruitzag als een naaktkat, of haar wenkbrauwen weer eens schots en scheef op haar hoofd had getekend. Barbara bewondert de manier waarop Daniëlle zich steeds weer wist te herpakken. De relatie patiënt-verzorger is niet automatisch een gelijkwaardige, maar bij hen was dat van meet af aan wel het geval: Daniëlle gaf Barbara óók heel veel. “Haar openheid en humor, onze gesprekken over opvoeden en mijn onzekerheden – ik leerde ook van haar”, zegt Barbara. “Het was fijn dat zij mij ook gewoon als mens zag, niet alleen als verpleegkundige.” Het zorgde ervoor dat de vrouwen alleen maar dichter naar elkaar groeiden. Daniëlle: “Mijn andere vriendinnen waren er ook voor me, ze luisterden, knuffelden, namen me mee om een broodje te gaan eten als ik er doorheen zat. Maar Barbara wist waar ze het over had. Ze snapte de impact van de behandelingen op mijn lichaam, gezin en werk en was altijd eerlijk tegen me. Over de zware dingen die me te wachten stonden, maar ook over de lichtpuntjes. En dat wat ik voelde nooit gek was. Bovenal gaf ze me mijn vertrouwen in mijn lichaam terug – want dat krijgt een behoorlijke knauw als je op je 39ste hoort dat je kanker hebt. En ze zorgde voor luchtigheid. Ik ben heel ziek geweest, maar ze voelde precies wat ik nodig had. Meestal was dat gewoon dat ze even doorvroeg.”

Zo veel moois

Barbara merkt dat de ziekte haar veranderd heeft: “Ik ben veel zachter geworden, emotioneler. Mijn tranen zitten regelmatig hoog, maar door Barbara durf ik ze te tonen. Kanker is niet de meest gebruikelijke manier om een vriendin te vinden, maar ik ben blij dat uit zoiets negatiefs, zo veel moois is ontstaan.”Voor Barbara is haar werk veranderd sinds haar vriendschap met Daniëlle. “Ik ben me nog bewuster van hoe belangrijk persoonlijke aandacht is. Het verschil dat een vaste verpleegkundige kan maken. Ik probeer nu nog meer te luisteren en te zien wie iemand écht is, naast het ziek zijn.” Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief. Tekst: Jorinde Benner Foto: Ruud Hoornstra Visagie: Lisette Verhoofstad

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen

Uit andere media


Meer van Redactie