Ontwerp Zonder Titel 2025 03 31t155606.977

Cynthia en Iven Cudogham over hun gezin met 7 kinderen

Al acht seizoenen laten Cynthia (45) en Iven (48) en hun zeven kinderen ons thuis meekijken in Een huis vol. Onlangs verscheen hun boek De Cudoghams, waarin ze vertellen over hun weg naar geluk met een groot gezin: “We zijn elkaars uitlaatklep, hopelijk nog heel lang.”

Iven: “Wij hebben een boek gemaakt dat bij ons past, denk ik. Het is namelijk zo dat Cynthia en ik álles totaal verschillend beleven. Gaan we uit eten, dan kies ik voor een tafeltje middenin, tussen de mensen, Cynthia juist één in een rustig hoekje. Dat is maar één voorbeeld. Iemand bij de uitgeverij had in Een huis vol gezien dat we onze schuur gingen opruimen. Daarbij dacht ik: we hebben deze spullen achttien jaar niet gezien, weg ermee. Maar Cynt ging overal aan ruiken en werd emotioneel, haha. Dat schijnt herkenbaar te zijn in een relatie, dus werden we gevraagd om een boek te maken.”
Cynthia: “Ook dat hebben we allebei verschillend gedaan. We hebben wel eerst samen de thema’s bedacht waarover we gingen schrijven, maar dat laatste deden we elk apart. Waarbij Iven alles al had voorbereid en meteen achter de laptop kroop, terwijl ik op het laatste moment met pen en papier ging zitten. Hij was al klaar toen ik net begon, en toen werd het bij mij stressen om de deadline te halen…”
Iven: “We hebben elkaars stukken pas gelezen, toen we alles weer terugkregen van de redacteur. Dat maakt het boek extra leuk en uniek, denk ik, want nu lees je dat we situaties soms oprecht anders hebben beleefd. Het is goed dat we expres niets van elkaar hadden gelezen, anders hadden we het misschien willen nuanceren en nu is het helemaal eerlijk.”

Eerste ontmoeting

Iven: “We beginnen bij het begin: onze eerste ontmoeting, dit jaar alweer dertig jaar geleden. Ik was net achttien en een jongen die hield van sporten en met vrienden optrekken. Platonische vriendinnen had ik wel, maar verder totáál geen succes bij meisjes, die zagen me niet staan. Toen ik Cynthia zag in de stad, klopte mijn hart meteen als een gek. Er kwam een bus voorbij, het momentum was weg en ik durfde ook niet het initiatief te nemen. Gelukkig was Cynthia assertief en kwam me opzoeken.”
Cynthia: “Want hij was mij ook opgevallen, ja. We zagen elkaar in die tijd opeens steeds. Toen ging het snel. Ik was bijna zestien en tijdens de eerste date heb ik meteen gezegd dat ik zes kinderen wilde, haha.”
Iven: “Ik was, zoals ik al zei, totaal niet populair bij de meisjes. Dus het was al te gek dat een mooie, geweldige, slimme meid enigszins haar nek omdraaide voor mij. Beter werd het niet, dus wat zij wilde, was allemaal prima! Tijdens die eerste date hebben we gekust op een bankje en toen ze later voor me liep; dacht ik sowieso al: daar gaat de moeder van mijn kinderen.”
Cynthia: “Een groot gezin leek me zo leuk. Ik had zelf alleen een jonger zusje. Mijn vader kwam uit Suriname en leerde mijn moeder kennen via mijn tante, die samen met haar een verpleegstersopleiding deed. We hadden een harmonieus gezin, al is mijn moeder jong overleden.”
Iven: “Ik kom uit een nest met een oudere broer, dan ik en nog een nakomertje, drie jongens. De eerste drie jaar woonde ik in Suriname. Mijn vader was al snel uit beeld en mijn moeder ging naar Nederland voor een beter bestaan – wat je tegenwoordig gelukszoekers zou noemen. Al snel vond ze een andere man, die ik zie als mijn vader. Mijn jeugd was niet vlekkeloos, vanwege mijn moeders mentale problemen. Dat heeft me vroeg volwassen gemaakt, denk ik.”

Groot gezin

Cynthia: “Mede door het werk van mijn moeder in een kraamkliniek was ik gefascineerd door grote gezinnen. In mijn hoofd zag ik vier jongens voor me, geen idee waarom. Wij kregen kinderen en de eerste twee werden inderdaad zoons, maar de derde een dochter! Dat was even een schok. Maar wij lieten gewoon alles op ons af komen, met elk kind weer. We deden het ook erg samen en vingen elkaar op. Als ik iets nodig had, pakte Iven het meteen op, ik hoefde het niet eens te vragen. Ik denk dat dat de basis is.”
Iven: “Misschien wel doordat we zo verschillend zijn, zijn we complementair aan elkaar. We houden elkaar en wat de ander nodig heeft, in de gaten. Dat we nu zeven kinderen hebben, in plaats van de zes die Cynthia ooit noemde, is zo gelopen. Zij wordt meestal boos als ik het zeg, maar ik heb altijd geroepen: kinderen naar rato van inkomen. Dat bedoel ik niet zakelijk of kil, maar ik wil mijn kinderen gewoon kunnen geven wat ik wil. Niet alleen materieel, maar wel zo dat we lekker kunnen eten en leuke dingen kunnen doen. Niet dat we met z’n allen op een houtje moeten bijten. Er waren jaren dat het financieel lastig was, omdat wij allebei zelfstandigen zijn. Maar elke keer als ik weer meer ging verdienen of een nieuwe job had, was Cynthia al snel weer zwanger, haha.”
Cynthia: “Na onze jongste heb ik twee miskramen gehad, anders hadden we er nog meer gehad. Nu ben ik 45, ik weet niet of het er nog in zit.”
Iven: “Rationeel zijn we klaar. Maar soms, als ik een baby’tje zie, denk ik toch weer even: aaah… Aan de andere kant komt er nu de kinderen allemaal uit de luiers zijn, weer ruimte voor andere dingen, wat ook fijn is.”

Niet makkelijker

Cynthia: “Onze oudste, Jazz van 22, is inmiddels het huis uit. Thuis hebben we nog Kik (18), Loïs (17), Pixie-Lien (14), Twiggy (11), Seven (9) en Oos (7). Het is anders dan toen ze nog klein waren, maar niet per se makkelijker. Ik vind het zelfs zwaarder, want de oudste – die we hebben ‘losgelaten’ – is op een bepaalde manier ook nog zorgbehoevend. Hij studeert, heeft soms geen geld, en eet hij wel gezond? Moeten we hem nu wel of niet meevragen op vakantie? Dat soort zorgen. Dan hebben we twee oudere pubers, die zijn lief, maar vragen ook aandacht, want ze willen hun verhalen kwijt. De dochter van veertien zit midden in de puberteit en wil niks, die erna zit in de bovenbouw van de basisschool met bijbehorende eindtoetsen en spanningen. Dan zijn er nog de twee jonkies, en vergeet alle appgroepen van sporten en zo niet!”
Iven: “Als ze allemaal klein zijn, ben je gewoon met je roedeltje en gaat daarmee naar het park of zo, alles gezamenlijk. Geen gedoe met dubbele agenda’s, want de één moet hockeyen, een ander naar circuslessen en weet ik veel wat voor externe activiteiten. Soms is het amper te overzien.”
Cynthia: “En ik leef nog steeds zonder agenda. Af en toe kijk ik in de hockey-app hoe laat iemand moet spelen, verder zit alles in mijn hoofd. Nou ja, dat hoop ik dan…”

Oppassen

Iven: “De oudere kinderen kunnen nu af en toe inspringen thuis. Laatst waren we lekker samen uit eten. Dan zorgen we van tevoren dat er avondeten is en de kleintjes hun pyjama aan hebben, en zorgen de anderen dat ze in bed komen. We hebben er al aan gedacht om een dagje weg te gaan, maar dat vind ik nog moeilijk. Want ik ben tijdens zo’n etentje degene die steeds even zijn telefoon checkt, of alles nog goed gaat. Dat oppassen doen ze trouwens zonder dat ze er iets voor terug hoeven, maar we zetten ze ook niet standaard in. En als ze moeilijk doen, dreig ik met huishoudschema’s zoals ze die in andere gezinnen hebben!”
Cynthia: “Maar die hebben wij dus niet. Zo ben ik zelf ook niet opgevoed en daar ben ik dankbaar voor. Ik weet nog dat mijn ouders zeiden: ‘Ik heb liever dat je ontspant en aan school werkt, dan dat jij de hele benedenverdieping moet stofzuigen.’ Sowieso valt er met zoveel mensen thuis haast niet tegenop te poetsen. Laatst viel bij Loïs een les uit en terwijl ik brood aan het smeren was voor de kleintjes, heeft zij toen een van hen even overhoord omdat die een geschiedenistoets had. Of we vragen een van de grote kinderen of ze iemand naar judo willen brengen, als we zelf naar hockey moeten. Maar verder dan zulke kleine dingetjes gaat het nooit.”

Niet zo duurzaam

Iven: “Vooral in een interview of talkshow krijgen we weleens een vraag over dat zoveel kinderen hebben niet zo duurzaam zou zijn en of we onze verantwoordelijkheid voor de wereld nemen. Dat geloof ik wel, maar dat kan Cynthia altijd beter uitleggen.”
Cynthia: “Haha, nou kijk: we hebben zeven kinderen, maar die maken we bewust van de planeet waarop we wonen. Ik denk dat dat beter is dan er twee hebben en dat niet doen. Ik kook thuis vegetarisch, dat doe ik al twintig jaar, en we drinken geen zuivel, ook omdat ze allemaal koemelkallergie hebben. Iemand anders zou ik er trouwens nooit op aanspreken als ze vlees kopen, hoor. Maar daarnaast hebben we te maken met vergrijzing in Nederland. Een van onze zoons studeert verpleegkunde, de ander gaat waarschijnlijk geneeskunde doen. Dat zijn handen aan het bed, die hard nodig zijn. Wie weet of er ook nog eentje in het onderwijs terechtkomt. Verder vliegen we zelden en doen bijna alles met de trein of op de fiets. We hadden nooit een auto tot mijn vader overleed en we de zijne kregen. Dus ja, we zijn echt bewust bezig.”

Onszelf zijn

Iven: “Nog steeds zijn we heel gelukkig met elkaar, hoeveel we ook verschillen. Natuurlijk knalt het bij ons ook weleens. Zoals bij het maken van dit boek, haha. Cynt pakte op het laatste moment haar blocnote, kreeg stress en riep dingen als: ‘Ik doe dit nóóit meer, met je rotboek!’ Waarop ik haar dan iets toebijt als: ‘Je hebt toch zelf die handtekening eronder gezet. Doe normaal, kleuter.’ Dan schreeuwen we even tegen elkaar. Maar nee, servies vliegt hier nooit door het huis. Zij heeft wel van die blikken die ze me soms toewerpt, die zijn echt killing.”
Cynthia: “Maar daar ben ik me zelf nooit van bewust.”
Iven: “Zij is nog steeds de vrouw voor mij, omdat ik bij haar mezelf kan zijn ondanks al mijn imperfecties.”
Cynthia: “Ja, zie je, dat gooit hij er zo uit en ik moet over diezelfde vraag dus eerst nadenken. Wéér een verschil! Wat Iven me geeft, is doorzettingsvermogen en hij triggert me om aan te pakken, zoals met de deadline voor het boek. We zijn elkaars uitlaatklep, ik hoop nog heel lang.”

Foto: Yasmijn Tan
Visagie: Lisette Verhoofstad

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen
Iven Cudogham, Cynthia Ormskerk

Uit andere media