Canva1 2023 05 15t110423.637

Britt kreeg anorexia tijdens haar zwangerschap

Britt de Waard (34) is zwanger van haar derde kind als ze een eetstoornis ontwikkelt. Anorexia heeft haar compleet in haar greep en zeven maanden na de geboorte wordt ze opgenomen in een kliniek. “Ik schaamde mij diep, maar was zo ver heen dat ik er zelf niet meer uitkwam.”

Britt: “Het moment waarop ik voor het eerst mijn vinger in mijn keel stak, wist ik dat het foute boel was. Toch kon ik mezelf niet bedwingen. Het handje M&M’s dat ik net daarvoor in mijn mond had gestopt, móést eruit. De anorexia liet mij geloven dat alles wat ik té veel in mijn mond stopte, slecht was voor het kindje in mijn buik. Ik was compleet in paniek. Het enige wat ik kon doen, was mijn fout rechtzetten door het er zo snel mogelijk uit te gooien. Na dat bezoekje aan het toilet kon ik alleen nog maar huilen. Ik voelde mij verloren. Het was dát moment waarop ik voelde dat dit veel verder ging dan obsessief met eten bezig zijn. Dit was een serieus probleem, dit was anorexia.”

Obsessie voor eten

“Als ik terugkijk op mijn eerste twee zwangerschappen, dan speelde eten toen ook al een rol . Tijdens mijn eerste zwangerschap was ik best wat aangekomen in gewicht. ‘Dat vollere staat je goed’, was een opmerking die ik vaak kreeg. Ik trok mij dat enorm aan en werd er onzeker van. Tijdens mijn tweede zwangerschap, die vrij snel daarna volgde, was voor mij één ding dan ook meteen duidelijk: ik wilde niet meer zo veel aankomen. Ik at gezond, maar snoepen liet ik zo veel mogelijk achterwege. Bij mijn derde zwangerschap ging dat nóg een stapje verder. Ik zat in die periode al wat minder goed in mijn vel. Ik ben vrij perfectionistisch en wil altijd alles goed doen. Iets wat best lastig is als je een drukke baan hebt, middenin een verbouwing zit, zwanger bent én twee kleine kinderen hebt. Ik had constant het gevoel dat ik faalde en kon totaal niet genieten van mijn zwangerschap. Daarover praten durfde ik niet, want hoe kon ik mij zo ellendig voelen terwijl er een wondertje in mijn buik groeide? Ik moest toch gelukkig zijn en dankbaar? Genieten van het getrappel in mijn buik? Ik voelde niets van dat. Mijn emoties slingerden alle kanten op en ik voelde mij vooral heel alleen. Dat mijn verloskundige me precies op dat moment aanraadde om mijn voeding bij te houden in een app, om te kijken of ik wel genoeg calcium binnen kreeg, was voor mij een redding. Ineens had ik iets waar ik controle over kon uitoefenen, hoefde ik niet stil te staan bij al die nare gevoelens. Ik at op dat moment al niet heel veel, omdat ik wederom al het snoepgoed van het menu had geschrapt, maar toch schrok ik van de hoeveelheid calorieën die er nog dagelijks in mijn mond verdween. Dat kon in mijn ogen best wat minder en dus woog ik vanaf dat moment al mijn eten op een weegschaal. Van mijn boterham en het beleg tot aan de snoeptomaatjes. Ik sloeg compleet door en hield álles bij. Op den duur verdwenen ook de pasta en het zoete beleg van het menu en in mijn hoofd was er constant strijd over wat ik wel en niet mocht eten. Iedere dag als ik opstond, was mijn enige doel: zo veel mogelijk eten voor zo min mogelijk calorieën. Ik was met niets anders meer bezig. Wat voor mij heel prettig was, want op het moment dat je weinig eet, ben je verdoofd en voel je niks. Dat was precies wat ik wilde.”

Roofbouw op mijn lijf

“Mijn lijf holde in die maanden achteruit. Ik was constant moe, bleek en steeds sneller ziek. Mijn haar was dof en mijn lijf smeekte om meer eten. Dat voelde ik wel, maar de eetstoornis had mij op dat moment al zo in haar greep, dat ik er niet aan toe gaf. Dat ik ondertussen wel wat zwaarder werd, deed mij niet zo veel. Het was vooral mijn buik die groeide, verder kwam ik amper iets aan. Bovendien had ik ook helemaal geen tijd om daarmee bezig te zijn. Het eten, of eigenlijk vooral het niet eten, was zo’n obsessie dat al mijn aandacht daarnaartoe ging. Mijn zwangerschap verdween daardoor compleet naar de achtergrond. Waar ik tijdens mijn vorige zwangerschappen mijn buik iedere avond liefdevol insmeerde met olie, zwangerschapsfoto’s liet maken en enorm uitkeek naar de komst van de baby, was ik daar nu amper mee bezig. Wel zorgde ik dat ik net genoeg calorieën binnen kreeg zodat het kindje in ieder geval niets tekortkwam. Om dat te checken, plande ik een aantal extra controles in bij de verloskundige. Gelukkig ging dat allemaal goed. Al voelde ik mij wel constant schuldig. Dat ik zo’n roofbouw pleegde op mijn lijf en niet de moeder kon zijn die ik wilde zijn. Het kindje verdiende zo veel beter. Ik schaamde mij diep, maar was al zo ver heen dat ik er zelf niet meer uitkwam. Mijn omgeving had al die tijd niets in de gaten. Ik denk omdat het door mijn zwangerschap niet zo opviel dat de kilo’s eraf vlogen en ik de lichamelijke kwaaltjes toeschreef aan mijn zwangerschap. ‘Ik ben gewoon wat moe’ en ‘ik kan niet zo veel eten door de misselijkheid’, gingen erin als zoete koek. Dat ik altijd een masker op had, heeft er waarschijnlijk ook aan bijgedragen. Ik schetste het perfecte plaatje. Met mij ging alles goed en ik had het allemaal onder controle. Toegeven dat dit niet zo was, vond ik één van de moeilijkste dingen.
Maar na die ene bewuste braakpoging en de daaropvolgende afspraak bij de huisarts, had ik geen keus meer. Bloednerveus vertelde ik mijn man wat er aan de hand was. Hij schrok enorm, maar was ook begripvol en wilde mij helpen. Voor mij voelde het als falen. Ik wilde bewijzen dat ik sterk was en alles onder controle had. Nu moest ik toegeven dat ik geen controle meer had. Je hebt het allemaal verkloot domme trut, is het enige wat ik dacht.”

Een beetje depressief

“Door mijn huisarts werd ik direct doorverwezen naar een psychiater voor zwangere vrouwen. Die zag het probleem niet. Ik at immers nog voldoende koolhydraten, dus een eetstoornis als anorexia kon het niet zijn. Daarmee was voor mij de kous af. Als iemand die ervoor geleerd had, stelde dat ik geen eetstoornis had, dan zou het wel zo zijn, toch? Met het idee dat ik wellicht een beetje depressief was, ging ik weer naar huis. Mijn obsessieve eetgedrag ging gewoon door. De verloskundige was een van de weinigen die haar zorgen uitsprak tegenover de gynaecoloog toen ik met 35 weken zwangerschap met klachten werd opgenomen in het ziekenhuis. Ook daar werd het niet serieus genomen. ‘Wat wil je dat we doen: naast haar bed gaan zitten als ze eet?’, was het antwoord.
Ondanks de zorgen kwam onze kleine Menno met 36 weken gezond ter wereld. Een prachtig mannetje. Als ik borstvoeding gaf, was ik even heel bewust met hem bezig. Dan verdween mijn eetstoornis naar de achtergrond en was het alleen Menno en ik. Van die momenten genoot ik intens. Al waren ze maar van korte duur. In de weken na de bevalling ging het snel bergafwaarts. Door het weinige eten vlogen de kilo’s er in hoog tempo af. Mijn bmi was gevaarlijk laag en ook lichamelijk was ik op. Ik had geen reserves meer en het had niet veel gescheeld of ik was er aan onderdoor gegaan. Opnieuw had ik een gesprek met een psychiater en die zei: óf je gaat nu thuis heel hard werken aan je herstel zodat je bij je kind kunt blijven óf we nemen je op. Ik wilde niets liever dan bij mijn gezin blijven, dus besloot ik op dat moment de knop om te zetten en te vechten voor mijn herstel.
Behalve dat ik probeerde meer te eten, ging ik met behulp van therapie ook aan de slag met de onderliggende problematiek. Mijn onzekerheid, perfectionisme, trauma’s uit mijn verleden. Ik vocht als een beer, maar na een half jaar merkte ik dat het niet genoeg was. Ik wilde niet dat mijn kinderen telkens geconfronteerd werden met mijn ziekte én ik wilde het oplossen zodat ik ook weer een goede moeder zou kunnen zijn. Dus heb ik mij – met pijn in mijn hart – laten opnemen in een kliniek. Het was de moeilijkste beslissing van mijn leven om mijn kinderen, van destijds drie jaar, twee jaar en zeven maanden, achter te laten bij mijn man en onze families, maar voor mijn gevoel ook de enige juiste beslissing op dat moment.”

Herstellen in de lockdown

“Bijna een half jaar heb ik in de kliniek gezeten. Ik vond het de hel. Ik miste mijn kinderen en was als de dood dat mijn man de benen zou nemen door al mijn problemen. Bovendien lag de nadruk in de kliniek vooral op het eten en niet op de onderliggende problematiek. Als ik op de weegschaal werd gezet en een paar kilo was aangekomen, waren ze blij dat ik vooruitgang had geboekt. Ik voelde dan totáál geen opening meer om te zeggen dat ik eigenlijk een rotweek achter de rug had. Alleen dat was niet te zien op de weegschaal.
Het herstel begon voor mij pas echt toen ik uit de kliniek kwam en we vanwege corona in een lockdown terecht kwamen. Ineens was mijn wereld heel klein en kon ik in alle rust, in mijn eigen bubbel, werken aan mijn herstel. Ik zag amper iemand, waardoor ik mij geen zorgen hoefde te maken om de reacties van anderen. Daar was ik ongemerkt toch veel mee bezig. Wat zouden mensen van mij vinden? Hoe zouden ze over mij praten? En wat als ze denken dat mijn eetprobleem niet echt was? Al die gedachten waren er niet en dat heeft mijn herstelproces enorm bevorderd.
Als ik nu terugkijk, schaam ik mij dat ik het zover heb laten komen, maar tegelijkertijd ben ik ook dankbaar. Het hele proces van ziek zijn en herstellen heeft mij veel geleerd. Over mezelf en over het leven. Het is mijn missie om er nu ook anderen mee te helpen. Mensen denken vaak dat het een puberale ziekte is, maar anorexia komt voor bij verschillende leeftijden, in alle lagen van de bevolking, bij zowel mannen als vrouwen en zelfs tijdens zwangerschappen. Door mijn verhaal te vertellen en door mijn boek Van lockdown naar vrijheid hoop ik meer awareness te creëren. Vooral bij professionals. Er is nog zo veel onbekend. Daarnaast wil ik dolgraag mijn kennis en ervaring inzetten om mensen te helpen die worstelen met een eetstoornis. Het is een eenzaam en moeilijk proces, maar ik ben het levende bewijs dat je echt kunt genezen, dus: geef vooral niet op!”

Genieten van het leven

“Ik durf nu, ruim vijf jaar na de diagnose, wel te zeggen dat het goed met mij gaat. Ik wil niet zeggen dat mijn eetstoornisgedachten er nooit meer zijn, maar de tegengedachten zijn inmiddels zoveel sterker, dat ze geen kans meer krijgen. Ik gun ze die ruimte ook niet meer. De ziekte heeft mij veel gekost, dat is het mij echt niet meer waard. Het leven is kort. Ik wil nu vooral genieten, zonder anorexia. Het meest geniet ik van mijn kinderen, mijn familie en vrienden en ja … zelfs van eten met z’n allen. Niet meer nadenken over wat er op het menu staat en wat ik dan een week van tevoren allemaal moet laten om uit eten te kunnen gaan, maar gewoon aanschuiven, bestellen wat ik lekker vind en genieten.
Het waren absoluut geen makkelijke jaren, maar ik ben gegroeid en sta sterker in mijn schoenen dan ooit. Mede dankzij de steun van alle lieve mensen die onvoorwaardelijk achter mij zijn blijven staan, onder wie mijn man. Iedere stap, iedere hap en elke strijd ging hij weer met mij aan, waardoor we samen zo sterk staan en nog meer genieten van ons prachtige gezin. Daar ben ik stiekem best heel trots op.”

Foto: Ruud Hoornstra
Visagie: Lisette Verhoofstad

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.