Astrid: 'Ik kreeg twee dochters dankzij de eicellen van mijn zus'

Astrid: ‘Ik kreeg twee dochters dankzij de eicellen van mijn zus’

Astrid (37) is moeder van Sarah (4) en Ruth (11 maanden). Ze kreeg beide dochters met behulp van eiceldonatie van haar zus Karin (34). “Af en toe app ik mijn zus even om haar te laten weten dat ik het zo fijn vind dat ik nu ook een gezin heb.”

Astrid (37) is moeder van Sarah (4) en Ruth (11 maanden). Ze kreeg beide dochters met behulp van eiceldonatie van haar zus Karin (34). “Af en toe app ik mijn zus even om haar te laten weten dat ik het zo fijn vind dat ik nu ook een gezin heb.”

IVF

Astrid: “Nadat mijn man Johan (40) en ik het ruim een jaar zelf hadden geprobeerd, zijn we het medische traject ingegaan. Zes IUI pogingen, drie keer IVF en drie keer ICSI leidde niet tot het gewenste resultaat. We hebben vijf jaar ‘gedokterd’. In een kliniek in Duitsland werd voor het eerst gezegd dat het weleens een eicelprobleem zou kunnen zijn. Als je net een medisch traject ingaat, ben je nog heel hoopvol. Tijdens de IUI dacht ik ook steeds: ‘Als dit niet lukt, is er altijd nog IVF!’ Het kwam vast goed, ik bleef optimistisch. Iedere keer dat ik weer ongesteld werd of een negatieve zwangerschapstest vasthield, was ik uiteraard van slag. Maar na een dag intens verdriet en heel hard janken, ging ik weer door. Het proces van zwanger worden beheerste ons leven. Je staat er mee op en je gaat ermee naar bed. Zeker op het laatst, kon ik geen kinderwagen meer zien. Ik weet nog dat ik een dagje met Karin en onze moeder naar een tuincentrum was en alleen maar moeders met baby’s zag. Dat vond ik heel heftig, het werd me te veel.”

Veerkracht

Karin: “Ik heb me altijd verbaasd over Astrids veerkracht. Ze bleef ondanks de tegenslagen positief. En ze heeft ook altijd met ons gedeeld wat er in haar omging. Die openheid was heel fijn. Je staat er namelijk niet ieder moment bij stil wat die ander doormaakt. Als ze dan zei dat het zien van een kinderwagen haar raakte, wist ik dat tenminste. De ongewenst kinderloosheid was voor Astrid, maar ook voor Johan, geen taboe.”

Astrid: “Toch verloor ook ik op een bepaald moment wel alle hoop. Het absolute dieptepunt was tijdens de IVF behandeling in Duitsland. We waren onderweg voor een terugplaatsing en werden in de auto gebeld. ‘Stop maar, hierheen komen heeft geen zin’, kregen we te horen. De eicellen waren gestopt met delen. We hebben bij Arnhem de auto langs de weg gezet en ik heb het uitgeschreeuwd. We waren op dat moment al vijf jaar bezig.”

Altijd close geweest

Karin: “Mijn man Steven en ik wilden in diezelfde periode ook aan kinderen beginnen. Ik vond het best lastig om Astrid te vertellen dat ik was gestopt met de pil. Na een miskraam werd ik zwanger van Dion. Het werd een zwangerschap ‘met een randje’; ik was blij, maar voelde ook Astrids verdriet, ondanks dat ze mij mijn geluk gunde. Astrid en ik zijn altijd heel close geweest met elkaar. Ik kan niet honderd procent blij zijn als zij dat niet is.”

Astrid: “Johan en ik wilden zo graag papa en mama worden; je verlegt steeds je grenzen. Het móest en zou gebeuren; linksom of rechtsom. We hebben zelfs nog een zaaddonor geprobeerd, maar ook dat ging mis, waardoor we zeker wisten dat het aan mijn eicellen lag. Johan en ik trouwden, om eventueel ook in aanmerking te kunnen komen voor adoptie. Om een eigen kindje te krijgen, bleef alleen nog eiceldonatie over – van een vreemde of een bekende. Ik dacht toen wel meteen dat Karin daar voor mij het meest geschikt voor leek, maar zij moest dat wel willen…”

‘Ik wist het meteen’

Karin: “Ik wist meteen dat ik dit voor haar wilde doen, voordat ze het me ook maar gevraagd had. Wij delen ons DNA, dichterbij kon het niet komen. Normaal gesproken moet je eerst je eigen kinderwens volledig vervuld zien. Ik wilde daar niet op wachten. Stel dat ik door de donatie zelf geen kinderen meer zou kunnen krijgen, dan was dat maar zo. Als Astrid en ik maar allebei een kind hadden. Vrij snel na Dions geboorte zijn we het traject ingegaan. Astrid heeft bij mij de eerste spuit hormonen gezet; daar had ze in de loop der jaren wel de nodige ervaring mee opgedaan.”

Astrid: “Het voelde voor mij ook wel een beetje symbolisch, die eerste prik. Op 6 december 2014 kon de punctie plaatsvinden; zo bijzonder, geheel ’toevallig’ op mijn verjaardag. ‘Ik hoop dat ik je vandaag het mooiste verjaardagscadeau ooit ga geven’, zei Karin. De oogst was geweldig; elf eicellen. Ik kwam nooit verder dan twee of drie en die waren dan ook nog eens slecht van kwaliteit. Dit was bijna een doosje eieren vol, grapten we. Die woensdag erop was de terugplaatsing. Het was meteen raak. Ik was zwanger, eindelijk had ook ik een positieve test in mijn handen.”

Niet zonder slag of stoot

Karin: “Astrid belde huilend op om het te vertellen. Ik ben meteen naar haar toe gereden om haar een knuffel te geven. We waren allebei zo blij! De eerste maand van haar zwangerschap verliep helaas niet zonder slag of stoot. Astrid was tot prinses carnaval gekroond en tijdens een Nieuwjaarsborrel verloor ze bloed. Ze wilde de avond niet verpesten door weg te gaan, dus ze heeft de rit uitgezeten. Als je de foto’s terugziet, zie je dat er iets aan de hand is. Ze straalde niet.”

Astrid: “Ik ging ervanuit dat ik een miskraam had gehad. Die maandag gingen we naar het ziekenhuis om dat te laten bevestigen. Daar zagen we een kloppend hartje op het scherm; we waren perplex. ‘Het zit er nog!’, riep ik uitgelaten door de telefoon naar Karin. Maar vanaf dat moment ben je natuurlijk het vertrouwen wel kwijt. Ik ben al die maanden heel wat keren naar de wc gegaan om te kijken of ik geen bloed verloor.”

Karin: “De zwangerschap verliep verder goed. Astrid zat een dag voor de uitgerekende datum nog lekker in de schaduw in de tuin; het was bloedheet. Die nacht zijn de weeën begonnen. Dat had ze mij niet verteld; ze belde mij in de loop van de ochtend met de mededeling dat Sarah was geboren. Ik hoorde Sarah op de achtergrond huilen; dat was zo’n mooi geluid. Ik heb Dion opgepakt en uitzinnig van blijdschap met hem door de kamer gedanst.”

Astrid: “De eerste keer dat Karin Sarah vasthield, was heel bijzonder. Ik dacht er op dat moment niet aan dat Sarah biologisch haar kind was, ik dacht vooral :’Dank je wel voor alles!’

Karin: “Je weet wel dat je biologisch gezien je eigen kind vasthoudt, maar je beleeft dat echt anders. Sarah voelde meteen als mijn nichtje. Als de dochter van Astrid en Johan.”

Alles loslaten

Karin: “Steven en ik wilden graag een tweede kind, maar dat lukte niet zo snel als we gehoopt hadden. Ik kreeg opnieuw een miskraam en de maanden verstreken zonder nieuwe zwangerschap. Dat is best spannend geweest, zo spannend zelfs, dat we uiteindelijk toch maar bij de huisarts aanklopten. De dag nadat Stevens zaad onderzocht werd, was ik zwanger. Negen maanden later werd Lisa geboren.”

Astrid: “Ik heb me wel schuldig gevoeld, toen het niet zo wilde vlotten bij Karin. Ik was aan de ene kant euforisch door Sarah, maar ook ongerust over mijn zus.”

Karin: “Toen ik eenmaal zwanger was van Lisa, kon ik alles loslaten. Ik heb veel meer kunnen genieten dan bij Dion, dat kwam echt doordat ik mijn zus zo gelukkig zag. Wat er nu ook zou gebeuren; we hadden allebei een kind. En dat was mijn insteek geweest.”

Opnieuw doneren

Astrid: “Ik merkte dat verschil vooral toen Karin belde om te vertellen dat Lisa was geboren. Ik was bij Dion ook blij, maar bij Lisa anders blij. Zorgelozer. Mijn eigen verdriet speelde geen rol. We hebben het al vrij snel over een tweede kind gehad; er lagen nog de nodige eicellen in de vriezer, die konden we nog gebruiken. Ik had bewust gewacht met de terugplaatsingen, totdat Karin zwanger was van Lisa. We zijn heel even samen zwanger geweest, maar die zwangerschap eindigde voor mij in een miskraam. En alle andere eicellen sloegen niet aan. Karin zou opnieuw moeten doneren, wilden we nog een kans maken.”

Karin: “Daar hoefde ik niet over na te denken; dat wilde ik. Maar ik had me ook voorgenomen Lisa een half jaar borstvoeding te geven, dus dat ging voor. Astrid zou natuurlijk het liefst meteen beginnen, maar ze had alle begrip voor mijn keuze. Na een half jaar hebben we een heel mooie foto van de laatste voeding gemaakt. Ik ben blij dat ik dat moment zo bewust heb beleefd.”

Astrid: “Ook daar voelde ik me weer schuldig over; door mijn wens stopte Karin met borstvoeden. Maar ze stond erop. De opbrengst van deze punctie was minder groot: ‘slechts’ acht eicellen, waarvan er daadwerkelijk vijf werden bevrucht. De derde terugplaatsing was raak. Ik zag een heel vaag plusje op de test verschijnen. Ik heb daarop een duurdere test gekocht, die een duidelijkere plus aangaf. Met vijf weken kreeg ik opnieuw een bloeding, veel heftiger dan de eerste keer. Ik was zo verdrietig, maar ik moest door voor Sarah. We waren stomverbaasd toen bleek dat er ook nu nog steeds een hartje klopte; Ruths hartje!”

Happy family

Karin: “Het was onbeschrijflijk mooi om Astrid, Johan en Sarah samen met Ruth als ‘happy family’ op bed te zien zitten. Je geeft iets heel kleins weg, maar het maakt het geluk van iemand compleet. Zo omschrijft Astrid het ook wel; ‘Karins eicel was het laatste puzzelstukje’. Het is heel fijn dat ik dit heb kunnen doen. Sarah en Ruth zijn haar kinderen, zij heeft ze negen maanden gedragen. Maar natuurlijk valt het mij wel op dat Sarah mijn bruine ogen heeft.”

Astrid: “Johan en ik zijn Karin en Steven zo dankbaar, dat we iets voor ze wilden doen. We hebben een schilderij laten maken met twee kolibries erop; het symbool voor vruchtbaarheid. Tijdens mijn traject om zwanger te worden, kreeg ik van mijn schoonmoeder een kettinkje met een kolibrie eraan. Voor ons heeft dat vogeltje veel betekenis gekregen.”

Karin: “Ik ben heel blij dat ik dit heb mogen doen en ook dat dit mogelijk was. Vijftig jaar geleden had Astrid kinderloos gebleven. En het kan ook allemaal maar in Nederland. We zijn bevoorrecht. We zullen het op den duur ook de kinderen vertellen. We zijn er heel open over en willen dat ze het van ons horen, niet van iemand anders. We lezen Sarah en Dion nu al voor uit speciale boekjes, waar het begrip eiceldonatie op een kinderlijke manier wordt uitgelegd. We hopen ze het zo spelenderwijs bij te brengen.”

Astrid: “We zijn allebei vrij nuchter en je vergeet de emoties rondom het proces ook wel weer, moet ik zeggen. Maar het was wel echt slopend. Ik ben ongelooflijk trots op Karin. Ze is de beste en liefste ter wereld; ik gun iedereen zo’n zus. Zo nu en dan app ik haar om haar te laten weten dat ik zo blij ben met mijn gezinnetje; op zondagochtend bijvoorbeeld, als we met z’n allen in bed liggen. Of als we met z’n viertjes een wandeling maken in het bos. Karin heeft mij het gezin gegeven dat ik niet kon krijgen. Het is niet meer stil in huis, we horen de klok niet meer tikken als we thuiskomen. Het klinkt misschien gek, maar dat is echt fijn!”

Tekst: Hester Zitvast.

Lees ook: Daphne: ‘Ik kreeg mijn zoon dankzij de eicel van mijn zus’