Schermafbeelding 2025 09 15 Om 14.05.44

Annemijn werkt op de 112-meldkamer: ‘Het gaat om leven of dood’

Annemijn (39) werkt op de 112-meldkamer. In het hart van Rotterdam beantwoordt zij de meest urgente telefoontjes van mensen in nood: “Het is spannend en hectisch, omdat het gaat over het verschil tussen leven en dood.”

Annemijn: “Tijdens mijn opleiding tot verpleegkundige begon ik vanaf het derde jaar fulltime in het ziekenhuis te werken. Ik was toen 25 jaar. Via via kwam ik in contact met iemand die op een meldkamer ambulance werkte, waar ook 112-meldingen worden aangenomen. Hij bood me aan een dag mee te lopen. Vanaf het moment dat ik die meldkamer binnenliep, vond ik het een interessante plek. Er hing een sfeer die me direct aansprak. Het leek me ook een spannende baan: je neemt de telefoon aan en hebt geen idee wie er aan de lijn is of met welk verhaal iemand komt. Ik vond het indrukwekkend, maar het bleef bij die ene dag. Ik rondde mijn opleiding af en ging aan het werk als verpleegkundige in het ziekenhuis.”

Trillende handen

“Tijdens mijn baan als verpleegkundige bleef die meldkamer in mijn hoofd zitten. Dit jaar is het tien jaar geleden dat ik er solliciteerde en ik direct werd aangenomen. Ik werk voor de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, een gebied met 1,3 miljoen inwoners. Als je 112 belt, kom je eerst bij de landelijke meldkamer in Driebergen terecht. Daar vragen ze wat je nodig hebt: politie, brandweer of ambulance, en wat je locatie is. In Nederland zijn er meerdere meldkamers. Ben je in de buurt van Rotterdam en heb je een ambulance nodig, dan word je doorgeschakeld naar de meldkamer waar ik werk. Die zit in het hart van de stad, op de Wilhelminakade.
Wat ik me meteen realiseerde op mijn eerste werkdag, is dat dit een pittige baan is, met een grote verantwoordelijkheid. Bij ons start de hulpverlening en die hulp kan het verschil maken tussen leven en dood. Tijdens mijn opleiding van negen maanden, waarin ik ook een aantal keer meereed op de ambulance, ging ik direct ‘aan tafel’ en mocht ik de telefoon aannemen. Ik begon met de telefoontjes van huisartsen en ziekenhuizen. De eerste keer dat ik tijdens mijn opleiding een echte 112-melding aannam, had ik wel trillende handen. Gelukkig luistert er dan nog iemand met je mee.”

Bevalling

“Als meldkamercentralist heb ik twee functies. De eerste is de ‘aanname’, op dat moment ben ik aan het werk als verpleegkundige. Met behulp van een uitvraagsysteem breng ik in kaart wat er aan de hand is. Pijn op de borst, een verkeersongeval: voor elke situatie is er een protocol met bijbehorende vragen. Terwijl ik alles invoer in de computer, bepaalt het systeem welke inzet nodig is. Moet er een ambulance komen met zwaailicht en sirenes? Zijn er meerdere voertuigen nodig? Moet er een traumahelikopter worden meegestuurd? Bij een reanimatie sturen we twee ambulances, politie én brandweer, en een traumahelikopter als dit medisch noodzakelijk is. De ‘uitgifte’ is het tweede deel van mijn werk. De hulpverleners naar het juiste adres sturen en de bezetting van ambulances in de hele regio in de gaten houden.
Alle verpleegkundig centralisten hebben een opleiding afgerond als verpleegkundige. Op de meldkamer ambulance komen de belletjes binnen van mensen met pijn op de borst, maar ook bij verdenking van een hersenbloeding of omdat er een reanimatie gestart moet worden. De indrukwekkendste meldingen zijn kinderreanimaties. Maar als een melding goed wordt aangenomen en de hulpverlening goed gaat, kan me dat juist een heel positief gevoel geven.
De enige leuke meldingen zijn bevallingen. Dan kun je soms iemand feliciteren. Maar bevallingen kunnen ook spannend zijn. Soms bellen verloskundigen vlak na een thuisbevalling dat het kindje niet ademt. In de tien jaar dat ik dit werk doe, heb ik één keer huilend in de auto terug naar huis gezeten. Een vader belde tijdens een thuisbevalling en dat baby’tje redde het niet. Dat raakte me zo erg, verschrikkelijk.”

Rustig en duidelijk blijven

“Over het algemeen neem ik mijn werk niet mee naar huis. Ik trek na mijn dienst mijn uniform uit en ben klaar. Soms zijn de meldingen heftig, maar het is echt niet de hele dag door de ergste ellende. Ik ben een nuchter mens en blij dat ik kan bijdragen aan de juiste hulpverlening, hoe erg het geval ook is.
Het gebeurt ook weleens dat kinderen 112 bellen, omdat bijvoorbeeld een ouder onwel is geworden. Kinderen zijn absoluut de beste melders. Ze zijn goudeerlijk en geven antwoord op alle vragen die je stelt. Volwassenen hebben daar soms moeite mee. Sommige zijn zo in paniek dat ze alleen maar kunnen schreeuwen en huilen en niet de informatie geven die ik nodig heb. Dan is het de kunst om rustig en duidelijk te blijven, zodat de hulpverlening toch goed op gang komt.
Als centralist werk ik dag-, avond- én nachtdiensten. De avonddiensten vind ik het leukste, die zijn vaak drukker dan overdag. En als ik overdag werk, begin ik al om half zeven ’s ochtends, vreselijk vroeg, vind ik. ’s Nachts heb je weleens een half uurtje zonder telefoontjes, dan kun je iets voor jezelf doen. Tijdens een ‘uitgifte’ spreek je met de ambulancebemanning via de portofoon. Je ziet ze dus niet, maar hoort ze dagelijks. Wat leuke momenten zijn in de nacht, is als er tijd is om de collega’s van de ambulance even boven te laten komen. Even samen wat loempia’s snacken of een bakkie doen. Wij horen op de centrale bijna nooit hoe een melding afloopt, dus is het interessant om te horen wat collega’s ter plaatse hebben aangetroffen en hoe een melding is afgelopen.”

Vriend op de ambulance

“Ik heb mijn vriend leren kennen via mijn werk, hij is ambulancechauffeur. Nee, we werden niet verliefd via de portofoon! Ik ontmoette hem bij de ambulancepost toen ik ging trainen voor de Roparun. We raakten aan de praat, gingen daten en kregen een relatie.
Het kan voorkomen dat mijn vriend gaat rijden voor een melding die ik heb aangenomen. Thuis bespreken we regelmatig hoe een melding bij mij binnenkwam en wat hij ter plaatste heeft aangetroffen. Het is fijn om met mijn vriend over mijn werk te kunnen praten. We werken allebei onregelmatige diensten, maar proberen die zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. Als we allebei een dagdienst draaien, kunnen we ’s avonds gezellig samen eten.”

Snee in vinger

“Ik vind het te gek om in Rotterdam te werken. Hoe het werk op de meldkamer is, hangt af van de regio die je bedient. Wij hebben hier een havengebied, een luchthaven, een grote stad, veel industrie, maar ook behoorlijk wat landelijk gebied. Daardoor krijgen we veel verschillende meldingen. Ik heb ook een tijd gedetacheerd gewerkt in Amsterdam. Daar zijn zo veel toeristen dat je vooral Engels spreekt. Ook heb ik een periode in Bergen op Zoom gewerkt, wat ik ook leuk vond, maar mijn voorkeur ligt echt hier, in Rotterdam. Dit is mijn regio, mijn stad en ik ben blij dat ik me hier kan inzetten voor de mensen.
Het nadeel van een grote stad is dat mensen sneller 112 intoetsen dan in een dorp. Als mensen bellen omdat ze tijdens het koken in hun vinger hebben gesneden of omdat ze een lens niet meer uitkrijgen, vertellen we ze dat er geen noodzaak is om een ambulance te sturen, en verwijzen we ze naar de huisartsenpost in het ziekenhuis.”

Ontroerend

“Ik zou nooit een negen-tot-vijfbaan kunnen hebben en heb mijn werk in het ziekenhuis nooit een dag gemist. In het ziekenhuis is er een duidelijke hiërarchie en ben je als verpleegkundige onmisbaar, maar mag je niet alle beslissingen zelf nemen en doe je veel handelingen in opdracht van een arts. In de meldkamer maak ik zelf veel beslissingen en dat vind ik uitdagend aan mijn baan. Ik kan direct impact maken, op het moment dat het telt.
Op feestjes en partijen doet mijn werk het altijd goed: vrienden en kennissen zijn nieuwsgierig naar de gekste, raarste en heftigste meldingen die ik krijg op de centrale. De meldingen die ik krijg zijn natuurlijk privé en vaak ernstig, maar het gebeurt ook weleens dat er een lichtere melding tussen zit, waar we best even om kunnen lachen.
Wat mij het meeste raakt, zijn de kleinste dingen, dat kan bijvoorbeeld een zin zijn die iemand zegt. Zo belde er eens een oudere man die vertelde dat zijn vrouw overleden in haar bed lag. Hij zei tegen me: ‘Ik dek haar nu toe, misschien wordt ze weer warm…’ Dat vond ik zo ontroerend. Ik zag het beeld van een oud echtpaar in pyjama helemaal voor me.”

Humor

“Aan iedereen die ooit 112 moet bellen in zijn leven wil ik zeggen: het is zó belangrijk dat je je exacte locatie doorgeeft en dat je je telefoonnummer geeft. Als je onderweg bent, kijk dan bij welk hectometerpaaltje je bent. Sta je op straat, check dan bij welk huisnummer je staat. Zo’n locatie is van levensbelang om de hulp op de juiste plek te krijgen. Beantwoord alle vragen die je krijgt. Ik hoor weleens dat ik te veel vragen stel, maar geloof me: hulp wordt het snelst geregeld als je antwoord geeft op alle vragen die de centralist stelt. Hoe gespannen, gestrest of bang je ook bent, scheld niet tegen de centralist en blijf zo rustig mogelijk.
Ervaring is in dit vak waardevol. Omdat ik al lang verpleegkundige ben, kan ik goed inschatten wat er speelt: een koortsstuip bij een jong kind kan er angstaanjagend uitzien, alsof het kind niet meer leeft, maar door mijn ervaring weet ik welke hulp er dan nodig is. Ik ben tevreden als ik een melding goed heb aangenomen en de juiste inzet heb kunnen regelen. Steek- en schietpartijen blijven vreselijk, maar het geeft me voldoening om degene te kunnen zijn die de juiste hulpverleners op de juiste plek heeft gekregen.
Waar ik erg blij mee ben, zijn mijn fijne collega’s. Hoe zwaar een dag soms ook is, samen kunnen we het aan en lachen we veel. Humor is ontzettend belangrijk. Je hebt die luchtigheid echt nodig om het werk vol te houden.”  

Foto: Yasmijn Tan
Visagie:  Nicolette Brøndsted

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen

Uit andere media


Meer van Hannah