Anne vroeg precies drie weken na haar bruiloft de scheiding aan

Toen Thijs Anne (39) ten huwelijk vroeg, zei ze direct ‘ja’. Ze wilde dolgraag kinderen met hem. De huwelijksdag kwam steeds dichterbij, maar toch sloeg de twijfel bij Anne toe.

Anne: “Achteraf denk ik: het is allemaal veel te snel gegaan. In de twee jaar die er tussen het moment zat dat ik Thijs ontmoette en het moment dat we scheidden, heb ik nauwelijks de tijd genomen om na te denken. Ik wilde dóór, doen waar ik al zo lang op wachtte: trouwen en kinderen krijgen. Ik was 37 en wilde zó graag een gezin. Thijs was 38 en had die wens ook, zei hij. Al na een paar maanden woonden we samen. Ik had het liefst meteen de pil in de prullenbak gegooid, maar Thijs wilde nog wachten. Dat begreep ik wel, maar ik was ongeduldig. Ik staarde me blind op mijn wens om moeder te worden en stond niet stil bij mijn relatie. Ergens voelde ik wel dat er iets niet goed zat, maar ik negeerde het. Had ik toen maar beter naar mijn gevoel geluisterd. De strubbelingen ontstonden al voordat we gingen samenwonen. We waren erg verschillend. Ik ben een stadsmens, hij is dol op het dorp waar hij vandaan kwam. Ik hou van actieve vakanties, hij ligt het liefst op het strand. Ik ben dol op het theater, hij wil op zaterdagavond met zijn vrienden naar de kroeg. Toch gingen we samenwonen. We maakten ruzie over dit soort dingen, maar kwamen niet tot de kern: dat we niet bij elkaar pasten. Ik negeerde de alarmbellen die me dat duidelijk probeerden te maken en deed onze strubbelingen af als normale zaken waar je tegenaan loopt als je gaat samenwonen.”

Laatste kans

“Het eerste jaar maakten we zeker eens per week stevige ruzie. Maar wat begon Voor het altaar schreeuwde alles in mij ‘nee!’ met irritaties en wat geschreeuw over en weer, veranderde na een paar maanden in ordinaire scheldpartijen. Toch bleven we bij elkaar. We wilden allebei dat deze relatie zou werken. Onze beweegredenen waren verschillend: Thijs wilde niet dat een relatie nog een keer zou mislukken. Dit was de vierde keer dat hij samenwoonde en zijn omgeving had een beetje lacherig gereageerd. Hij wilde bewijzen dat hij het heus wel kon. Voor mij speelde mijn kinderwens een grote rol. In de drie jaar die ik voor deze relatie single was, had de ene na de andere vriendin kinderen gekregen. Ik wilde dat ook! Ik naderde de veertig en mijn relatie met Thijs voelde als mijn laatste kans. Als ik dit allemaal vertel, realiseer ik me heus wel hoe wanhopig ik overkom, maar op dat moment was dat voor mij reden genoeg om door te zetten.”

Romantisch

“En toen kwam het huwelijksaanzoek. We waren een jaar bij elkaar en gingen een weekend weg om dat te vieren. Alles aan dat weekend klopte: we waren het zonder problemen eens geworden over de bestemming, Parijs, de reis verliep zonder een onvertogen woord, het hotel dat Thijs had uitgezocht, was fantastisch en we hadden prachtig weer. Kortom: het was perfect. De eerste avond tijdens het diner voerden we een serieus gesprek over onze relatie. Waar wrong de schoen? We waren het erover eens dat we allebei na jaren van alleen wonen moeite hadden om ons aan te passen nu we samenwoonden. Hoe leuk het ook was om samen te wonen, vrijheid inleveren gaat nooit zonder slag of stoot. We proostten op ons voornemen dat ons tweede jaar samen geweldig zou worden. De eerste strubbelingen waren we te boven, nu zouden we echt gaan genieten. Thijs wilde wel nog even wachten met kinderen, tot onze relatie echt helemaal op de rit zou staan. Ik was teleurgesteld, maar ik begreep het wel. We spraken af dat we het nog een halfjaar zouden uitstellen. Na die avond had ik echt een goed gevoel over de toekomst. We zouden het wel redden samen, we waren immers al zo ver gekomen. Ik was weer helemaal verliefd op Thijs en dat was wederzijds.

Toch had ik nooit vermoed wat er de volgende avond zou gebeuren. We wilden de Eiffeltoren bekijken, die ’s avonds prachtig verlicht was. Toen we aankwamen, was Thijs een beetje zenuwachtig. Er stond een lange rij voor de lift naar boven en ik zei dat we wat mij betreft ook beneden konden blijven, maar Thijs wilde per se omhoog. Een uur later stonden we op de top. Ik genoot van het uitzicht en toen ik weer naar hem keek, zag ik dat Thijs op zijn knieën zat. Hij hield de ring omhoog die hij die middag stiekem had gekocht. ‘Wil je met me trouwen?’ vroeg hij. Ik stond perplex, kon niets uitbrengen. Pas na een paar seconden stamelde ik dat ik dat heel graag wilde. Hoe romantisch het ook was, eenmaal terug uit Parijs stak het inmiddels oude gevoel weer de kop op.

Bij thuiskomst was ons geweldige weekendje snel vergeten, we hadden weer veel ruzie. In mijn achterhoofd vertelde een stemmetje dat ons voorgenomen huwelijk geen goed idee was. Maar ja, we hadden iedereen verteld dat we zouden gaan trouwen, dus was ik echt niet van plan de verloving te verbreken. Ik wilde die bruiloft en de kinderen die we samen zouden krijgen. Door de bruiloft hadden we opnieuw onze kinderwens uitgesteld, we zouden de pil na de grote dag in de prullenbak gooien. Daar keek ik naar uit. Naar de bruiloft zelf steeds minder. We konden het over weinig dingen eens worden: ik wilde liever een bescheiden feestje, Thijs wilde groots uitpakken. Ik wilde graag een buffet en dan dansen, hij wilde een diner waarbij iedereen de hele avond aan tafel zat. Ik wilde op huwelijksreis, hij vond dat de bruiloft al genoeg geld kostte. Uiteindelijk was alles een compromis en elk compromis werd zwaar bevochten.

De ruzies overschaduwden mijn voorpret en op de dag zelf was ik geen stralende bruid, maar een gefrustreerde brok spanning. Het moment dat ik ja zei, was vreselijk. Alles in me schreeuwde ‘nee’, voor het eerst voelde ik heel sterk dat ik een fout maakte. Maar ja, toen was het te laat. Na het jawoord ging iedereen klappen en werden we van alle kanten gefeliciteerd. Het liefst ging ik in een hoek zitten huilen. Maar ik zette mijn glimlach op, drukte opnieuw mijn ware gevoel weg en maakte nog wat van de dag. Die avond gooiden we de pil in de prullenbak. Ik voelde me niet opgetogen of gelukkig, zoals ik had verwacht, ik lag de halve nacht wakker. De volgende dag kwam mijn enthousiasme wel een beetje terug. Ik was blij dat het onderwerp ‘kinderen’ nu eindelijk dichtbij kwam.”

Scheiding

“Twee dagen na de bruiloft kwam het echte keerpunt. Midden in de nacht hing mijn zus aan de telefoon. Huilend, helemaal overstuur. Haar man had aangekondigd dat hij wilde scheiden, omdat hij een ander had. Zij bleef achter met hun twee dochtertjes van zes en drie jaar. Ik wist wel dat haar huwelijk niet zo lekker liep, maar dit had ik nooit verwacht. Mijn zus wilde het nog wel proberen, maar haar man was onverbiddelijk. Binnen een paar dagen kwam ze in een bitter gevecht terecht: om de kinderen, het huis, de spullen, het geld… Ik zag haar pijn en die van haar kinderen en werd daar zelf ook verdrietig van.

De hele situatie leidde er op twee manieren toe dat de schellen van mijn ogen vielen. Ten eerste had Thijs er geen begrip voor dat ik er wilde zijn voor mijn zus. Ik was zo veel ik kon bij haar, paste op de kinderen als dat nodig was, reed vanuit mijn werk naar haar huis en kookte voor haar. Soms was ik pas rond middernacht thuis en dan moest ik het gevecht met een hevig geïrriteerde Thijs nog aangaan. Hij vond dat ik onze wittebroodsweken verpestte. Ik riep kwaad dat hij dan maar met me op huwelijksreis had moeten gaan, wat hij opvatte als kritiek op zijn salaris omdat hij het te duur had gevonden. En zo hadden we weer de grootste ruzies. Het tweede punt was dat ik nu van dichtbij zag hoe pijnlijk een scheiding is als er kinderen in het spel zijn. Ik realiseerde me nu dat kinderen krijgen binnen een relatie die eigenlijk van meet af aan niet goed zit, een onvergeeflijke fout zou zijn. Hoe graag ik dat gezin ook wilde, dit kon ik niet doen. Niet voor mezelf, en niet voor onze toekomstige kinderen. Waar was ik mee bezig? Wat had ik gedáán? Het gevoel dat ik al langer had gehad – dat Thijs en ik niet bij elkaar pasten – nam hevig toe. Zo hevig dat ik het nu echt niet langer kon negeren. Dat probeerde ik nog wel, één dag, twee dagen. Maar ik kón het niet meer. Ik kon mezelf niet langer voor de gek houden. Op een avond, precies twintig dagen na ons huwelijk, lag ik in bed na weer een ruzie omdat Thijs vond dat ik veel te veel bij mijn zus was, en toen nam ik de beslissing. Heel rationeel, eigenlijk. Ik zette alles op een rijtje en trok de conclusie dat ik mijn leven én dat van Thijs vergooide en dat ik het riskeerde om in zo’n zelfde situatie als mijn zus terecht te komen. Dat wilde ik niet. Dan maar geen gezin, en geen huwelijk. Al het verdriet dat mijn zus nu voelde, daar bedankte ik voor. Gek genoeg viel ik daarna in slaap met een opgelucht gevoel, ook al had ik dat gezin zó graag gewild. Ik besefte dat ik een ideaalplaatje wilde: twee gelukkige ouders en twee kleine kindertjes. Maar de basis van die gelukkige ouders zou ik met Thijs niet bereiken. Natuurlijk deed dat pijn, maar die pijn liet ik niet toe. Eerst wilde ik orde op zaken stellen.”

Opluchting

“Toen ik het besef dat ik mijn huwelijk moest verbreken eenmaal toeliet, was er geen houden meer aan. Ik stelde het niet langer uit, dat kón gewoon niet meer. Uitstellen zit ook niet in mijn karakter. De avond nadat ik de beslissing had genomen, zei ik tegen Thijs dat we moesten praten. Hij ontplofte zo’n beetje, want het was half zeven en we hadden nog niet gegeten omdat ik niets had gemaakt. Ik bleef rustig, ging aan de keukentafel zitten en vroeg hem hetzelfde te doen. Hij deed het. In één keer gooide ik alles eruit: dat ik vanaf het begin al twijfels had gehad, maar die goed had weggestopt omdat ik zo graag wilde dat onze relatie zou werken. Dat we niet voor niets zo veel ruzie hadden, dat ik het een fout van mezelf vond om toch met hem te trouwen en dat het niet eerlijk was naar hem én naar mezelf toe. Ik vertelde hem dat ik wilde scheiden. Dat uitspreken deed pijn, maar tegelijkertijd voelde ik een enorme opluchting. Alsof de vuist die om mijn keel had gezeten open ging en ik weer vrij kon ademen. Thijs werd woest, natuurlijk. Hij vond het een afgang dat ik nu wilde scheiden en tierde dat ik dat toch eerder had kunnen bedenken. Natuurlijk had hij gelijk, ik verweet mezelf precies hetzelfde. Maar het was nou eenmaal zo gelopen en ik zei dat ik liever nú eerlijk was dan wanneer we kinderen zouden hebben en het allemaal nog pijnlijker zou zijn. Daarvoor had Thijs geen enkel begrip en eigenlijk kan ik hem dat niet kwalijk nemen. Ik hád ook eerder aan de bel moeten trekken, maar eenmaal in de flow van een huwelijk regelen is het moeilijk om de rijdende trein te stoppen. Thijs verliet woedend het huis en ik vluchtte naar mijn zus. We hadden veel steun aan elkaar. Ik belde mijn moeder en zij kwam ook. Met z’n drieën huilden we. Ik belde ook Thijs’ ouders. Ze reageerden kil, het was ook de laatste keer dat ik hen sprak. Ik belde mijn drie beste vriendinnen; ze staken me een hart onder de riem en zeiden dat ze er hoe dan ook voor me zouden zijn. Dat deed me veel. Andere vriendinnen reageerden wisselend. Sommigen van hen gaven toe dat ze altijd al hun twijfels bij onze relatie hadden gehad, anderen verklaarden me voor gek dat ik dit deed. Eén vriendin vroeg zelfs de honderd euro terug die ze mij en Thijs voor ons huwelijk had gegeven… Ik heb het in een envelop gedaan met een kaartje erbij waarop stond: ‘Als dit jouw definitie van vriendschap is, hoeft het voor mij niet meer.’ Daar hoorde ik niets op. Thijs zag ik pas weer toen we met een mediator tegen over elkaar aan tafel zaten. Heel zakelijk en koel verdeelden we de spullen. Gelukkig konden we vrij makkelijk van elkaar af: we hadden geen koophuis en van mij mocht Thijs alles hebben wat hij wilde. Binnen een paar dagen vond ik een nieuw appartementje – in de stad – dat ik met nieuwe spullen wilde inrichten. Nog geen vaas uit ons oude huis wilde ik hebben, dit was mijn manier om een nieuwe start te maken.”

Kinderwens

“Inmiddels ben ik vier maanden verder en is de scheiding rond. Met Thijs heb ik geen contact meer. Ik mis hem niet, maar ik mis wel een relatie. De verbondenheid met iemand, de vertrouwdheid. En ik mis mijn droom van een gezin. Want met mijn huwelijk heb ik die ook opgegeven en dat doet pijn. Vorige week belde er weer een vriendin op om te zeggen dat ze zwanger was. Na dat gesprek heb ik ontzettend gehuild. De kans dat ik ooit nog kinderen krijg, wordt steeds kleiner. Daar heb ik het heel moeilijk mee. Maar toch heb ik geen spijt van mijn beslissing. Ik trouwde niet met de juiste redenen, ik trouwde vanwege mijn kinderwens. De basis tussen Thijs en mij was niet goed, het zou hoe dan ook mis zijn gegaan tussen ons. Dan zou ik in dezelfde situatie als mijn zus zijn beland en dat zou ik mezelf nooit hebben vergeven. Het zou oneerlijk zijn geweest naar mezelf, naar Thijs en naar onze kinderen. Inmiddels ben ik zover dat ik kan denken: liever geen gezin dan een gebroken gezin. Wie weet, misschien komt het er nog van. En misschien niet. Dat zou ik ontzettend jammer vinden, maar inmiddels weet ik dat ik sterk genoeg ben om ook dan gelukkig te worden.”