Kattenliefhebber Met Haar Kat

Anna geeft elke maand 500 euro uit aan haar bejaarde katten

Stapelgek is Anna (45) op haar drie katten. Nu ze ouder worden, gaat het leeuwendeel van haar inkomen naar hun medische kosten. “De liefde die ik van ze krijg, is niet in geld uit te drukken.”

Anna: “Op sinterklaasavond ging mijn allergrootste wens in vervulling. Ik was negen jaar oud en wilde niets liever dan een katje. Een kat is eigenzinnig, intelligent en hij heeft een hoog knuffelgehalte. Ik denk dat ik ook zo graag een kat wilde omdat mijn oma, van wie ik zielsveel hield, twee katjes had. Van mijn oma mocht ik alles. Als ik bij haar logeerde, dansten we door de kamer, speelden we spelletjes en knuffelden we met haar katten. Het voelde heel gezellig en warm in haar knusse huis. Ik was zes jaar oud toen ze overleed. Daar moet ik verschrikkelijk verdrietig om zijn geweest, maar veel herinneringen heb ik hier niet aan. Wel weet ik dat ik sindsdien verlangde naar een harig vriendje, een maatje dat er altijd voor me was. Toen ongeveer drie jaar later op 5 december de bel ging, maakte mijn hart een sprongetje. Voor de deur stond een man met een grote doos in zijn handen waar een klein, schattig katje in zat. Ik was op slag verliefd. De kitten was rood, net als een van de katten van mijn oma. Ik noemde hem daarom Minet, naar oma’s rode kat. Dat het eigenlijk een katertje was en de naam voor poezen werd gebruikt, maakte me niet uit. Het was natuurlijk niet slim dat Minet in een open doos werd gebracht. Vlak voor de deur sprong hij eruit, om zich vervolgens urenlang schuil te houden in de smalle opening tussen de garage en de schuur. Mijn vader probeerde Minet te lokken met een schoteltje melk. Ik zie hem nog geknield voor de nauwe doorgang zitten. Tegen middernacht durfde het katje tevoorschijn te komen.”

Ontroostbaar

“Al snel waren Minet en ik onafscheidelijk. Hij liep zelfs met me mee naar school. Elke ochtend trippelde hij met zijn staartje  er omhoog naast me om voor het schoolplein afscheid te nemen. Ontroostbaar was ik toen Minet werd overreden toen hij op weg was naar huis. Ik had zo veel verdriet dat ik geen nieuwe kat meer wilde. Een dier verliezen deed te veel pijn. Wel werd mijn verlangen om later dierenarts te worden nóg groter. Dieren beter maken, dat leek me betekenisvol werk. Op school haalde ik goede cijfers, maar jammer genoeg niet voor de vakken die ik nodig had om diergeneeskunde te studeren, zoals wiskunde. Na mijn middelbare school volgde ik een opleiding voor apothekersassistent en ik ging op kamers. Met het verlaten van mijn ouderlijk huis, borrelde ook het verlangen om een kat te hebben op. Inmiddels was ik ouder en begreep ik dat de dood bij het leven hoort. Maar een kat in een klein kamertje houden, dat vond ik zielig. Om toch met katten bezig te zijn, werkte ik als vrijwilliger bij de plaatselijke dierenopvang. Machtig interessant vond ik het om met hun gedrag en gezondheid bezig te zijn.”

Tweede kans

“In de opvang verbleven ook katten die aandoeningen hadden, zoals suikerziekte. Dit waren ontzettend leuke en lieve dieren die nog lang konden leven, mits ze goed werden verzorgd. Ik vind het dan ook verschrikkelijk als mensen katten met diabetes of andere ziektes afschrijven. Zolang een dier nog een fijn leven heeft, is daar geen reden voor. Gelukkig waren er mensen die het aandurfden om ze een tweede kans te geven. Iedere keer als er weer een dier geplaatst werd, waren het team en ik blij dat het een nieuw thuis had gevonden. Toen ik ging samenwonen met mijn man Pieter en we een eigen huis kregen, kwam er eindelijk ruimte voor een eigen kat. Inmiddels heb ik er drie: Robin, Britt en Tom. Alle drie werden ze gevonden op straat en kwamen ze via de opvang bij me. Hoewel het bij alle drie liefde op het eerste gezicht was, koos ik weloverwogen voor ze. Als je dieren neemt, moet je voor ze kunnen zorgen, ook als ze ziek zijn. Voor mij is het een beetje vergelijkbaar met de zorg voor een kind, met het grote verschil dat dieren niet standaard zijn meeverzekerd. Toen Robin dertien jaar geleden in mijn leven kwam, waren er nog niet zo veel verzekeringen voor dieren. Met de kennis van nu zou ik zeker een verzekering voor mijn katten afsluiten, maar dat gaat niet meer. Helaas hebben Britt, Tom en Robin alle drie gezondheidsproblemen.”

Rekeningen

“Iedere maand ben ik daarom gemiddeld vijfhonderd euro kwijt voor de medische zorg van mijn katten en hun dieetvoer. Dat is veel geld, maar mijn dieren kunnen er natuurlijk niets aan doen dat ze de pech hebben iets te mankeren. Geen haar op mijn hoofd die eraan denkt om ze niet de zorg te geven die ze nodig hebben, enkel om kosten te besparen. Zelfs niet als ik krap bij kas zit. Hierin ben ik niet de enige. Op Facebook-groepen voor kattenliefhebbers lees ik geregeld dat baasjes niet het geld hebben om hun dier te verzorgen. Hartverscheurend vind ik dat. Deze mensen hebben vaak alles voor hun dier over. Mensen kopen soms niets meer voor zichzelf zodat ze geld hebben voor hun kat. Het fijne van zo’n Facebook-groep is dat de leden elkaar steunen. Bijvoorbeeld met het inzamelen van geld via een crowdfundactie en het geven van tips. In Nederland zijn dierenvoedselbanken en instanties waar je terechtkunt als je financieel in nood bent. Het zou waarschijnlijk veel stress en verdriet schelen als er, net als bij mensen, een basisverzekering voor dieren in het leven wordt geroepen. Dieren en hun baasjes hoeven dan niet meer zo te lijden als het financieel tegenzit. Gelukkig lukt het me iedere maand om de rekeningen te betalen. Regelmatig komen er kosten bij wanneer er extra check-ups nodig zijn, waar uiteraard ook een prijskaartje aan hangt. Een bloedonderzoek om nieren schildklierwaarden te bepalen, kost al gauw 120 tot 150 euro en een echo zo’n 200 tot 250 euro. Ik prijs me gelukkig dat ik de financiën met Pieter deel. Zonder hem zou ik de medische zorg voor mijn katten en de vaste lasten niet kunnen ophoesten. Pieter weet hoe belangrijk mijn katten voor me zijn en hij zal nooit een punt maken van de hoge dierenartskosten. En als hij dat wel zou doen, zou het een kort gesprek worden. Ik ga honderd procent voor mijn dieren. Pieter en ik kunnen voor onszelf zorgen, maar Robin, Britt en Tom kunnen dat niet. Huisdieren zijn volkomen afhankelijk van mensen.”

Suikerkat

“Robin was de eerste kat die ziek werd. Toen hij begon te kuchen, dacht ik dat er een grasspriet in zijn keel was blijven steken, maar na een longfoto bleek hij astma te hebben. Nu geef ik hem twee keer per dag een puf. We moesten wel oefenen om het kapje bij Robin op te krijgen. Inmiddels is hij er helemaal aan gewend en ‘vraagt’ hij zelfs om een extra puf als hij het benauwd heeft. Dan zoekt hij me op en kijkt me aan met een vragende blik. Dieren zijn heel wijs en hun liefde is onvoorwaardelijk. Wat er door Robin heengaat, daar kom ik nooit achter, maar ik weet wel dat hij gek is op mij en onze andere huisgenoten. Robin is een leider en toevallig ook rood. Ik heb nog altijd een zwak voor rode katten. Helaas had Robin veel pech. Omdat de puf soms onvoldoende werkte, kreeg hij ook een kleine hoeveelheid prednison. Dat ging lang goed. Tot het moment dat hij slecht ging lopen, veel dronk en sloom werd. Hij bleek suikerziekte te hebben, een bijwerking van de medicatie. Robins suikerwaarden bleken zo gevaarlijk hoog dat hij het mogelijk niet zou overleven. Ik moest er niet aan denken om hem te verliezen. Gelukkig kwam hij erbovenop, maar hij zou de rest van zijn leven insuline nodig hebben. Ik schrok ontzettend toen ik dit hoorde. Natuurlijk, door mijn vrijwilligerswerk in de opvang wist ik dat ‘suikerkatten’ een goed leven kunnen leiden, maar ik wist ook dat de zorg voor deze dieren een grote impact op het leven van hun baasjes heeft. Iedere ochtend en avond zou ik Robins dieetvoer op vaste tijd nauwkeurig moeten afwegen, om hem daarna een insulinespuit te geven. Ik zou niet meer kunnen uitslapen of ’s middags ergens langer kunnen blijven als ik buiten de deur was. Om nog maar te zwijgen over op vakantie gaan. Het toedienen van Robins medicatie luistert nauw. Bovendien is het zo intensief dat ik anderen er niet mee wil belasten.”

Prijsstijgingen

“Inmiddels is het jaren geleden dat ik op vakantie of een weekendje weg ben geweest, maar daar heb ik vrede mee. Ik ben blij dat het naar omstandigheden goed met Robin gaat en geniet van alles wat hij geeft, zoals liefde en ontspanning. Na een dag werken in de apotheek moet ik altijd lachen als ik zijn eigengereide koppie zie. Qua zorg voor de dieren heb ik mijn draai gevonden, maar de oplopende dierenartskosten baren me soms wel zorgen. Mijn poes Britt is een kranige dame van negentien jaar oud. Lang was ze kerngezond, tot ze anderhalf jaar geleden plotseling flink afviel. Britt bleek, zoals veel oudere katten, een te snel werkende schildklier te hebben. Ze kreeg hier medicijnen tegen. Ook raadde de dierenarts aan haar dieetvoer te geven omdat haar nierwaarden waren verhoogd. Natuurlijk doe ik dit, maar dieetvoer is duur en bijna nooit in de aanbieding. En het wordt alleen maar duurder. De afgelopen jaren is de prijs van diervoeding in Nederland zo’n dertig procent gestegen, door de hogere grondstof- en energieprijzen. Maar dat is niet de enige kostenstijging waarmee ik te maken kreeg. Ook de dierenartskosten zijn behoorlijk omhooggegaan. Ik hoorde onlangs dat ze tot drie keer sneller zijn gestegen dan de inflatie. En dat merk je, helemaal bij de commerciële ketens. Als de kosten blijven oplopen, is het hebben van een huisdier in de toekomst misschien enkel weggelegd voor mensen met veel geld of een goede verzekering. Vanwege de hoge kosten worden dieren nu soms gedumpt, verwaarloosd of ze komen in het asiel terecht. Dat kan echt anders. Ik hoop dat baasjes met geldproblemen en zieke dieren het gesprek aangaan met hun dierenarts, het asiel of een hulpverlenende instantie. Vaak is er meer mogelijk dan je denkt.”

Onbetaalbaar

“Mocht ik het financieel niet meer trekken, dan neem ik zeker mijn dierenarts in vertrouwen. Op haar deskundigheid vaar ik blind. Dat moet ook om de juiste afweging te kunnen maken. Mijn katten koste wat kost in leven houden omdat ik van ze hou, dat zou ik nooit doen. Het moet dierwaardig blijven. Zolang Robin, Britt en Tom nog plezier hebben, ga ik voor ze door het vuur. Het is realistisch om er rekening mee te houden dat dieren, net als mensen, iets kunnen mankeren, zeker als ze ouder zijn. Onlangs bleek dat mijn kat Tom een verdikte hartspier heeft. Zijn hart heeft moeite met het rondpompen van zijn bloed. Gelukkig heeft hij geen medicatie nodig, maar het is wel iets om in de gaten te houden. Vandaar dat Tom nu ieder jaar een echo krijgt. Ik ben vaak vertederd door deze lieve goedzak. Tom moet heel stil liggen als de echo wordt gemaakt, en daar is hij een kampioen in. In iedere situatie is hij kalm en vriendelijk. Als ik niet lekker ben of niet goed in mijn vel zit, heeft Tom dat meteen door en geeft hij me als eerste knuffels en kopjes. De andere twee volgen daarna vanzelf. De liefde van dieren is onbetaalbaar. Die is, in tegenstelling tot de zorgkosten, in geen geld uit te drukken.

Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen

Uit andere media