Placeholder

Yanna: ‘Ik heb haar volledig afgekraakt en beledigd. Zó goed voelde dat!’

Yanna verstuurde anonieme hatemails

Yanna verstuurde anonieme hatemails

Yanna (24): ‘Ik voelde direct dat ze een oogje had op mijn vriend Richard. Iris, met haar lange blonde haar en haar grote cup d, die ze opvallend omhoog duwde. Echt zo’n meisje dat alles mee heeft. Richard woont in een studentenflat, met elf anderen op één verdieping. Iris woonde er een week toen ik haar voor het eerst ontmoette, in de gezamenlijke huiskamer. En ik wist meteen: dit is foute boel. Zoals ze naar hem keek! Alsof ze hem wel kon opeten.

Ik ben helemaal niet snel jaloers maar al mijn haren gingen overeind staan bij haar. Volgens Richard was ze ‘gewoon heel aardig.’ Ze hadden al een avond lang zitten kletsen met wat biertjes. Maar nee hoor, hij zag niets in haar, ik moest me niet druk maken. En zij zou ook heus niets proberen nu ze wist dat hij bezet was. Nou, ik geloofde er niets van. Zij leek me echt zo’n type dat zich daar niets van aantrok. Tegen mij deed ze erg uit te hoogte. En toen ik haar de volgende ochtend in de gang trof, met een ontbijtje voor Richard en mij, groette ze me niet eens. Ik voelde me machteloos. Want zij was immers elke dag in zijn buurt! En het liep al niet zo lekker tussen Richard en mij de laatste tijd. Zo’n bedreiging als dit meisje kon ik echt niet gebruiken.

Het bleek inderdaad een kansloze strijd. Een maand na haar komst maakte Richard het uit. Hij ‘voelde het niet meer,’ zei hij. Maar via een kennis die eveneens bij Richard op de flat woonde, hoorde ik dat hij iets met Iris had. Woest was ik. Giftig. Zó laag, om werk van iemand te maken als je weet dat hij al bezet is! Wekenlang heb ik me verbeten. Stiekem hoopte ik dat Richard terug zou komen maar toen dat na anderhalve maand nog niet gebeurd was, wist ik dat ik hem moest vergeten. Dát lukte redelijk, maar mijn haat jegens Iris werd maar niet minder. En toen kwam ik toevallig aan haar e-mailadres. Via zo’n kettingmail, een oproep om een petitie te tekenen.

Ik heb een tijdje gewacht, opdat niemand mij meer zou verdenken. Toen heb ik haar via een onbekende mailadres bestookt met vuile berichten. Ik heb haar volledig afgekraakt en beledigd. Zó goed voelde dat! Ze antwoordde boos maar ook angstig: zij wist tenslotte niet wie erachter zat. Ik ben haar nog een tijdje blijven stalken. Maar na een keer of acht vond ik het goed geweest. In een laatste mail heb ik de dreigende woorden geschreven dat ik haar altijd in de gaten zou houden. Ze kon maar beter altijd achter zich blijven kijken…. Want je wist nooit welk gevaar er school… Gemeen ja, ik heb haar regelrecht bang proberen te maken, maar het kon me niet schelen. Ik vond dat ze het verdiend had. Helaas heb ik geen idee wat voor impact dit alles op haar heeft gehad. Maar ik hoop dat ze zich nog altijd bang afvraagt wie er zo’n hekel aan haar heeft…’

Tekst: Lydia van der Weide