Placeholder

Nina heeft een naar verleden met haar nieuwe collega

‘Toen ik haar de eerste dag achter haar bureau zag zitten, viel mijn mond open. Ik kon wel janken en gillen.’

‘Toen ik haar de eerste dag achter haar bureau zag zitten, viel mijn mond open. Ik kon wel janken en gillen.’

Nina: 'Eind vorig jaar hoorde ik dat er een extra secretaresse op onze kamer zou komen. Hartstikke leuk; we werkten al met drie te gekke meiden, maar hoe groter de groep, hoe gezelliger. Er volgden sollicitatiegesprekken, juist in de week dat ik vrij was. Bij terugkomst hoorde ik dat ene Cindy was aangenomen. Op dat moment ging er nog geen belletje rinkelen, maar toen ik haar de eerste dag achter haar bureau zag zitten, viel mijn mond open. Ik kon wel janken en gillen. Het was de Cindy die zes jaar eerder mijn vriend had afgepakt, op een heel gemene manier.

Ze kwam altijd in dezelfde discotheek als Robert  en ik en het was mij allang duidelijk dat zij een oogje op hem had. En toen ik een keer met griep in bed lag, zoende hij met haar, de rotzak. Ik hoorde van vriendinnen wat er was gebeurd. Zij vertelden dat het initiatief vooral van Cindy was uitgegaan. Een week later ben ik op haar afgestapt om haar duidelijk te maken dat ze van mijn vriend moest afblijven. Ze reageerde amper. Wat ik niet wist, was dat zij diezelfde morgen al met Robert  naar bed was geweest, en dat nog veel vaker zou blijven doen, achter mijn rug op. T

oen Robert  en ik een paar maanden later knallende ruzie kregen over iets kleins, gooide hij er plotseling uit dat hij regelmatig met haar sliep. Ik maakte het meteen uit, maar ik ben nog lang ziek geweest van woede. Vooral op haar. Zoiets dóe je toch niet, als je weet dat iemand verkering heeft? Om wraak te nemen heb ik haar regelmatig ’s nachts wakker gebeld en haar fietsbanden laten leeglopen.

Kinderachtig, maar ik was zo verschrikkelijk kwaad. En nu moest ik met die trut samenwerken! Ook zij schrok zich kapot. Ik heb haar drie weken lang totaal genegeerd. Ik overwoog zelfs een andere baan te zoeken. Tot mijn collega’s, die ik alles had verteld, vonden dat we moeten praten. Ze meenden dat ik haar verhaal ook eens moest aanhoren. Alle meiden waren erbij toen ze het vertelde, ik was bang dat ik haar anders zou aanvliegen. Cindy vertelde dat zij bij die eerste zoen inderdaad de eerste stap had gezet, omdat ze nu eenmaal heel erg verliefd op Robert  was, en ook wat aangeschoten, die avond.

Later voelde ze zich schuldig, en wilde het afhouden. Maar hij belde haar doorlopend. Zei dat onze relatie ‘niets meer voorstelde.’ Dat ook ík vreemdging. Ze had zich niet kunnen verzetten tegen zijn charmes. Ze schaamde zich nu erg en ze had echt veel spijt. Overigens: ook haar had hij weer bedrogen, later. Mijn collega’s vroegen waarom ik eigenlijk zo woedend was op háár. Robert  had mij toch bedrogen, zíj niet. Tja. Daar zat wel wat in. Ik heb besloten dat we de strijdbijl maar moesten begraven maar ik wist zeker dat ik het nooit zou kunnen opbrengen om aardig tegen haar te doen. Maar inmiddels zijn we dikke vriendinnen! Heel langzaam hebben we elkaar beter leren kennen en het bleek goed te klikken. Nu kunnen we samen zelfs lachen om die stomme, onbetrouwbare Robert.'