Placeholder

Britt: ‘Hij was al lang en breed gesetteld en ik was niets meer dan een geheime scharrel’

Britt zag haar vriend in de stad met een ander. Zijn vrouw.

Britt zag haar vriend in de stad met een ander. Zijn vrouw.

Britt (29): ‘Ik was aan het shoppen met mijn vriendin Larissa toen ik in de mensenmassa opeens een bekende rug meende te herkennen. Die groene jas, de donkere haren die net over de rand van zijn kraag krulden: dat leek Rob wel! Maar dat kón niet: mijn prille lief, met wie ik nu anderhalve maand iets had, zat in een andere stad. Hij had me net nog een sms’je gestuurd dat hij bij zijn vriend Michiel was. Michiels liefdesverdriet begon eindelijk te zakken, dus binnenkort had hij veel meer tijd voor me, schreef hij. En: ‘Een oceaan van zoenen, helemaal vanaf hier naar jou.’ Nou, de man die die romantische woorden had ingetikt, liep amper vijf meter voor me. Hij zou zich zó kunnen omdraaien om te overladen met die beloofde kussen. Maar dat dit nú niet zou gebeuren, was duidelijk: hij liep namelijk hand in hand met een blonde vrouw. Ze liepen vertrouwd te kletsen. En aan háár hand liep een meisje van een jaar of zeven…!

Ik greep de arm van Larissa en wees haar op Rob. Ook zij had hem een paar keer ontmoet en was helemaal blij voor mij dat ik zo’n leuke vent had ontmoet. Ik was perplex, stomverbaasd, zíj reageerde meteen woedend. Ze versnelde haar tempo om hem in te halen maar ik trok haar gauw terug. Ik moest dit even laten inzinken. Terwijl we Rob en die blonde vrouw bleven achtervolgen, knalde mijn hart haast uit mijn lijf. Er vielen allemaal kwartjes. Dus dáárom bleef hij maar zelden bij mij slapen. Daarom sprak hij graag bij mij thuis af en haalde hij liever hapjes bij de traiteur dan samen uit eten te gaan. Want dan kon hij betrapt worden! En daarom was hij zo vaak het weekend weg, ‘naar zijn vriend met liefdesverdriet’, die zijn steun zo hard nodig had. Flauwekul: hij was al lang en breed gesetteld en ik was niets meer dan een geheime scharrel!

Toen ik hem ontmoette had hij beweerd dat hij al vier jaar single was. En dat hij het best moeilijk vond om zich weer te binden. Dus ik moest hem de tijd geven en hem niet teveel claimen. Maar, zo beweerde hij, hij was stapelgek op me, en hij meende het heel serieus met mij. Na de eerste shock kwam bij mij ook de woede, net als een hoop verdriet. Want wat was ik verliefd op Rob. Anderhalve maand had ik in een roze wolk geleefd en al zagen we elkaar dan niet veel, ik wist zeker dat dit hem was, de man van mijn leven. En nu dít!

Opeens stapte Rob een lunchroom in, samen met dat wat zijn gezin leek te zijn. Mijn vriendin en ik bleven er even voor staan dralen. Toen trok Larissa me mee naar binnen. ‘Geen scene’, siste ik nog, want ik was veel te bang dat ik zou gaan huilen. Ik ging dan ook met mijn rug naar ze toe staan, maar Larissa liep recht op het tafeltje af waar Rob net aanschoof. Rob schrok zich kapot toen hij haar zag, zei ze later, hij was knalrood geworden. ‘Ha Rob,’ hoorde ik haar zeggen. ‘Wat leuk jou te zien! Als ik niet wist wat een Casanova jij was, zou ik bijna denken dat je hier met je vrouw en kind bent. Maar het zullen je zus en je nichtje wel zijn?’ De vrouw die bij hem zat riep fel dat zij wèl zijn vrouw was en vroeg waar dit op sloeg. Larissa speelde het goed, moet ik zeggen. Ze zei zoiets als: ‘Ben jij getrouwd, Rob? Daar mag je dan wel eens wat duidelijker over zijn tegen de vrouwen met wie je rommelt.’ Toen draaide ze zich om trok mij mee naar buiten. Daar hebben we van de zenuwen eerst heel hard staan schateren, tot mijn lachbui overging in tranen. Want we hadden hem dan wel mooi beet gehad maar mijn wereld was ondertussen wel totaal aan scherven.

Het ergste vind ik dat ik nooit meer iets van Rob heb gehoord, de lafaard. Van al zijn lieve woorden meende hij dus nul komma nul. Ik was echt alleen maar een seksscharreltje voor hem… Ik vraag me nog wel eens af hoe het verder gegaan is met Rob en zijn vrouw. Zouden zij nog samen zijn? Ik hoop dat Larissa’s actie voor een enorme ruzie heeft gezorgd. Maar voor dat kleine meisje dat er bij liep vind ik het ook wel erg zielig allemaal… ‘
 

Tekst: Lydia van der Weide