Wolkjes
26 juli 2013
Waar wolken al niet goed voor zijn!
Waar wolken al niet goed voor zijn!
Adriana en ik zitten onder een schaduwdoek in het opblaasbad. Ik geniet van de uitbundige blijdschap van mijn dochtertje. Het is warm. De lucht is blauw. Op dit moment is het niet voor te stellen, maar soms zijn ze er…
Ik lees het in artikelen over mindfulness, faalangst en depressiviteit: wolken als metafoor.
‘Als er slechte gedachten komen, kunnen die met de wolken mee wegdrijven.’
‘Negatieve gedachten laat je op wolkjes wegdrijven, waardoor je er minder op let.’
‘Laat je gedachten wegdrijven, zoals wolken…’
Ik wil het als moeder zo graag perfect doen, dat ik er zelf last van heb.
Laat ik de wolkentherapie eens toepassen.
‘Mijn kinderen verwijten me later dat ik het verkeerd gedaan heb.’
Waarom deze gedachte? Mijn oudste kind praat liefdevol over Dirk en mij. De middelste drie zitten in de puberteit. Zelfs zij verwensen mij niet en soms bedanken ze mij ergens voor. Tegen mijn jongste kind heb ik alleen nog maar geglimlacht.
Toch besluit ik deze gedachte op een wolk te laten wegdrijven.
Het werkt! De gedachte maakt zich van me los. Ik voel me vrijer en aandachtiger.
‘Ik ben zat van dat pubergedrag!’ O jee, weer een negatieve gedachte. Ik zet haar op een wolk en blaas er tegenaan.
‘Buitenstaanders vinden mij een slappe moeder.’
Op een wolk ermee!
De wolken zijn zo’n succes dat ik ze overvloedig toepas bij schuldgevoelens, zorgen en angsten.
Sommige wolkjes komen terug. Ik laat ze opnieuw verdwijnen, zodat ik van de kinderen kan genieten.
Als de wolkjes weg blijven, vraag ik me af waar ze naartoe gaan. Ik voel me een beetje schuldig.
Is het een soort milieuvervuiling? Daalt de neerslag uit zo’n wolk op mijn kinderen neer? De negatieve wolken mogen mijn kinderen niet bereiken!
Fijne gedachtes laat ik niet wegdrijven. Dat is egoïstisch.
Maar geluksgevoel hoef je niet op wolkjes te laten gaan. Als je gelukkig bent, worden mensen in je omgeving vanzelf blijer.
Innerlijk ben ik gelukkig. De zorgen, het piekeren en mijn buitengewone positie als moeder dwarsbomen mij soms. Laat ik dat als uitdaging zien.
Als we de tuintafel dekken, loop ik ineens te zingen. Zomaar, zonder reden.
Adriana doet met me mee. De andere kinderen vinden het irritant. Toch zie ik een lachje op hun gezicht. Niet omdat ze het liedje mooi vinden, of mijn zang ergens op lijkt, maar omdat er een stukje geluk door de lucht zweeft.