Placeholder

What’s in a name?

Het maakt Stefanie niet uit of ze in een rapport moeder of stiefmoeder wordt genoemd. Het belangrijkste is immers dat alle vijf de kinderen in haar hart zitten.

Het maakt Stefanie niet uit of ze in een rapport moeder of stiefmoeder wordt genoemd. Het belangrijkste is immers dat alle vijf de kinderen in haar hart zitten.

Voordat de persoonlijke begeleidster van Faith op bezoek komt, lees ik het ondersteuningsplan van het logeer- en trainingshuis door. Ik heb al zoveel van dit soort rapporten gelezen, dat ik er niet meer zo intensief mee bezig ben.
Verslagen van het Medisch Orthopedisch Dagverblijf, waar Nico en Faith als peuter naartoe gingen, bestudeerde ik aandachtig. Ook de verslaggeving van de kinderbescherming las ik destijds woord voor woord.
Zo’n verslag – van welke instantie dan ook – heeft ongeveer hetzelfde stramien: gezinssamenstelling, voorgeschiedenis, probleemomschrijving, ontwikkeling, evaluatie, doelstelling. Doordat ik onderhand weet hoe zo’n rapport in elkaar zit, leest het gemakkelijker.

Voordat ik de inhoud van het ondersteuningsplan gelezen heb, blijf ik hangen bij ‘gezinssamenstelling’. Hierin word ik aangeduid als ‘stiefmoeder.’ Dat gebeurt vaker. Zo ben ik ook begonnen. Ik kwam bij Dirk en hij kreeg zijn kinderen toegewezen. Pas na acht jaar heb ik hen geadopteerd. De kinderen stuurden de rechter hun mening op geurend Diddl briefpapier. Van mijn werk kregen wij een dagje uit aangeboden, boordevol verrassingen: in een klein Noord-Hollands plaatsje beschilderden we bakjes en mokken in een gezellige keet. Daarna waaiden we uit op het strand van Callantsoog, terwijl we de lekkernijen, kaartjes en cadeautjes uit de meegekregen tas en koelbox bekeken. Wij ontvingen kaarten en bossen bloemen en maakten zelf adoptiekaartjes. Een feestelijke gebeurtenis!

Het verbaast mij dat ik soms ‘stiefmoeder’ genoemd word. Ik heb de oudste vier kinderen officieel geadopteerd. Dat komt bij hulpverlenende instanties ook altijd ter sprake.
Het is net zoiets als de manier waarop mijn naam wordt uitgesproken. Sommige mensen noemen mij ‘Steffanie’, hoewel ik mij toch duidelijk voorstel als ‘Steeeeefanie.’ Maar ach, verandert dat iets aan de manier waarop mensen mij zien?
De fout in het rapport valt mij direct op, maar ik vind de benaming minder belangrijk dan vroeger. Wel ben ik trots dat ik de kinderen geadopteerd heb. Zij wilden dat ook graag en het voelde goed. Er viel iets op zijn plaats. Ik ging op in mijn rol. Wij waren een bruisend gezin. Nu is het met mijn drie nog thuiswonende adoptiekinderen soms zo lastig, dat ik mij een nietig moedertje voel, dat veel fouten maakt. Maar hoe ik het ook voor hen doe, ik voel mij altijd hun moeder. Met dat gevoel sta ik op en ik ga ermee naar bed. Er komt één kind uit de vrucht van mijn schoot, maar er wonen vijf kinderen in mijn hart!