Wat doet zij dan? – Jacqueline is stamboomonderzoeker

Wat doet zij dan? – Jacqueline is stamboomonderzoeker

Een scheidingscoach, een high class escort, een paardencoach… Verschillende lezeressen vertellen elke week over hun bijzondere beroep. Deze week Jacqueline die stamboomonderzoeker is. “Als ik een voorouder tegenkom die aan de verkeerde kant van de Tweede Wereldoorlog stond, dan vind ik het heel spannend om zo’n persoon te onderzoeken.”

Je werkt als stamboomonderzoeker. Wat is dat precies?

“De naam zegt het al een beetje, maar als stamboomonderzoeker duik ik in de stamboom van iemand. Hierbij ga ik zover mogelijk terug in het verleden van de voorouders. Meestal is dat rond het jaar 1750, want in 1811 werd de burgerlijke stand ingevoerd, waardoor er vanaf die tijd veel meer dingen werden geregistreerd. Als een familie veel heeft gedaan en er is van de tijd voor 1750 ook nog informatie te vinden (bijvoorbeeld door notariële aktes), dan neem ik dat mee in mijn onderzoek. Het is alleen niet mijn doel om zover mogelijk terug te gaan. Wat ik met een uitgebreid historisch en genealogisch onderzoek graag wil bereiken, is vertellen wie de voorouders van iemand waren, zodat ze ook zichzelf een beetje beter leren kennen. Wat deden ze en hoe leefden ze? Waren ze arm of rijk? Behoudend of avontuurlijk? Woonden ze in de stad of op het platteland? Hadden ze een grote familie en hoe zag die familie eruit? Ik schrijf het allemaal uit in een verhaal waarbij ik ook in ga op hoe de wereld er toen uitzag.”

Wat interessant. En hoe ga je dan te werk?

“Ik begin met het overzichtelijk maken van de stamboom, dus echt het kale werk. In de online database www.wiewaswie.nl zoek ik de ouders van de persoon en van hen ook weer de ouders. Vaak vind ik dan belangrijke documenten, zoals die van de burgerlijke stand, maar ook notariële aktes, zoals een verkoopakte van een huis of een testament. Zo creëer ik een soort geraamte van waaruit ik op zoek kan gaan naar nog meer informatie, onder andere uit militaire registers, gevangenisregisters, ziekenhuisverslagen krantartikelen, boeken en tijdschriften. Ook het Nationaal Archief heeft vaak veel informatie. En langzaamaan ontwikkelt zich dan een tijdlijn en kan ik er een verhaal van kan maken.”

Maar welke kant van de familie pluis je dan uit? De vaders- of moederskant?

“Dat ligt er net aan wat de wensen van iemand zijn. Ik kan één lijn uitzoeken (dus of de vaderskant of de moederskant) of allebei (twee lijnen). Zowel de lijnen van beide ouders én grootouders kan ook, dat zijn vier lijnen in totaal en daar ben ik het meeste tijd aan kwijt. In zo’n geval ben ik zeker wel een jaar bezig met een stamboomboek. En om eerlijk te zijn, vind ik het tegen die tijd best moeilijk om afscheid te nemen van zo’n verhaal. Ik heb me er dan zolang in verdiept dat het een beetje als mijn eigen familie is gaan voelen. Maar de blijdschap van mijn opdrachtgevers maakt veel goed. Ze vinden het altijd geweldig om hun eigen stamboomboek eindelijk te kunnen lezen.”

Waarom ben je dit werk gaan doen?

“Na het overlijden van mijn moeder in 2013 realiseerde ik me dat ik eigenlijk helemaal niet zoveel wist van mijn voorouders. Toevallig postte een toenmalige collega in die periode regelmatig iets over zijn onderzoek op Facebook. Dat vond ik altijd leuk om te lezen en op werk zei ik een keer tegen hem dat ik ook mijn stamboom wilde onderzoeken, maar dat ik niet wist hoe. Hij gaf me toen wat tips en daar ging ik mee aan de slag. Helaas kon ik over de familie van mijn moeder weinig interessants vinden, maar over die van mijn vader wel. Hij had een familie vol klaplopers, onechte kinderen, gehaaide zakenlieden en zelfs prostituees.

Voordat ik het wist, werd ik verslaafd aan mijn onderzoek. Steeds dacht ik: nog even hiernaar kijken en o, dit is ook interessant. Op een gegeven moment had ik zoveel informatie dat ik er zo een boek over kon schrijven. Dit vertelde ik aan vriendinnen en zij waren erg enthousiast. Ze vroegen of ik ook hun stambomen wilde onderzoeken en dat bleek net zo leuk te zijn als mijn eigen onderzoek.”

En toen ben je dit werk gaan doen?

“Klopt. Ik had toen nog baan in de communicatie, maar daar zat ik al een tijdje niet meer op mijn plek. Het liefst wilde ik iets anders gaan doen, maar wat precies, dat wist ik nog niet. Totdat dit op mijn pad kwam en ik met hulp van een loopbaancoach besloot om voor mezelf te gaan beginnen. Ik heb er nooit spijt van gehad.”

Welke verhalen zijn je het meest bijgebleven?

“Elk verhaal vind ik bijzonder, maar ik heb zelf een fascinatie voor de Tweede Wereldoorlog. Als ik een voorouder tegenkom die aan de verkeerde kant stond, dan vind ik het heel spannend om zo’n persoon te onderzoeken. Wat bewoog hem? Was hij echt een nazi of deed hij meer dingen uit geldnood? Wat ik ook interessant vond, was toen ik een bigamist (iemand die met meerdere personen getrouwd is, red.) ontdekte. Het zijn vooral de gebeurtenissen die minder snel voorkomen. Die springen eruit voor mij.”

Hoeveel verdient het werk ongeveer?

“Niet genoeg om volledig van te leven helaas. Ik werk daarom ook als onderzoeker bij het CBG|Centrum voor familiegeschiedenis.”

Heb je nog tips voor anderen die graag stamboomonderzoeker willen worden?

“Zoek eerst je eens eigen stamboom uit, bijvoorbeeld met behulp van www.wiewaswie.nl en www.cbg.nl. Daar is zoveel informatie te vinden dat je waarschijnlijk wel even zoet bent. Mocht je daarna echt voor iemand anders aan de slag willen, begin dan eens in je eigen omgeving en bouw je zoektochten steeds verder uit.”

Meer weten over Jacquelines werk? Check www.pastpresents.nl.

Tekst: Renée Brouwer
Foto’s: Siebold Freeke

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.