Canva1 2024 03 20t144013.958

Verpleegkundige Anne werd verliefd op haar patiënt

Het klinkt als een doktersroman: een verpleegkundige die verliefd wordt op haar knappe patiënt. Voor Anne (26) en Robin (32) is het de werkelijkheid, al is het met Robins ernstige ziekte en beperkte levensverwachting niet alleen maar rozengeur en maneschijn.

“Robin was opgenomen op mijn afdeling,” vertelt Anne. “We hadden gezellige gesprekken, maar er sloeg op dat moment nog geen vonk over. Ik dacht wel: wat een leuke jongen. Maar daar deed ik niets mee, ik zat in de werkmodus.” Voor Robin gold dat net zo. Hij lag in het ziekenhuis voor een antibioticakuur vanwege een infectie als gevolg van zijn taaislijmziekte, een chronische aandoening met veel impact op de longen, darmen en andere organen. “Ik dacht ook niet op die manier over Anne na, zij was gewoon mijn verpleegkundige.”

Twee maanden later kruisten hun paden opnieuw, deze keer in het uitgaansleven. Anne: “Ik dacht: waar ken ik hem toch van? Ik kon hem niet plaatsen. Ik vond hem sowieso een knappe jongen. Ik stapte op hem af en vroeg hem waarom hij me zo bekend voorkwam.” Robin: “Ik herkende Anne meteen en vertelde dat ik haar patiënt was geweest. We raakten aan de praat en mijn collega’s, met wie ik op dat moment wat aan het drinken was, verdwenen al snel naar de achtergrond.”

Anne: “Die avond sloeg de vonk meteen over. Ik ging nog diezelfde avond met Robin mee naar huis en ben eigenlijk nooit meer weggegaan. Ik heb er geen moment over nagedacht of dit wel zou kunnen omdat hij eerst mijn patiënt was. Ik heb nooit het gevoel gehad dat ik iets deed wat niet mocht, dat ik bijvoorbeeld misbruik zou hebben gemaakt van zijn kwetsbaarheid.” Robin: “We hebben elkaar buiten het ziekenhuis eigenlijk pas echt leren kennen.” 

Zeker van elkaar

In dat eerste weekend beleefde Robin meteen zijn vuurdoop in Annes familie. Anne: “Ik woonde nog bij mijn ouders en we hadden net een nieuwe puppy. Robin en ik hadden bedacht om naar het strand te gaan en de puppy mee te nemen, die moesten we alleen wel even ophalen. Ik zei tegen Robin dat hij best in de auto mocht blijven zitten, maar hij wilde per se mee naar binnen.” Robin: “De hele familie zat daar, inclusief opa, haha! Ik vond het niet vervelend hoor, ik ben de moeilijkste niet.” Die zondag, op het strand en met een puppy, verklaarde Robin Anne de liefde. “De chemie was zo sterk, ze deed iets met me. Ik had het gevoel dat ik mijn soulmate had gevonden. Ik sprak uit dat ik hoopte dat dit voor lange tijd zou zijn. Ik was heel zeker van haar.” “Jij werd er zelfs emotioneel van,” vult Anne aan. “Ik schrok daar overigens helemaal niet van, want ik voelde ook meteen dat dit hem weleens zou kunnen zijn.” Het feit dat Robin taaislijmziekte heeft, was voor Anne totaal geen issue. “Ik had daar geen keuze in. Het was er gewoon. We gingen dit doen.” Robin: “En ik kon het slechtnieuwsgesprek over het feit dat ik ziek was overslaan, Anne wist meteen waar ze aan begon. Je moet wel sterk in je schoenen staan om een relatie aan te gaan met een partner die je naar alle waarschijnlijkheid gaat overleven. Maar onze liefde is sterker dan die ziekte.”

Meningsverschillen

Anne en Robin dompelden zich in rap tempo onder in hun relatie. “De meeste mensen waren hartstikke blij,” vertelt Robin. “Mijn moeder vond het ook heel fijn dat Anne verpleegkundige is. Ik had het volgens haar niet beter kunnen treffen. Vrienden waarschuwden me en vroegen of ik niet te snel ging. Dat snapte ik helemaal, ik zou precies hetzelfde hebben gezegd als ik hun was.” Anne: “Maar als het goed voelt, is het gewoon goed. Dan maakt het niet uit hoe snel je gaat.” Het duurde dan ook niet lang totdat de love birds officieel gingen samenwonen. “Dat ging best wel vanzelf,” vertelt Anne. “Natuurlijk waren er af en toe meningsverschillen. Welk stel heeft dat niet? Dat ging bijvoorbeeld over dat Robin ’s avonds te lang in de kroeg bleef hangen. Ik vond dat niet fijn, want ik weet dat zijn weerstand daar een klap van krijgt, dus ik vond dat onverstandig.” Robin: “Natuurlijk wist ik dat, maar uitgaan was voor mij een uitlaatklep. Dat ik daar wat voor in moest leveren was een offer dat ik wilde brengen. Liever léven, maar dan wat minder lang, dan een lang leven alleen maar op het hoekje van de bank doorbrengen.” “En daarnaast heb je gewoon een beetje last van FOMO,” vult Anne aan. “Maar dit soort meningsverschillen zijn op één hand te tellen, hoor. Vaak hadden we het al snel weer opgelost. We zijn op sommige vlakken best verschillend. Robin is een Weegschaal en kan lang ergens over nadenken of piekeren. Ik ben een Ram en kan snel knopen doorhakken of soms zelfs impulsief zijn.” Robin: “We vullen elkaar daarin mooi aan, denk ik. Daarnaast is Anne ook heel lief en zorgzaam, daar ben ik vanaf het eerste moment al voor gevallen.” Los van een zorgzaam karakter, is de opleiding tot verpleegkundige ook een fijne bijkomstigheid. “Robin heeft weleens een infuus nodig gehad met antibiotica. Normaal gesproken zou hij daarvoor naar het ziekenhuis moeten, maar ik heb dat een paar keer thuis kunnen doen. We zijn daarin ook niet afhankelijk van thuiszorg, dat is supermakkelijk. Niet dat dat vaak nodig is, hoor, zeker de laatste tijd niet meer.”

Spannende tijd

De coronapandemie was een spannende periode voor Robin. “Vooral in het begin, toen we nog bijna niks over corona wisten. Anne werkte ook nog eens in het ziekenhuis en het risico dat ze het virus daar op zou pikken, was groot. Dat was best een pittige tijd. Anne is toen een paar weken bij haar ouders gaan wonen om een eventuele besmetting te voorkomen. Kerst vierden we zelfs alleen. Maar dat hebben we niet lang volgehouden. We waren liever samen. Dan maar een groter risico op besmetting.” Uiteindelijk kreeg zowel Robin als Anne corona, maar de verschijnselen vielen reuze mee. “Ik kon zelfs gewoon doorwerken,” vertelt Robin. Anne: “Ik was wel heel beroerd, maar ik was toen ook zwanger, dus ik denk dat dat daardoor kwam.” Robin: “Kon ik eindelijk een keer voor haar zorgen in plaats van andersom, haha!”

Vader worden

Die zwangerschap was een heel bewuste keuze. “Voordat ik Anne tegenkwam, heb ik me er nooit mee bezig gehouden om vader te worden,” vertelt Robin. “Mijn levensverwachting lag rond de 40 jaar, wil je dat voor je kind? Mijn vader overleed toen ik tien was, dat heeft wel impact op me gehad.” Anne daarentegen had juist een hele sterke kinderwens. “Ondanks dat we niet weten hoe het met Robin zal gaan in de toekomst, heb ik nooit overwogen om er niet aan te beginnen. En het gaat nu hartstikke goed, beter dan we ooit hadden verwacht.” Robin: “Sinds 2022 slik ik nieuwe medicijnen. Die hebben me een heel ander perspectief gegeven. Het heeft mijn leven 180 graden gedraaid. Toen ik nog een baby was, zou ik volgens de artsen niet ouder worden dan tien jaar, maar de ontwikkelingen gaan heel hard en de levensverwachting werd voortdurend bijgesteld. De medicijnen die ik nu slik, zijn echt fantastisch. Daarvoor had ik het behoorlijk zwaar. Op het dieptepunt werkten mijn longen nog maar voor 36 procent. Dan zit je bijna op het punt dat je een transplantatie nodig hebt. Op slechte momenten kwam ik de trap niet eens op en hoestte ik bloed. Ik zit nu boven de 60 procent, daar is goed mee te leven. Dit had ik echt niet durven dromen. Ik sport drie keer per week en kan keihard lachen zonder in een enorme hoestbui te belanden. Wat mijn levensverwachting nu is, is niet te zeggen. Ik hoor bij de eerste lichting patiënten die deze medicijnen slikt. Maar misschien moet ik voor het eerst wel over mijn pensioen gaan nadenken.”

Geluksmomenten

Een van de bijkomstigheden van taaislijmziekte is onvruchtbaarheid. Zwanger worden ging dan ook niet vanzelf. Anne: “Het was duidelijk dat als we een kind zouden willen, dat dat alleen via de vruchtbaarheidsbehandeling ICSI zou kunnen. Dat proces ging heel voorspoedig en de eerste poging was raak. Dat is echt bijzonder.” Negen maanden na de terugplaatsing werd Luc geboren. “Het was alsof er een luikje in mijn hart openging,” vertelt Anne. Robin herkent dat: “De oerliefde die er vrijkomt als je een kind krijgt is niet te beschrijven.” Voorzichtig denken de jonge ouders wel eens na over de toekomst. “Het is niet onze wens om een groot gezin te hebben, maar een broertje of zusje voor Luc zou op een dag wel leuk zijn,” vertelt Anne. Maar vooralsnog is dat niet aan de orde en leeft het stel heel erg in het nu. Robin: “Ik wil daarbij vooral kijken naar wat er allemaal wel kan, en niet zozeer naar wat er niet kan. Voorheen kon ik nog geen vijfhonderd meter rennen zonder compleet buiten adem te raken. Nu doe ik mee met een vijf kilometer-run. Dat gaat niet zonder moeite en ik ben kapot als ik over de finish kom, maar ik kan het wel. Zoiets was vroeger ondenkbaar. Ik kan nog steeds niet zeggen of ik oud ga worden. Ik wil dan ook graag het onderste uit de kan halen en genieten van wat we nu hebben. Dat is iets wat ik Luc ook heel graag mee wil geven.” Anne: “We zijn ons heel erg bewust van de geluksmomenten. Voor de rest leiden we een heel normaal leven, net als veel andere jonge gezinnen. Uiteindelijk weet niemand hoe oud je zult worden.”

Tekst: Francien van der Valk
Foto: Yasmijn Tan
Visagie: Wilma Scholte

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.