
Romantisch verhaal: Op/Stand
‘Deze is voor jou.’ Met een klap laat Helen een mapje op mijn bureau vallen, waardoor ik opschrik van mijn werkzaamheden. Uiteraard was ik ontzettend druk met, eh… Nou ja, vooruit, ik zat momenteel vooral door mijn Instagram te scrollen. Maar hé, als journalist moet je nieuwsgierig zijn en Instagram is bij uitstek een bron van informatie. ‘Wat is het?’ geïnteresseerd werp ik een blik op de groene map. De buitenkant verraadt nog niets. Helen, alweer op weg naar haar eigen kantoor, draait zich om. ‘Een aanvraag voor een uitgebreid interview met de zoon van een of andere barones. Als je het goed doet, krijg je vier pagina’s. Lees het door en kom daarna bij mij.’Direct veer ik op. Vier pagina’s? Dat is… huge. Direct tover ik een enorme glimlach op mijn gezicht en ik steek mijn duimen op. ‘Helemaal goed.’
Zo gauw Helen uit het zicht is verdwenen, doe ik een vreugdedansje op mijn bureaustoel en slaak een geluidloze kreet. Vier pagina’s! Ik heb nog nooit zo’n groot artikel gekregen. Dit is het moment, Helen ziet eindelijk mijn potentie. Dit is het keerpunt in mijn carrière. Dit artikel gaat het verschil maken. Het zal niet lang meer duren of mijn naam gonst door de journalistiekwereld. Nina Veenstra, topjournalist. Dat klinkt toch fantastisch. Gretig trek ik de map naar me toe. Er zit enkel een brief in. Ik trek mijn wenkbrauwen op. Wie stuurt er tegenwoordig nog brieven? Als ik hem oppak, merk ik direct hoe dik het papier is. Linksboven in de hoek staat een of ander familiewapen en onderaan staat in zwierige letters de naam van de afzender: de barones van Zwuynenburgh. Verwonderd glijden mijn ogen over het nette handschrift.
Benifiet
De barones van Zwuynenburgh wil graag een uitgebreid artikel over haar huwbare zoon, Olivier van Zwuynenburgh, die tijdens het Valentijnsbenefiet bekend zal maken met wie hij zich zal settelen. Wauw. Bestaat dit echt nog? Een barones? Een aankondiging op een benefiet? Ik dacht dat dit alleen in films voorkwam. En dan specifiek in die tenenkrommende Hallmark-kerstfilms. Maar nee, blijkbaar is de zoon van deze barones klaar voor een relatie en daar wil ze alle aandacht voor. Ik recht mijn schouders. Nou, prima. Ze kan een prachtig, uitgebreid artikel verwachten. Want hallo, vier pagina’s!Plan
Nog altijd in jubelstemming huppel ik met de map in mijn hand naar Helen en ik steek mijn hoofd om de hoek. ‘Heb je nu tijd?’ Helen gebaart me binnen te komen en richt zich weer op haar laptop, waar ze nog een laatste zin typt. ‘En?’ ‘Ja, leuk, ik doe het! Hoe zal ik het aanpakken? Een interview met die zoon én moeder?’ ‘Het is inderdaad een mooie kans én een interessant onderwerp.’ Helen kijkt me een kort moment aan. ‘Ga even zitten.’ Ik plof neer op een van de gele stoeltjes. Normaal gesproken volgt er nu een korte briefing, bespreken we een plan van aanpak en ga ik aan de slag. Maar hoe langer Helen me blijft aanstaren, hoe onrustiger ik word. ‘Wat?’ vraag ik achterdochtig als de stilte me te lang duurt. ‘Het is een mooie kans, maar er zitten wat… uitdagingen aan dit artikel.’ Helen pakt haar notitieboek erbij, maar opent het niet. Ze legt haar handen er gedecideerd op. Ik trek een wenkbrauw op. ‘Uitdagingen?’
Artikel
‘Ik heb gisteren contact met de barones gehad om een juiste inschatting te maken van wat het artikel moet inhouden en wie de beste persoon daarvoor is.’ Ik voel een vleugje trots wanneer ik besef dat ík dus die persoon ben volgens Helen. ‘Het zit namelijk zo, de zoon van de barones heeft te kennen gegeven nergens aan mee te willen werken. Hij weet dan ook niet dat dit artikel er toch zal komen.’ Verbijsterd staar ik Helen aan. ‘Dus… ik kan hem niet interviewen? Maar het gáát toch over hem?’ ‘Je zult creatief moeten zijn. En dat is precies waarom ik denk dat jij geknipt bent voor dit artikel.’ Ik onderdruk een frons. Dat klínkt als een compliment, maar ergens in mijn achterhoofd gonst een stemmetje dat zich afvraagt op welk moment van mijn carrière ik dan heb bewezen zo creatief te zijn? Was het dat artikel over het jubileum van de haakclub in het buurthuis of toch dat jongetje dat een opa inclusief rollator uit de sloot had gevist? Waarom ben ik degene die dit artikel moet schrijven? Of wacht… Is dit alleen maar omdat Jacqueline al drie weken ziek is, Tom in het buitenland zit en ik de enige ben die nog over is? Ik overweeg of ik beledigd zal zijn. Dan schud ik die overdenkingen van me af. Het doet er ook niet toe, want waarom ik dit artikel ook krijg: dit is een kans.
Ontembare puber
‘Oké,’ besluit ik. ‘Dus ik doe me anders voor, of ik doe alsof ik voor iets anders kom?’ Helen knikt. ‘Olivier is volgens zijn moeder een enorme betweter, die zich zelden aan de regels houdt. Hij is nogal dwars. Zijn moeder wil dat hij de familie-eer hoog houdt, maar hij lijkt daar zelf niet echt oren naar te hebben.’ Hij klinkt als een ontembare puber. Een onrustig gevoel bekruipt me. ‘Maar hij gaat wel een relatie aankondigen?’ ‘Ik weet eerlijk gezegd niet zeker of dat een feit is of de hoop van de barones; ze heeft een hele rits kandidaten voor hem klaarstaan,’ geeft Helen dan toe. ‘Dus ik denk dat je daar snel genoeg achter komt. De barones heeft je uitgenodigd om op het landgoed te logeren. Vier dagen voor dat valentijnsgedoe tot met die dag én het diner zelf, dus je bent een midweek op pad. Maar op die manier heb je alle ruimte om ter plekke alle benodigde informatie te verzamelen. Perfect, toch?’ zegt Helen opgewekt. Ik reageer niet, want ik ben nog altijd bezig haar laatste woorden te verwerken. Een midweek? Er… zit een verblíjf aan vast?
‘Maar…’ begin ik, maar klap dan mijn mond weer dicht. ‘Je hebt vast andere afspraken en plannen om Valentijn door te brengen, dat snap ik. Maar geloof me, als dit artikel goed uit de verf komt, kan het deuren voor je openen.’ Helen kijkt me veelbetekenend aan. ‘Je wilt graag vaker van dit soort artikelen, toch? Het zou een mooi opstapje zijn. Ik bedoel, vier pagina’s…’ Ze trekt veelbetekenend haar wenkbrauwen op. ‘Ja!’ haast ik me te zeggen. Natuurlijk wil ik dat. Uiteraard wil ik dat. Ik slik moeizaam en mentaal veeg ik mijn agenda voor volgende week leeg. Blijkbaar ga ik op een landgoed logeren.
Landgoed
De lange oprijlaan eindigt in een klein erf met klinkers, omringd door een smetteloos gazon met kleurrijke bloemperken. Met klamme handen en een droge keel stap ik uit de taxi die me naar het bescheiden landgoed, ergens weggestopt op de Veluwe, heeft gebracht. De taxichauffeur rijdt weer weg en ik blijf besluiteloos staan met mijn telefoon in mijn ene en mijn trolley in mijn andere hand. Ik sluit mijn ogen en probeer me compleet in mijn rol in te
leven.
De barones had alles al uitgedacht toen ik haar na mijn gesprek met Helen opbelde om de details van mijn komst door te spreken. ‘Binnenhuisarchitect?’ had ik aarzelend herhaald, toen ze me het plan voorlegde. ‘Natuurlijk! Ik roep al jaren dat ik de boel opnieuw wil laten decoreren. En het is helemaal van deze tijd dat een styliste dan een tijdje intern komt. Om het huis écht te ervaren, snap je? Om echt te voelen wat een huis nodig heeft. Dat hoor ik van al mijn vriendinnen. Het is zelfs een must.’ ‘En uw zoon?’ ‘Die zal ver uit je buurt willen blijven, want hij wil niets te maken hebben met alles waar ik me zorgen over maak. Het is alsof het zijn levensmissie is om mij dwars te zitten. Olivier vindt het zonde van het geld om alles te restylen. Hij snapt niet dat we bij moeten blijven, maar dat zul jij wel begrijpen.’ Ik liet een vaag instemmend geluidje horen, want ik had uiteraard geen idee waar ze het over had. ‘Maar…’ vroeg ik voorzichtig, ‘ik moet hem toch juist spreken voor het artikel?’ ‘O, laat dát maar aan mij over. Ik zal zorgen dat je alle informatie krijgt je die nodig hebt. Goed, dat is dan geregeld,’ ging ze toen verder zonder nog op mijn reactie te wachten. ‘We zien je dinsdag.’
En hier sta ik dan. Ik trek mijn jas iets dichter om me heen. Het huis is niet gigantisch, maar groot genoeg om indrukwekkend te zijn. Een aantal treden leiden naar de voordeur, vanwaar het huis zich symmetrisch over beide zijdes uitstrekt. Ik tel drie grote ramen aan iedere zijde en naar boven twee verdiepingen onder een schuin dak, met een hele rits kleine dakramen en zelfs een bescheiden torentje.
Bel
Wat een hels karwei om al die kamers opnieuw in te richten, schiet er door me heen. Dan realiseer ik me tot mijn grote opluchting dat ik dat niet daadwerkelijk hoef te doen. Ik verstrak de greep om mijn trolley en loop de treden naar de voordeur op. Er hangt een videobel, dus ik veeg een pluk haar achter mijn oor en druk op de knop, waarbij ik een vriendelijke glimlach op mijn gezicht tover voor het geval er iemand meekijkt. Het geluid van een bel klinkt, maar verder blijft het stil. Ik hijs mijn mondhoeken omhoog en druk nog eens. De barones weet dat ik vandaag kom, dus ze moet wel thuis zijn. Misschien heeft ze de bel niet gehoord. Of… wacht, doen dit soort mensen zelf open? Misschien heeft ze wel een butler die druk is met de planten… afstoffen of zo. Nog altijd blijft het stil.
Aarzelend buig ik iets achterover en ik probeer door een van de ramen naar binnen te kijken. Alles is in stilte gehuld. Hmm, vreemd. Ik loop de treden weer af en besluit om het huis heen te lopen om te zien of er misschien een achterom is. Bovendien geeft het me direct de gelegenheid om wat meer van het huis en de tuin te zien. Als ik de hoek omsla, wordt mijn aandacht al snel getrokken door een geluid. Zoekend tuur ik om me heen, tot ik iemand gebukt in het bloemenperk zie zitten, die op dat moment overeind komt. Hij draagt een donkere trui met vegen aarde erop en ook zijn werkbroek zit vol vlekken. De knieën zijn nat van de aarde waar hij zojuist op zat. Ah, de tuinman, die kan me vast vertellen waar de vrouw des huizes is. Of hij kan iemand voor me halen.
Tuinman
‘Pardon,’ begin ik terwijl ik op de man afloop. ‘Mag ik iets vragen?’ Zijn hoofd schiet omhoog. Zo gauw hij me in het vizier krijgt, verschijnt er een norse uitdrukking op zijn gezicht. Nou, zeg. ‘Ik wil u verder niet storen, maar er doet niemand open en ik vroeg me af –’ ‘Voor wie komt u?’ onderbreekt hij me abrupt. Zijn donkere ogen glijden onderzoekend over me heen, terwijl zijn wenkbrauwen zo mogelijk nog dichter naar elkaar toe kruipen. Als hij niet zo zou fronsen, zou het een aantrekkelijke man kunnen zijn, denk ik onwillekeurig. Dan schud ik die gedachte van me af. ‘Ik heb een afspraak met de barones.’ ‘Over?’ Hij trekt zijn wenkbrauwen nu achterdochtig op. Oké, daar komt mijn grote act. Hier heb ik op geoefend. Ik til mijn kin iets op. ‘Ik ben Lisa Kroon, binnenhuisarchitect. Ik kom het huis restylen.’ ‘Is dat zo?’ Zijn ogen schieten nu van het huis naar mij en weer terug. Eerlijk gezegd vind ik het nogal vrijpostig van een tuinman om zoveel vragen te stellen, dus ik knik ongeduldig. ‘Kunt u me misschien naar haar toe brengen?’ Hij zwijgt. ‘Wilt u niet liever haar zoon spreken? Hij gaat over de grote beslissingen in huis.’ Snel schud ik mijn hoofd. ‘O nee, daar wil ik niets mee te maken hebben. Daar kom ik niet voor.’ Ik buig me iets naar de tuinman toe. ‘Dat schijnt niet zo’n gezelligerd te zijn.’ Geen idee wat me de indruk geeft dat deze man wél voor de sfeer geboren is, maar toch lijkt het een goede zet om meteen duidelijk te maken dat ik ab-so-luut niet voor de zoon des huizes hier ben. Dat kan maar helder zijn. Het blijft een kort moment stil, terwijl de tuinman me nog eens in zich opneemt.
Inmiddels begin ik me behoorlijk ongemakkelijk te voelen onder zijn blik, dus ik staar terug in de hoop dat ik daarmee indruk maak. Zwijgend nemen we elkaar op in een soort woordeloos duel. Hij is lang, langer dan ik, en zijn donkere haren zijn kort aan de zijkanten en iets langer bovenop. Op zijn kaken zie ik een waas van stoppels. Ik laat mijn blik naar beneden glijden over zijn rommelige kleren en stevige werkschoenen. In het bloemenperk ligt verse aarde
rond de kleine bloembolletjes die half in de grond steken. Op een hoopje ernaast liggen dode bladeren, kale takjes en nog wat compost.
‘Loop maar mee,’ zegt hij dan opeens. Hij draait zich met een ruk om en loopt met grote passen over het gazon. Ik probeer hem bij te houden terwijl ik mijn trolley hotsend en botsend achter me aan trek. Vluchtig zie ik de rest van de netjes onderhouden tuin, een mooi terras en iets wat vermoedelijk een zwembad is, maar wat nu bedekt is met een zeil. Via een glazen pui gaan we aan de achterkant van het huis naar binnen. We komen in een luxe variant van een serre terecht. De man veegt zonder gêne zijn laarzen af aan het hoogpolige tapijt – ik kijk er geschokt naar – en loopt dan zwijgend door naar een gang. ‘Ze is toch wel thuis?’ waag ik te vragen, terwijl ik achter hem aan loop. We draaien een hoek om en komen in een grote hal terecht, waar hij nu de trap op loopt. Hij neemt niet eens de moeite om zich om te draaien of rustiger te lopen als hij antwoordt: ‘O ja, zeker. Ik breng u rechtstreeks naar de baas toe.’ Mooi. Ik zal blij zijn als ik van deze man af ben.
Kamer
Enigszins gerustgesteld dat hij me naar de barones toe brengt, sta ik mezelf toe iets meer oog voor mijn omgeving te hebben. De gang waar we nu doorheen lopen heeft een ietwat ouderwets maar toch stijlvol behang met grote bloemen en een rits moderne schilderijen. Het ziet er smaakvol uit, al heb ik er de ballen verstand van. Ik zou niet weten waarom ze dit opnieuw zou willen laten deco – ‘Hier naar binnen.’ De man houdt een donkere deur voor me open. Ik knik beleefd en stap een ruime kamer in, met een zitje bij een open haard en voor het raam een groot bureau. Er is verder niemand. ‘Waar is –’ Mijn vraag wordt onderbroken door het geluid van een deur die dichtvalt. Verbaasd draai ik me om. Ik ben nóg verbaasder als ik zie dat de tuinman nog altijd in de kamer staat. Hij leunt tegen de deur en neemt me met een donkere blik op. O, shit. ‘Eh…’ stamel ik en mijn ogen schieten heen en weer. ‘Wat heeft dit te betekenen?’ ‘Goede vraag. Ik vind het namelijk ook maar vreemd dat mijn moeder het huis wil laten decoreren door een journaliste.’ Hij zet langzaam een stap naar voren, terwijl al het bloed uit mijn gezicht wegtrekt. Met de gratie van een roofdier komt hij op me af. ‘Vindt u ook niet, mevrouw Veenstra?’
O. Dubbelshit. Ik veeg mijn instant klamme handen af aan mijn broek. ‘Ik weet niet –’ begin ik, maar hij valt me direct in de rede. ‘Je mag ophouden met je toneelstukje. Ik weet allang wie je bent en wat je komt doen.’ Hij loopt nonchalant naar een van de stoelen bij de open haard en gaat zitten, waarna hij zijn lange benen voor zich kruist. Dan kijkt hij met een geamuseerde blik naar me op. ‘Maar die uitdrukking op jouw gezicht is het nu al waard.’
‘Is wát nu al waard?’ vraag ik achterdochtig, terwijl ik achter een stoel ga staan bij wijze van bescherming. Hij ziet er trouwens niet uit alsof hij me iets aan wil doen. De zoon van de barones ziet er eerder uit alsof hij elk moment in lachen kan uitbarsten. Verdorie, hoe heb ik me zo om de tuin laten leiden? Vandaar al die vragen. Nou, eerlijk gezegd had ik me ook een compleet andere voorstelling van hem gemaakt. Stijver? Bekakter? In ieder geval niet wroetend in de aarde in een outfit van de Boerenbond. Iedereen had deze inschattingsfout kunnen maken. Ik baal nu wél dat ik niet grondiger onderzoek heb gedaan. Natuurlijk heb ik wel research gedaan naar deze familie, maar over Olivier kon ik niet veel vinden, en al snel verzandde ik in allerlei artikelen over de adel in Nederland, waarvan ik niet eens wist dat die nog bestond. Zo zijn er tweeënnegentig families in Nederland die de titel baron of barones dragen. Goed, niet dat ik nu iets aan die feiten heb, want ik ben er duidelijk gloeiend bij. Ik neem hem argwanend op, terwijl hij hetzelfde bij mij doet. Ergens ben ik opgelucht dat ik niet de hele week hoef te doen alsof, maar de kans dat ik over een paar minuten weer op straat sta, is aanzienlijk groot. Zonder artikel. En dus ook zonder promotie. Sterker nog, het is me een raadsel waarom ik hier überhaupt nog ben. Hij had me ook direct weg kunnen sturen. Wat is dit voor spelletje?
‘Waarom gooi je me er niet gewoon uit?’ Nu glijdt de glimlach van zijn gezicht. Het voelt alsof zijn donkere ogen dwars door me heen kijken. Wat ze dus blijkbaar eerder al daadwerkelijk deden. Hij wist al die tijd al wie ik ben, en dat maakt me eerlijk gezegd behoorlijk pissig. Ik pak mijn trolley en draai me om. ‘Ik zie niet in waarom ik hier nu zou blijven.’ Wel zonde van het artikel, maar ik bel de barones wel als ik weer op kantoor ben, denk ik terwijl ik op de deur afbeen. En dan verzin ik wel iets. Of niet. Even ben ik bang dat de deur op slot zit, maar als ik de klink vastpak, voel ik hem gewoon meegeven. Godzijdank.
‘Wacht even,’ klinkt het achter me. Ik heb werkelijk geen idee waarom ik blijf staan, maar mijn voeten luisteren braaf, dus ik draai me met tegenzin om. Olivier is gaan staan en in een verzoenend gebaar spreidt hij zijn armen. ‘We kunnen elkaar helpen.’ Ik knijp mijn ogen samen. ‘Wat bedoel je?’ Hij haalt zijn schouders op. ‘Jij hebt duidelijk een reden om zoveel moeite te doen voor een artikel. En ik heb een reden om niet mee te werken aan de plannen van mijn moeder.’ Hij wrijft over zijn kaak. ‘Ik denk dat we elkaar kunnen helpen.’ Hoewel alles in mij roept om die deur uit te lopen en te vertrekken, kijk ik hem vragend aan. ‘Leg uit.’
Media
‘Je hebt gelijk: ik wist al wie je bent en wat je komt doen. Ik heb je opgezocht. Zo moeilijk was dat niet. Mijn moeder denkt me te slim af te zijn, maar ze is heel doorzichtig. Ik heb gehoord dat ze met je belde. Het kostte me niet veel moeite om te achterhalen wat haar bedoeling is.’ Hij rolt met zijn ogen, maar oogt nu vermoeid. ‘Het is haar levensmissie om mij te koppelen aan een van die dochters van haar vriendinnen, een “juiste match” volgens
haar.’ Hij maait met zijn vingers door de lucht. ‘Dit is haar nieuwe strategie me open en bloot tentoonstellen in de media tijdens het benefiet zodat ik niet kan weigeren.’ Ik slik. Eerlijk gezegd klinkt het inderdaad niet heel erg tof. ‘Maar date je dan niet?’ Ik bijt direct op mijn lip. Geen idee waar die vraag precies vandaan komt, maar goed, nu zweeft hij al door de kamer… Zijn wenkbrauwen schieten omhoog en er een verschijnt een geamuseerde glans in zijn ogen. ‘Ik date heus wel. Ik ben geen kluizenaar, maar ik date niet met de vrouwen die mijn moeder kiest. Ze wil dat ik trouw met iemand van adel, maar dat kan me echt geen reet schelen. Dat hele adelgedoe is achterhaald. Niet meer van deze tijd.’ Hij draait zich nu om en loopt naar het raam, waardoor hij even naar buiten tuurt. Dan draait hij zich weer naar me om. ‘De komende dagen worden mijn persoonlijke hel. We hebben dit riedeltje vaker gehad.
Mijn moeder zal diverse vrouwen laten opdraven die volgens haar geschikt zijn om me te vergezellen naar het benefietgala en die van mij verwachten dat ik een van hen kies.’ Hij zwijgt even. Ik blijf afwachtend staan. Ik heb geen enkel idee hoe en waarom ik hier een rol in zou kunnen spelen. Zijn volgende woorden komen dan ook als een complete shock. ‘Ik wil dat jij mijn date wordt.’
‘Wat? Nee! Wát?’ Met grote ogen schud ik mijn hoofd. ‘Nee. Waarom?’ ‘Omdat mijn moeder dan gek wordt, daarom. Niet persoonlijk bedoeld, maar ik weet zeker dat ze je totaal ongeschikt vindt als date voor mij.’ Hij grijnst even, maar de lach bereikt zijn ogen niet. ‘In ruil daarvoor geef ik je je artikel. Alleen bepaal ík samen met jou wat erin komt te staan. Mijn moeder heeft geen inspraak.’ Ik denk over zijn woorden na. Toegegeven, het vooruitzicht om niet met lege handen terug naar Helen te moeten is verleidelijk. Dat zou betekenen dat ik misschien wel vaker grotere artikelen mag schrijven. Maar… ‘Hoe moet dat dan met je moeder?’ ‘Die vertellen we niets. We laten haar in de waan dat ik geloof dat jij het huis komt restylen. Zaterdag bezorg ik haar een rolberoerte met mijn zelfgeregelde date. In de tussentijd help ik je met je artikel. Na het benefiet word je thuisgebracht en dan is het klaar. Iedereen tevreden.’ ‘Behalve je moeder,’ benadruk ik. ‘Geloof me, je komt er nog wel achter dat dat niet zo erg is.’ Het klinkt allemaal als een vreselijk slecht plan dat gedoemd is te mislukken, dus ik – ‘Ik doe het,’ hoor ik mezelf zeggen voordat ik mijn eigen gedachte kan afmaken.
‘Mooi. Mijn moeder heeft laten weten dat ze pas met het diner weer thuis is. Haar eerste list om ons met elkaar op te zadelen. Maar hé, 1-0 voor mij.’ Hij lacht. Ik zwijg, want ik besef opeens waar ik ja op heb gezegd. Ik moet dus de komende dagen doen alsof ik een binnenhuisarchitecte ben, tegenover twee mensen die allebei weten dat ik het niet ben, tot aan een of ander hotemetotengala waar alles op de spits wordt gedreven? Dat klinkt ingewikkeld. Ik kreun inwendig. Waar ben ik in hemelsnaam aan begonnen?
Project
‘Ik ben zó blij dat je er bent!’ Ik draai me om en zie een lange, spichtige vrouw op me afkomen, haar armen opgeheven in de lucht. Voor ik het goed en wel doorheb, pakt ze me bij mijn bovenarmen vast en plant drie luchtkussen in de buurt van mijn wangen. ‘Geweldig, Lísa Króón…’ Haar stem klinkt plots overdreven luid en schalt door de hal. ‘…geweldig dat je tijd hebt voor dit project.’ Ze blikt even om zich heen en als er niets gebeurt, pakt ze mijn onderarm vast en fluistert: ‘Kom mee, we bespreken alles tijdens het diner.’ Ik ben compleet overdonderd. Het ene moment sta ik nog een schilderij te bewonderen dat verdacht veel lijkt op een Van Gogh, het volgende moment word ik door de barones meegesleurd. Vluchtig bekijk ik haar, terwijl ze me meetroont naar wat vermoedelijk de eetkamer is. Ze draagt een mantelpakje van een stugge rode stof, doorweven met geel en oranje. Aan haar arm bungelt een duur ogende tas en haar hakken klikken op de marmeren vloer. Een walm dure parfum wappert achter haar aan en ik kuch.
‘Olivier eet zelden mee, dus we hebben alle tijd om ons plan door te spreken. Heb je hem al ontmoet?’ Ze buigt zich naar me toe. ‘Ik dacht: als ik nu zorg dat ik weg ben, heb je direct je eerste momentje met hem samen.’ Ze grijnst en direct vertrekt haar gezicht weer. ‘Hij kan zo onbeschoft doen. Ik snap werkelijk niet van wie hij dat heeft. Zijn vader was altijd op-en-top een heer. Ik hoop dat hij vriendelijk voor je was.’ ‘Ik heb hem kort ontmoet. Dat was oké,’ mompel ik snel, terwijl ze me zowat op een stoel aan de gedekte tafel duwt. ‘Mooi. Ik zal je de komende dagen alles vertellen wat je moet weten en wat belangrijk is. En ik zal zorgen dat je Olivier regelmatig even kan spreken – van die
“toevallige”…’ Ze knipoogt overdreven. ‘…momenten. Hij zal het verder wel druk hebben, want ik heb ontzettend enige meisjes, uit de juiste families, voor hem uitgezocht. Je weet wel, voor het gala. De grote klapper.’ Ze glundert. Ik frons bij die woorden. Hoewel Olivier me niet bepaald een warm welkom heeft gegeven, snap ik nu al een beetje waarom hij zijn moeder wil dwarszitten. Ze lijkt totaal geen oog te hebben voor wat hij zelf wil. ‘Nou, we hebben alle tijd om samen –’
‘Goedenavond, dames,’ klinkt het op dat moment. Tot onze verbazing stapt Olivier met een innemende glimlach de eetkamer binnen. Even ben ik in de war. Deze Olivier ziet er totaal anders uit dan de man die ik vanmiddag in de tuin trof. Hij draagt nu een nette pantalon, met daarop een wit overhemd. Om zijn pols prijkt een zilveren horloge, zijn haren zijn netjes naar achteren gekamd en hij heeft zich geschoren. ‘Ik dacht dat het wel zo netjes was om bij het diner aan te sluiten nu we een gast hebben.’ Hij knikt kort naar mij en gaat dan nonchalant op de stoel tegenover me zitten.
Zijn moeder kijkt hem even met grote ogen aan, maar herstelt zich razendsnel. ‘Wat heerlijk, lieverd.’ Ze wijst op mij. ‘Je hebt Lisa al ontmoet. Ik heb je over haar verteld. Ze komt ons huis opnieuw stylen. Ze is een bekende binnenhuisarchitecte, erg gewild. Ik ben zó blij dat ze tijd heeft kunnen maken voor ons… project.’ Ze glimlacht samenzweerderig naar me. Ik trek met moeite een mondhoek op. Ik begrijp opeens ook heel goed hoe Olivier zijn
moeders plan zo snel door kon hebben. Ze is een vreselijk slechte leugenaar. Het liefst zou ik nu onder de tafel glijden en ongezien de eetkamer uit kruipen. Het ongemak hangt in de lucht, terwijl Olivier en zijn moeder naar elkaar glimlachen. Alsof ze strijden wie het eerste wegkijkt. Verrassend genoeg is dat Olivier. Hij pakt zijn bestek op, en wendt zich dan tot mijn grote afschuw tot mij. ‘Wat een interessant beroep. En wat fijn dat je op zo’n korte termijn
plek hebt voor ons… project.’ Hij herhaalt de woorden van zijn moeder spottend, maar die lijkt het niet door te hebben. Die knikt met een grote glimlach op haar gezicht.
Inrichting
‘Vertel eens Lisa,’ gaat hij verder, terwijl hij mijn naam nadrukkelijk uitspreekt. ‘Je hebt deze middag een beetje rond kunnen neuzen in ons huis. Wat vind je van de huidige inrichting?’ Geïnteresseerd kijkt hij me aan, terwijl hij langzaam begint te kauwen. De eikel. Razendsnel probeer ik een antwoord te formuleren. Hij kan me uitdagen wat hij wil, maar ik ga me niet laten kennen. ‘Ik heb al een aantal kamers mogen bewonderen.’ Ik knik even naar de barones. ‘En ik moet eerlijk bekennen dat het een en ander inderdaad aan vernieuwing toe is. Zo jammer dat uw moeder niet eerder de kans heeft gekregen om iemand in te schakelen. Ontzettend vriendelijk van u dat u ditmaal wel op haar inzichten wilt vertrouwen.’
Olivier knijpt een fractie van een seconde zijn ogen samen, maar glimlacht dan weer. ‘Natuurlijk. Als heer des huizes is het soms lastig inschatten of de juiste keuzes gemaakt worden.’ Ik glimlach liefjes terug. ‘Daarom zal het vast prettig zijn als u straks een vrouw heeft, die u daarbij kan ondersteunen. Die hebben daar toch net wat meer zicht op, vindt u niet?’ Ik wend me tot de barones, die direct begint te knikken. ‘O ja, ik zeg altijd tegen Olivier dat we met onze tijd mee moeten gaan. Mijn vriendinnen laten hun huis zeker eens per vijf jaar opnieuw inrichten, en hier is het toch zeker zo’n twaalf jaar geleden, ongeveer toen…’ Ze zwijgt plots en Oliviers ogen verzachten. Hij slikt, maar zegt niets. De barones schraapt haar keel. ‘Toen mijn man overleed, ging de titel naar mijn Olivier. Ik bid elke dag dat hij snel een vrouw vindt die hem kan helpen met alle taken en verplichtingen die erbij horen.’
‘Mam,’ zegt Olivier dan met een vriendelijke stem, ‘de tijden zijn ook wel iets veranderd. Hoe ons huis eruit ziet, is lang niet zo belangrijk als wat we met onze bevoorrechte positie voor de maatschappij doen.’ ‘Lust je nog een wijntje?’ De barones heeft zichzelf duidelijk herpakt en is niet van plan dit onderwerp nog langer te bespreken. ‘Ik heb een zalige wijn meegenomen van mijn weekendje in Saint-Tropez. Ik zal mijn vriendin Willemijn laten weten dat ze deze absoluut moet serveren op het benefiet zaterdag.’ Ze werpt een snelle blik op Olivier, wiens lippen nu een strakke streep vormen. ‘Daarover gesproken…’ gaat ze semi-nonchalant verder, terwijl er een spiertje in haar wang trilt, ‘Morgen komt Mechteld hier op de thee, je weet wel, de dochter van Willemijn. Zo’n fijne en geschikte meid is dat: altijd beleefd, veel vrijwilligerswerk –’
‘En oersaai,’ mompelt Olivier net hard genoeg om hoorbaar te zijn. Ik verberg een
glimlach achter mijn hand. De barones perst haar lippen op elkaar en lijkt tot tien te tellen. Dan glimlacht ze naar me. ‘Hoe smaakt de vis?’
‘Hoor jij niet binnen te zijn?’ vraag ik de volgende ochtend als ik Olivier in de tuin tref. ‘Als je het theekransje met Middelmatige Mechteld en mijn moeder bedoelt, nee dank je.’ Olivier blijft onverstoorbaar bloembollen de aarde in stampen alsof ze in China uit moeten komen. Die is duidelijk met het verkeerde adellijke been uit bed gestapt. Ergens vind ik het toch een beetje zielig voor zijn moeder: in haar beleving doet ze het beste voor haar zoon. Waarom gaat hij niet gewoon het gesprek met haar aan? ‘Denk je dat ik dat niet al honderd keer geprobeerd heb?’ klinkt het geïrriteerd. Ik had niet eens door dat ik die vraag hardop stelde. Ik haal mijn schouders op. ‘Ze luistert niet. Ze zit zo vast… in…’ Hij duwt een nieuwe bloembol in de aarde, die na de lichte vorst van afgelopen nacht behoorlijk hard is. ‘…haar oude manieren.’ Hij klopt zijn handen af en gaat op zijn knieën zitten. ‘Geloof me, ik heb het geprobeerd. Haar generatie is erg hardleers. Ze zijn aan het uitsterven en dat maakt ze doodsbang.’ ‘Wat vind jij daarvan dan?’ vraag ik oprecht nieuwsgierig. Olivier fronst. ‘Is het interview al begonnen?’ ‘Nee, ik meen het,’ antwoord ik geïrriteerd. Waarom reageert hij toch steeds zo defensief? ‘Ik heb veel gelezen over de adel in Nederland en als er iets duidelijk is, is het dat die families meer en meer verdwijnen.’ ‘Misschien helemaal niet zo erg,’ mompelt Olivier en hij staart naar iets in de verte. ‘Maar je zei zelf dat je ook goed kon doen met je positie,’ hou ik vol. ‘Dát is dan toch je voorrecht?’ ‘Ik zou uiteindelijk liever zélf iets bijdragen aan de wereld dan enkel geld doneren dat al eeuwen in de familie zit.’ Zijn antwoord lijkt oprecht. Ik denk over die woorden na. Eerlijk gezegd pleit het voor hem dat hij zelf zijn steentje wil bijdragen en niet alleen luxe wil leven van het geld in de familie. Toch vind ik het onbeschoft van hem dat hij Mechteld laat zitten.
Geen zin
‘Ken je die Mechteld? Ze zag er vriendelijk uit.’ Voordat ik naar buiten liep, heb ik een snelle blik in de salon geworpen, waar de barones met het meisje in kwestie zat. Goed, ze oogde wat gewoontjes met haar grijze jurk en make-uploze gezicht, maar dat hoeft niets te zeggen. ‘Ted Bundy zag er ook vriendelijk uit. En we weten allemaal hoe dat is afgelopen.’ Onwillekeurig schiet ik in de lach. Het idee om dat meisje te vergelijken met een beruchte seriemoordenaar is bizar. ‘Ik vind dat je gewoon even naar binnen moet gaan. Zeg gedag, wees je charmante zelf en vertrek weer. Iedereen tevreden.’ ‘Niet iedereen. Ik heb daar namelijk geen zin in,’ werpt hij tegen en hij staat nu op. ‘Ik heb ook weleens ergens geen zin in, maar sommige dingen horen er nu eenmaal bij,’ zeg ik al voordat ik maar over mijn woorden kan nadenken. Oliviers blik wordt donker en hij zet een stap naar me toe. ‘Je hebt geen idee waar je het over hebt, dus bemoei je er niet mee.’ Met grote passen loopt hij vervolgens om me heen en van me weg.
‘Je hebt me hier zelf in betrokken!’ roep ik hem achterna, maar hij negeert me en verdwijnt het huis in. Besluiteloos blijf ik een moment staan, maar kom dan in beweging. Het modderspoor leidt me naar de werkkamer waar we elkaar gisteren hebben gesproken. Olivier heeft zijn laarzen uitgetrokken en zit voor de open haard, waar hij iets op zijn telefoon doet. Ik klop halfslachtig op de openstaande deur en loop dan zonder zijn reactie af te wachten naar binnen.
‘Wat kom je doen?’ Hij klinkt geïrriteerd. ‘Het behang bekijken, nou goed?’ zeg ik smalend. ‘We waren in gesprek.’ ‘Volgens mij was het gesprek afgelopen.’ Hij richt zich weer op zijn telefoon. ‘Volgens mij was dat een eenzijdig besluit,’ kaats ik terug en ik zak zonder uitnodiging in de stoel tegenover hem. Met een zucht legt Olivier zijn telefoon weg. ‘Goed, prima, waar wil je het over hebben? En…’ Hij heft zijn hand op. ‘…Mechteld Bundy is verboden terrein.’ Ik onderdruk een glimlach en bewonder de kamer, terwijl ik nadenk over mijn volgende vraag. Het is een mooie werkkamer, met bordeauxrood behang en meubels van mahoniehout. ‘Was dit je vaders werkkamer?’ ‘Ja.’ Het is een kort antwoord, maar zijn toon is niet afwijzend. ‘Wat deed hij? Ik bedoel, als beroep?’ ‘Hij was zelfstandig accountant.’
Ik ga iets gemakkelijker zitten. ‘En jij? Wat doe jij eigenlijk?’ ‘Ik heb bedrijfseconomie gestudeerd. Ik adviseer bedrijven bij fusies en overnames.’ Ik knik begrijpend, al klinkt dat allemaal erg vaag. ‘Is dat een nuttige bijdrage aan de maatschappij?’ Die vraag verrast hem blijkbaar, want zijn wenkbrauwen schieten omhoog. Hij staart even naar buiten. ‘Het is een bijdrage, maar of die nu zo onderscheidend of nuttig is, weet ik niet.’
‘Moet het per se onderscheidend zijn dan? Er zijn miljoenen mensen die niet onderscheidend zijn, maar toch de maatschappij draaiende houden. Ook die zijn nodig.’ Hij lijkt even over mijn woorden na te denken. ‘Weet je, je bent heel anders dan ik me had voorgesteld,’ zegt hij dan tot mijn verrassing. Ik heb geen idee waarom, maar ik voel mijn wangen warm worden. Een tel kijk ik hem aan. ‘Nou, misschien ben jij ook wel anders dan ik me had voorgesteld.’ ‘In ieder geval charmanter.’ Zijn mondhoek trekt omhoog. Ik rol met mijn ogen. ‘Waar haal je die onzin vandaan?’ ‘Dat zei je net buiten.’ Hij grijnst en kijkt me recht aan. Dan herinner ik me mijn woorden van zo-even. Zeg gedag, wees je charmante zelf en vertrek dan weer. Kak, dat heb ik inderdaad gezegd. ‘Dat was bij wijze van spreken,’ zeg ik. ‘Gewoon een uitdrukking…’ voeg ik er nog snel aan toe. ‘Natuurlijk, Lísa,’ zegt hij, terwijl hij opstaat. ‘Ik zie je bij het diner.’ Hij wandelt de kamer uit, maar houdt nog even halt bij de deurpost. ‘O, en succes met die behangstalen die mijn moeder heeft klaargelegd.’
Etiquette
‘Dus dat zijn de belangrijkste etiquette en richtlijnen van de hedendaagse adel.’ De barones zet haar kopje neer en knikt me met een glimlach toe, als we de volgende dag in de salon zitten. ‘Machtig interessant, toch? Ik weet zeker dat je die informatie goed kunt gebruiken in je artikel.’ Ik staar naar mijn aantekeningen. Als je het mij vraagt, is het maar droge kost, die bovendien overal op internet te vinden is. In mijn hoofd begint zich sinds gisteren inmiddels
een heel ander soort artikel te vormen. Daarom waag ik het een andere vraag aan de barones te stellen. ‘Ik las dat er steeds meer familienamen en dus adellijke titels uitsterven, dat de lijn niet wordt voortgezet. Wat vindt u daarvan?’ Ze recht haar schouders. ‘Dat is iets wat mij en mijn vriendinnen uiteraard aan het hart gaat. En het is een van de redenen dat we er zorg voor dragen dat onze kinderen de juiste keuzes maken wat betreft hun toekomst, om de lijn te verzekeren.’ Ik laat haar woorden tot me doordringen. ‘Maar heeft u dan niet liever dat Olivier trouwt met iemand op wie hij echt verliefd is?’ ‘Het een hoeft het ander niet uit te sluiten. Ik was al getrouwd met Oliviers vader toen ik gevoelens voor hem kreeg. Uiteindelijk ben ik van hem gaan houden.’ Haar onwankelbare glimlach krijgt nu iets triests. ‘We moeten allemaal concessies doen. Dat is nu eenmaal de plicht van deze generatie van adel.’ ‘Maar… gunt u uw zoon dan niet iets anders? Ik bedoel… echte liefde?’ Ik heb zelf geen kinderen, maar ik kan me niet voorstellen dat mijn ouders iets anders voor me zouden willen dan iemand vinden met wie ik oprecht en liefdevol oud zou willen worden. Met wie ik, net zoals zij, na mijn pensioen lekker ga lunchen, dagjes wegga en wiens hand ik dan nog
altijd vast wil houden.
‘Ik dacht dat jullie generatie wel wist dat dromen niet altijd uitkomen.’ Haar woorden hebben nu een scherp randje gekregen. ‘Nou, goed,’ gaat ze verder en ze pakt een grote map met lappen stof erbij. ‘Het lijkt me goed als je met deze gordijnstalen in de weer gaat, want ik verwacht Olivier elk moment terug van zijn afspraakje.’ Ik kijk op. ‘Had hij een afspraakje?’ Ik heb Olivier de hele dag nog niet gezien, en vroeg me al af of hij misschien op zijn werk was. De barones snuift luid. ‘Je moet me niet onderschatten, meisje. Ik weet heus wel dat hij zich gisteren bewust verstopte voor Mechteld. Vandaag heb ik het slimmer aangepakt.’ Haar ogen glinsteren. ‘Hij is met Orphelia, de prachtige dochter van mijn beste vriendin, naar een middagtheatervoorstelling. Een unieke opvoering van Het zwanenmeer, bijzonder romantisch, al zeg ik het zelf.’ Genoegzaam wrijft ze in haar handen. ‘Ik weet zeker dat hij in Orphelia de perfecte match vindt.’ Vraag me niet waarom, maar op de een of andere manier voel ik me strijdlustig door die woorden. Ik wil helemaal niet dat hij in Orphelia een perfecte match vindt. Sterker nog, het zou me zwaar teleurstellen als hij tevreden van deze date terugkomt. Inmiddels begin ik steeds meer de overtuiging te krijgen dat Olivier inderdaad strijdt voor het goede doel. Onafhankelijkheid en keuzevrijheid. En ik wil niet dat hij zijn strijd opgeeft. ‘Let op mijn woorden,’ herhaalt de barones nog eens verheugd. ‘Liefde hangt in de lucht. Ik ruik het gewoon!’
‘En die lucht! Ik ruik het nog steeds!’ Olivier snuift even aan zijn colbertje en trekt zijn neus op. ‘Paarden. Serieus, páárden. Is ze helemaal gek geworden?’ Het geluid dat Olivier vervolgens produceert heeft zelf het meeste weg van een briesend paard, dus ik verberg mijn lach achter mijn hand. Ik werp hem een meelevende blik toe. ‘Dat klinkt… overdadig.’ ‘Overdadig? Absúrd zul je bedoelen.’ Olivier trekt met een wild gebaar zijn colbertje uit, snuffelt aan zijn overhemd en begint vervolgens ook dat uit te trekken. Even blijf ik gebiologeerd staan, en vergeet een aantal seconden compleet waar we het over hadden. Pas als Olivier zijn overhemd op een stoel smijt en me met opgetrokken wenkbrauwen aankijkt, herpak ik mezelf weer. Slechts gehuld in zijn donkere spijkerbroek en een wit T-
shirt, waardoor zijn slanke, gebruinde lijf nu pas echt opvalt, slaakt hij een diepe zucht. ‘Het was vréselijk. Ik ben hier zó klaar mee.’
Adel
Ik moet toegeven dat het inderdaad niet helemaal van deze tijd klinkt. Blijkbaar had de barones geregeld dat het theaterstuk voor de twee tortelduifjes eindigde met een koetsrit door de stad in plaats van een taxi. ‘Het was zo’n commercieel ding, met reclamebanners aan de zijkant. Echt, de overtreffende trap van cheesy,’ had hij gemopperd.
Ik voel mijn mondhoeken weer omhoogtrekken als ik me het beeld voorstel van Olivier in die koets, met een kirrende dame naast zich, want Orphelia had het blijkbaar geweldig romantisch gevonden. ‘En nu?’ vraag ik voorzichtig in een poging van onderwerp te veranderen. ‘En nu ga ik douchen.’ Olivier pakt zijn spullen bij elkaar en wil de werkkamer uit lopen. Bij de deur blijft hij echter staan en hij knikt naar een stapeltje boeken en mappen op het bureau. ‘Dat is trouwens voor jou. Informatie over onze familiegeschiedenis en adel in het algemeen in Nederland. Niet wat je op internet vindt, maar persoonlijke verhalen. Eigenlijk niet bestemd voor de buitenwereld. Doe er je voordeel mee.’ ‘Mag ik je straks nog wat vragen stellen?’ vraag ik snel voordat hij wegloopt. Het artikel begint inmiddels aardige vormen aan te nemen en eerlijk gezegd ben ik er behoorlijk mee in mijn nopjes. Het gaat nog altijd over Olivier, maar voornamelijk vanuit het standpunt van de huidige adel, de mogelijke toekomst, de verwachtingen van verschillende generaties en hoe die zich verhouden met de ontwikkelingen in de maatschappij. Het is kritisch, onderbouwd en vernieuwend, al zeg ik het zelf. Helen zal het vast geweldig vinden. De barones net wat minder, maar goed, dat is van later zorg. Een seconde staart Olivier me alleen maar aan. Hij lijkt mijlenver met zijn gedachten, en even denk ik dat hij mijn vraag niet gehoord heeft. Maar dan knikt hij. ‘Acht uur hier.’
Tijdens het diner laat de zoon des huizes zich niet zien en laat ik me overstelpen met alle roddels, nutteloze feitjes en de verwachtingen van de barones over het aankomend benefiet. ‘Al mijn vriendinnen zijn razend benieuwd wie Oliviers date zal zijn. Ik heb ze natuurlijk al verteld dat hij de liefde van zijn leven heeft gevonden en haar meeneemt.’ Ze lacht even samenzweerderig naar me en stopt dan met een tevreden glimlach een krielaardappeltje in haar mond. ‘Het wordt een perfecte avond.’ Ik neem snel een hap van mijn quiche en knik halfslachtig. De barones heeft sowieso weinig oog voor mij en gaat onverstoorbaar over op het volgende onderwerp. ‘Ik denk dat het verstandig is als je morgen een presentatie geeft met je ideeën voor de nieuwe inrichting. Moodboards en zo. Dan kan Olivier die ook even bekijken. Het was toch aardig van hem dat hij interesse in je toont, vind je niet? Misschien beseft hij eindelijk wat zijn rol is en pakt hij zijn verantwoordelijkheden op.’ Ik ben blijven hangen bij het woord ‘presentatie’. ‘Moodboards?’ herhaal ik ongelovig.
‘Niet veel bijzonders, maar gewoon je eerste indrukken en ideeën. Met wat kleuren en patronen, die je bij het huis vindt passen.’ Ze zwaait wat met haar vork en richt zich dan weer op haar bord. Verbijsterd staar ik de vrouw aan. Beseft ze wel dat ik niet echt een binnenhuisarchitect ben? Ik zie Olivier nu al heimelijk lachen terwijl ik over mijn niet-bestaande ideeën brabbel. O nee, dat plezier gun ik hem niet. ‘Ik denk dat dat niet echt slim is,’ breng ik in en ik kijk de barones nadrukkelijk aan. Ze legt haar bestek met een strenge blik neer. ‘Het is gewoon volgens afspraak. Olivier moet wel geloven dat je hier met een reden bent.’ Olivier weet allang met wat voor reden ik hier ben, schreeuwt alles in mij. Maar ik slik die woorden in en besluit van onderwerp te veranderen. ‘Is Olivier morgen niet druk met zijn volgende afspraakje? U zult toch zeker nog meer potentiële schoondochters voor hem geregeld hebben?’ Ik kan niet voorkomen dat er een scherpe ondertoon in mijn woorden doorklinkt. Blijkbaar hoort de barones die ook, want ze trekt één perfect getekende wenkbrauw lichtjes op. Dan heft ze haar kin iets op. ‘Morgenavond komt Claire-Ariane van Huyshoven hier dineren. Ik verwacht trouwens dat jij dan voor jezelf zorgt, want het zou natuurlijk ongepast zijn als de binnenhuisarchitect aansluit.’ ‘Uiteraard,’ knik ik. Geloof me, ik bestel met alle liefde een pizza als ik daarmee kan voorkomen dat ik moet aanschuiven bij dát diner. Zo nodig haal ik die pizza zelf in Italië op.
Trouwfoto
Het is iets na achten als ik op de gesloten deur van de werkkamer klop. Ik had na het diner met de barones dringend de behoefte aan éven een momentje voor mezelf. Ik bedoel, het idee alleen al dat ik een presentatie zou moeten geven over de nieuwe inrichting van het huis is ronduit… ‘Absúrd!’ hoor ik Olivier opnieuw briesen. Onwillekeurig trekken mijn mondhoeken omhoog. Ik heb stiekem toch met hem te doen. Je zult het maar met zo’n moeder te stellen hebben. In de twee dagen dat ik hier ben, heb ik in ieder geval des te meer waardering gekregen voor mijn eigen, soms ietwat overbezorgde moeder. Ze laat me in ieder geval mijn eigen keuzes maken. ‘Binnen,’ klinkt het gedempt en ik open de deur. Olivier zit in de stoel bij de open haard. Op zijn schoot ligt een fotoalbum. Peinzend tuurt hij naar de foto’s. Nieuwsgierig loop ik naar hem toe en ik kijk over zijn schouder naar de opengeslagen pagina. Het is een trouwfoto en als ik wat langer kijk, herken ik een jongere versie van de barones. Naast haar staat een man die het evenbeeld is van Olivier, alleen wat gezetter. ‘Je ouders?’ vraag ik overbodig en ik ga op de stoel tegenover hem zitten. Olivier knikt. ‘Wist je dat ze niet verliefd op elkaar waren toen ze trouwden?’ ‘Toevallig vertelde je moeder me dat inderdaad. Ze zei dat ze later van je vader is gaan houden.’ ‘Denk je dat dat kan, dat dat bestaat bedoel ik?’ Hij kijkt peinzend op. De blik in zijn ogen maakt dat er een baksteen in mijn maag landt. Hij ziet er… verslagen uit. Hij overweegt toch niet echt om een van die vrouwen… ‘Je gaat toch niet toegeven, hè?’ breng ik verontwaardigd uit.
‘Nee, natuurlijk niet.’ Hij slaat met een klap het album dicht en recht zijn schouders. ‘Het is gewoon… Dit hele gezeik, dit hele circus…Het zou het allemaal een stuk makkelijker maken.’ Ik onderdruk een snuif. ‘Tot nu toe heb ik je niet leren kennen als iemand die de makkelijkste weg kiest.’ Olivier lijkt even over die woorden na te denken. ‘Daar heb je gelijk in.’ Dan verschijnt er een gevaarlijke twinkeling in zijn ogen. ‘Daarom heb ik ook een nieuw plan.’ O, christus te paard, sta me bij. ‘Een nieuw plan?’ herhaal ik wantrouwend en dan schud ik vastberaden mijn hoofd. ‘Ik denk niet dat ik het wil horen. Ik bedoel, net kwam je moeder nog met het uitstekende idee dat ik morgen een presentatie geef, inclusief moodboards over mijn plannen voor de herinrichting.’ Een kort moment kijkt Olivier me verbijsterd aan. En dan barst hij in lachen uit. Ik wil van harte beledigd zijn, maar word compleet afgeleid door het tollende gevoel dat het geluid van zijn lach in mijn buik teweegbrengt en het kuiltje dat in zijn wang verschijnt. Jezus, ik moet hier echt snel weg. Dit hele huis en zijn inwoners lijken me over te nemen. ‘O, dat is juist een geweldig idee! Die presentatie zou ik heel graag willen zien. Heb je wel tijd voor mij dan vanavond? Moet je niet aan je moodboards werken?’ Hij grinnikt nog even na en ik slik een venijnige opmerking in. Ik heb immers nog iets van hem nodig. In plaats daarvan werp ik hem enkel een vernietigende blik toe, die helaas leidt tot nog meer gegrinnik. Dan leg ik mijn notitieblok op mijn schoot. ‘Goed, ik heb dus nog enkele vragen voor je…’
Over absurd gesproken. Venijnig trek ik mijn rok recht en ik zucht terwijl ik in de spiegel van de logeerkamer kijk. Ik snap werkelijk nog steeds niet hoe hij dít voor elkaar heeft gekregen. Ik dacht gisteravond toch echt de leiding over het interview te hebben, maar aan het einde van de avond had hij me zover dat ik alsnog bij het diner met hem, zijn moeder en Claire-Ariane zal aansluiten. ‘Maar je moeder…’ had ik zwakjes geprotesteerd. ‘Laat die maar aan mij over,’ had hij met een gevaarlijk lachje gezegd. ‘Kom op, ik heb je nodig. Je kunt me dit niet alleen laten doen. Ben je die koets vergeten? Wie weet wat ze nu in petto heeft.’
‘Een perfecte reden voor mij om ergens een pizza te gaan eten,’ had ik gemompeld, maar Olivier had me het antwoord op een belangrijk puzzelstukje in mijn artikel net zo lang onthouden tot ik mokkend had ingestemd. En nu trek ik dus de deur van mijn kamer achter me dicht, om aan te sluiten bij het ongemakkelijkste diner uit de geschiedenis van de ongemakkelijke diners. Ik sluit mijn ogen en haal diep adem. Over iets meer dan vierentwintig uur is dit allemaal voorbij. Morgen kan ik overdag mijn artikel afronden, dan nog even mijn hoofd laten zien op dat gala – als de barones niet al compleet uit haar plaat gaat als Olivier uit de doeken doet wat hij de afgelopen dagen heeft beraamd– en dan stap ik in die taxi en laat ik deze hele poppenkast achter me. Mét dat artikel, zodat mijn carrière eindelijk in de lift zal komen.
Match
Er klinkt gelach uit de eetkamer als ik door de gang nader. Het is een melodieus geluid en een schokkende gedachte schiet door me heen. Wat als Claire-Ariane inderdaad een geweldige match is en zij de hele avond gezellig zitten te keuvelen en ik er voor spek en bonen bij zit? Na een laatste, diepe ademteug sla ik de hoek om. Het gesprek valt direct stil. De barones zet grote ogen op, terwijl de onbekende vrouw aan de tafel me nieuwsgierig opneemt. Olivier staat echter direct op. ‘Ah, Lisa, daar ben je.’ Hij wendt zich tot zijn moeder, terwijl hij me gebaart te komen en galant een stoel naar achteren schuift. ‘Je vindt het vast niet erg dat ik Lisa heb uitgenodigd voor het diner, toch, moeder? Het zou tegen alle etiquette ingaan om een gast aan haar lot over te laten, toch?’ De barones is even van haar stuk, maar glimlacht dan zwakjes. ‘Dat zou inderdaad niet gepast zijn. Ga zitten, Lisa.’ Ze lijkt me woordeloos iets te seinen, maar ik richt mijn blik op Olivier die juist een en al dankbaarheid uitstraalt. Als hij weer tegenover me plaatsneemt, knipoogt hij snel naar me. Ik voel mijn wangen gloeien en dwing mezelf naar de onbekende vrouw te glimlachen. ‘Hallo, ik ben Lisa Kroon.’ ‘Lisa is onze binnenhuisarchitecte. Ik denk dat je moeder je wel heeft verteld dat ik alles opnieuw laat decoreren. Lisa is daarvoor een aantal dagen intern, heel exclusief. Zo kan ze het huis echt voelen, snap je?’
Claire-Ariane knikt. ‘Aangenaam, Claire-Ariane van Huyshoven.’ Dan knijpt ze haar ogen tot spleetjes. ‘Mijn moeder heeft het weleens over een bekende binnenhuisarchitecte gehad, maar ik dacht dat die Lisa Kroon veel ouder was. En bovendien jaren volgeboekt zit.’ ‘We hadden dit dan ook al lang gepland,’ antwoordt de barones snel. ‘Dat is mijn moeder,’ zeg ik tegelijk met de barones en we kijken elkaar verschrikt aan. Tegenover me klinkt een onderdrukte snuif. De barones haalt diep adem. ‘Lisa volgt de voetsporen van haar moeder en is ondertussen even gewild. Ik plande deze sessie… drie jaar geleden in, is het niet?’ Ze werpt me haast smekend blik toe en op dat moment voel ik toch weer een zweem medelijden met deze vrouw. In haar poging de schijn op te houden graaft ze haar graf enkel dieper.
Het blijkt inderdaad het vreselijkste diner ooit te zijn. Telkens wanneer de barones het onderwerp op een bijzondere kwaliteit of hobby van Claire-Ariane brengt, weet Olivier het gesprek weer mijn kant op te sturen. Voor ik het weet ben ík degene die mijn graf dieper graaft, terwijl ik mezelf hoor reutelen over behangtrends, kleurstalen en geïmporteerde meubelen uit Thailand. Ik moet zelfs twee keer op het toilet Google raadplegen om niet als
een complete idioot over te komen. Claire-Ariane wordt met de minuut stiller en de lijnen in het gezicht van de barones lijken in de loop van de avond steeds dieper te worden. Olivier leunt na het dessert nonchalant achterover tegen zijn stoelleuning. ‘Het was een heerlijk diner, moeder. Met uitzonderlijk vermakelijk gezelschap.’ Hij grijnst naar me. ‘Lisa, je ziet er vermoeid uit. Wellicht is een vroege nacht een goed idee,’ doet de barones nog een laatste nadrukkelijke poging om een moment alleen te creëren voor Olivier en beoogde schoondochter nummer drie. Ik besluit van deze kans gebruik te maken en spring zowat op. ‘Ja, goed idee. Ik ben inderdaad…’ Ik gaap overdreven. ‘…doodmoe. Het was een enerverende avond. Welterusten allemaal.’ Mijn blik blijft op Olivier hangen, die me met een niet te peilen uitdrukking aankijkt. Ik kijk vragend terug. Dan knikt hij haast onmerkbaar. ‘Welterusten,’ klinkt het mompelend. Ik ren zowat de eetkamer uit en sta in de gang stil om een diepe zucht van opluchting te slaken. Dan vlucht ik naar mijn kamer.
Date
Het is al laat op de avond als ik opnieuw de gang op sluip. Pas bij het naar bed gaan, besefte ik dat ik mijn notitieboek in de serre heb laten liggen, waar ik die middag heb zitten werken. Als ik langs de deur van de salon loop, hoor ik stemmen. Nieuwsgierig blijf ik staan. ‘Je kunt tevreden zijn. Ik heb mijn date voor morgenavond gekozen. En ja, het is iemand die u aan mij heeft voorgesteld.’ Oliviers stem klinkt vermoeid, alsof ze er al een hele discussie op hebben zitten. ‘Dat vind ik fijn om te horen.’ En de barones klinkt alsof ze deze slag heeft gewonnen. ‘Het is vast een enige dame. Wie is het?’ De laatste vraag klinkt nonchalant, maar ik hoor de gespannen ondertoon. ‘Dat zie je morgen, op het benefiet.’ Ik hoor geruis van kleding en dan voetstappen. ‘O, kun je het niet nu vertellen? Ik barst van nieuwsgierigheid,’ probeert de barones nog eens. ‘Des te groter is de verrassing.’ Oliviers stem klinkt nu zo dichtbij, dat ik vrees dat hij elk moment de hoek van de deur om kan komen. Ik wacht dus niet om te horen hoe het gesprek afloopt, maar vlieg terug naar mijn kamer. Mijn notities haal ik morgenochtend wel op.
De hele zaterdag sluit ik me op in de logeerkamer. Toegegeven, niet hoe ik me mijn Valentijnsdag had voorgesteld, maar laten we eerlijk wezen: andere plannen had ik ook niet. Met uitzicht op de Veluwe typ ik erop los en aan het eind van de middag zet ik met een tevreden gevoel een punt achter mijn artikel. Helen gaat dit fantastisch vinden, denk ik
voldaan, terwijl ik er voor de derde keer doorheen scrol. Het is informatief, smeuïg, geeft een inkijk in het huidige leven van de adel én is vooruitstrevend. Het zal gesprekstof opleveren, discussies starten en bovendien… mijn carrière een boost geven. Bijkomend voordeel van deze werkdag is dat ik de hele dag de adellijke familie Knots heb weten te ontwijken. Geen ongemakkelijke gesprekken, geen dubbele agenda’s en geen toneelstukjes. Ik ben al de hele dag gewoon mezelf, Nina Veenstra, journaliste. Ik was bijna vergeten hoe fijn dat is.
Dat brengt me op wat me vanavond te wachten staat. Olivier heeft me laten weten dat ik om halfzeven klaar moet staan. In de kamer van zijn zusje, dat momenteel in het buitenland studeert, zou ik volgens hem een geschikte jurk kunnen vinden. Hoewel ik me realiseer dat ik geen andere keuze heb, voel ik me een insluiper als ik op zoek ga naar de betreffende kamer. Eenmaal daar trek ik de kast open en ik sta versteld van de keuze aan elegante jurken, precies in mijn maat, die op me hangen te wachten. Ik kies uiteindelijk een paarse jurk, die goed past bij mijn donkere haren. Eenmaal terug op mijn kamer steek ik mijn haren op, hang een eigen ketting om en neem dan nog vijf minuten de tijd om mezelf te overtuigen van het feit dat ik dit moet doen. De laatste horde. Bovendien hoef ik niet de hele avond te blijven. Zo gauw Olivier zijn punt heeft gemaakt, ben ik weg en zeg ik deze hele klucht vaarwel. De barones is al eerder naar het benefietdiner vertrokken, zogezegd om haar vriendin met de organisatie te steunen. Olivier vertrouwde me toe dat dat enkel is om de boel te controleren. Ze wil weten of het juiste bestek wordt gebruikt en of haar tip over de wijn is opgevolgd.
Benefietavond
En zo komt het dat we tegen zeven uur aankomen bij het paviljoen waar de benefietavond wordt gehouden. Olivier parkeert de auto in een rij van indrukwekkende wagens en draait zich dan naar me om. ‘Klaar voor?’ Ik stoot een geluid uit dat het midden houdt tussen een lach en een zucht. ‘Wat denk je zelf? Ik kan niet wachten tot dit achter de rug is.’ ‘Je bent niet de enige.’ Hij grimast even en haalt dan diep adem. Hij stapt echter niet uit, maar blijft zitten en staart voor zich uit. Omdat ik niet weet wat ik moet zeggen, blijf ik net als hij zwijgend zitten. Het voelt als een soort uitstel van executie, maar op de een of andere manier is de sfeer niet gespannen. Olivier legt zijn handen op het stuur en lijkt moed te verzamelen. ‘Ik waardeer het echt dat je dit doet,’ zegt hij dan plotseling. Verrast kijk ik op. Hij blijft naar voren staren. ‘Ik snap heus wel dat ik heel wat van je vraag.’ Ik zucht. ‘Het is zoals je zei: we hebben er allebei profijt van.’ ‘Heb je je artikel af?’ Nu kijkt hij me wel aan. Ik knik. ‘Ik heb alles verwerkt wat je hebt verteld en wat ik nog heb gelezen. Ik zal het je maandag sturen, dan kun je het lezen. Voordat het gepubliceerd wordt, bedoel ik.’ ‘Dat zou ik fijn vinden.’ Dan zwijgen we allebei weer. Hoewel ik de hele week heb uitgekeken naar het moment dat dit voorbij is, voelt het nu opeens een soort van nostalgisch dat onze wegen na vanavond zullen scheiden. Goed, hij heeft het bloed onder mijn nagels vandaan gehaald en me in onmogelijke situaties geplaatst voor zijn eigen gewin, maar toch is Olivier van Zwuynenburgh heel anders dan ik me had voorgesteld. Het is alsof hij me in de afgelopen
dagen op onbewaakte momenten zijn echte zelf heeft laten zien. Geen omhooggevallen elitaire vent die het beter weet of zich beter voelt, maar een bevlogen man die het graag goed wil doen, zijn eigen keuzes wil maken en oog heeft voor de maatschappij. Je zou zelfs kunnen zeggen dat ik zijn gezelschap ben gaan waarderen, in ons kleine complot tegen zijn moeder.
‘Goed, daar gaan we dan,’ onderbreekt Olivier mijn gedachten en hij stapt uit. Voordat mijn hand goed en wel bij de hendel van het portier is, vliegt de deur aan mijn kant al open en steekt Olivier zijn hand uit. Als hij me verbaasd ziet kijken, glimlacht hij verontschuldigend. ‘Sorry, ik heb nu eenmaal manieren meegekregen.’ Als ik uit de auto stap, laat hij zijn ogen even waarderend over mijn verschijning glijden. Ik moet bekennen dat hij er zelf ook niet al te belabberd uitziet in een donkere smoking. Hij legt mijn hand op zijn arm en samen lopen we naar de ingang. Een nerveuze kriebel schiet vanuit mijn onderbuik omhoog en vormt een dikke prop in mijn keel. Ik probeer hem weg te slikken, maar de wetenschap dat we zo een volle zaal in stappen waar iedereen ons verwachtingsvol aan zal kijken, helpt niet bepaald.
Oké, tijd voor onze slotact. Half en half verwacht ik dat de band stopt met spelen en alle gesprekken verstommen zo gauw we binnenstappen, dus het is al een hele opluchting als dat niet gebeurt. De zaal is een zee van rode en roze harten die overal op de tafels liggen, aan de muren hangen en aan het plafond bungelen. Begeleid door nieuwsgierige gesprekken lopen we naar een van de grote ronde tafels, waar de barones zit. Met haar rug naar ons toe. Olivier knikt hier en daar mensen toe, maar zijn blik is stuurs en gericht op zijn doel. Zijn arm trekt me zonder aarzeling mee, en voor ik het weet staan we bij de tafel. ‘Olivier, wat enig dat je er bent.’ Een onbekende vrouw met netjes gekapt haar en een koningsblauw mantelpakje klapt verheugd in haar handen en laat haar blik dan nieuwsgierig over mij heen glijden. Er gaat blijkbaar geen lichtje branden, want ze blijft met uiteengevallen lippen naar me staren en verplaatst vervolgens haar vragende blik naar de barones.
Verrassing
Op het moment dat Oliviers moeder zich omdraait en mij ziet, valt haar mond wagenwijd open en worden haar ogen zo groot als de porseleinen borden op tafel. Ik kan niet anders dan bewondering hebben voor de snelheid waarmee ze zich vervolgens herstelt. ‘Olivier, lieverd. Wat fijn dat je er bent.’ Ze staat op en geeft een klapzoen in de lucht in de buurt van haar zoons wang. ‘En Lísa!’ ze wendt zich nu tot mij. ‘Wat een… verrassing.’ ‘Moeder, ik kan niet beginnen met vertellen hoe blij ik ben dat u Lisa aan me hebt voorgesteld. Ze is alles wat ik zoek in een vrouw. Haar passie voor haar werk, haar scherpe inzicht en haar vastberadenheid hebben me compleet overdonderd.’ Hij kijkt me liefdevol aan en geeft me dan een knipoog. Ik voel een steekje in mijn borst. Een paar seconden leek hij haast oprecht met zijn lofzang, maar nu komt het volle besef bij me binnen dat dit allemaal onderdeel is van het toneelstuk. ‘En,’ vervolgt hij, met een alwetende blik op zijn moeder, ‘u zult vast blij zijn met zo’n vooraanstaande binnenhuisarchitect als toekomstige schoondochter, niet? Met zo’n reputatie en carrière is een adellijke titel niet belangrijk meer, toch?’ De mond van de barones gaat tweemaal open en dicht. Dan schudt ze haast onmerkbaar haar hoofd. Waarschijnlijk concludeert ze dat ze echt niet wil afgaan ten overstaan van heel adellijk Nederland, want ze werpt een dodelijke blik op mij en glimlacht plots weer. Ik ril inwendig. Jekyll & Hyde is er niets bij. ‘Ga zitten, het diner wordt geserveerd.’ Met een knoop in mijn maag ga ik zitten, terwijl Olivier mijn stoel aanschuift en vervolgens naast mij plaatsneemt.
Met elke gang die geserveerd wordt, voel ik me ongemakkelijker en ongemakkelijker. De barones is opvallend stil, maar haar vriendinnen stellen me vraag na vraag over de nieuwste woontrends en informeren nonchalant wanneer ik tijd zou hebben voor hun huis. Ik geef overal zo braaf mogelijk antwoord op, maar voel me met de minuut ellendiger. Ik zie hoe de barones haar zoon boze blikken toewerpt, die ze snel maskeert zo gauw iemand anders haar aandacht vraagt. Olivier lijkt op zijn beurt erg content met de situatie. Ik ben immens opgelucht als het dessert wordt afgehaald. Iemand neemt de microfoon ter hand en er volgt een halfuur waarin er verschillende objecten – afschuwelijke vazen die eruitzien alsof ze door de plaatselijke kleiclub van woensdagmiddag zijn gefabriceerd – en uitjes worden geveild ten gunste van het goede doel. Ik klapper nog net niet met mijn oren als ik hoor welke absurde bedragen er nonchalant worden genoemd.
Barones
Plots dringt de zware parfum van de barones mijn neus binnen. Oliviers moeder buigt naar me toe. ‘Hier is het laatste woord nog niet over gesproken. Hoe dúrf je in te stemmen met je komst hier? Je wéét dat mijn zoon iemand anders toebehoort.’ Even blijft het stil, terwijl ik over haar woorden nadenk. En ik wil me nergens mee benoemen, maar… Ik werp een snelle blik op Olivier en zie zijn gekwetste blik. Hij schaamt zich voor zijn moeder. En plots snap ik het. En ben ik er klaar mee. Niemand hoort haar eigen kind keuzes te ontnemen. Al helemaal niet als het om de liefde gaat. ‘Uw zoon,’ begin ik daarom, terwijl ik me naar de barones toedraai en harder spreek dan haar lief is, ‘behoort helemaal niemand toe. Hij is een volwassen man die zijn eigen beslissingen neemt. En als u eens echt naar hem zou luisteren, zou u weten dat hij behoorlijk verstandige dingen te zeggen heeft.’ Ik zie hoe een spiertje in haar wang trilt. Dan voel ik plots een warme hand over de mijne. Als ik verrast opkijk, zie ik dat Olivier me met bewondering aankijkt. Hij knijpt even in mijn hand. ‘Dank je wel,’ zegt hij dan, zo zacht dat alleen ik het kan horen.
‘En dan is het nu tijd om het bal te openen,’ klinkt het door de luidsprekers. ‘En op verzoek van de barones geef ik graag de baron Van Zwuynenburgh de eer van de eerste dans met zijn nieuwe liefde.’ Er klinkt luid applaus en het duurt even voordat ik doorheb wat er aan de hand is. Pas als Olivier resoluut opstaat en met een vragende blik zijn hand naar me uitsteekt, besef ik wat er verwacht wordt. ‘Olivier, als je nu –’ begint zijn moeder op verbeten toon. ‘Als ik nu niet doe wat ik al de hele avond wil doen, heb ik eeuwig spijt,’ valt Olivier zijn moeder abrupt in de rede. Hij trekt me omhoog, maar in plaats van dat hij me naar de dansvloer leidt – wat ik eigenlijk verwacht – trekt hij me naar zich toe. Zijn ene arm sluit om mijn middel en met zijn andere hand veegt hij zachtjes een verloren pluk haar uit mijn gezicht. ‘Ik weet dat je niet kunt wachten tot je hier weg kunt, en ik beloof je, we gaan zo, maar ik wil nog één ding van je weten.’ Zijn donkere ogen boren in de mijne en plots weet ik dat ons toneelstuk voorbij is. Ik ben eerlijk gezegd nog totaal overdonderd door de manier waarop hij zijn moeder in het openbaar tegensprak en nu nog meer door de manier waarop zijn warme lichaam tegen me aandrukt. Ik voel hoe de ruwe stof van zijn jasje langs mijn blote armen glijdt, terwijl mijn brein het gevoel van zijn harde bovenlichaam tegen het mijne probeert te verwerken. ‘Eh… wat dan?’ ‘Welke pizza moet ik voor je bestellen?’ vraagt hij met een serieuze blik. Ik kijk hem niet-begrijpend aan. ‘Pizza?’ ‘Op onze eerste officiële date.’ Hoewel zijn woorden zelfverzekerd klinken, zie ik de vragende blik in zijn ogen. Wanneer zijn woorden tot me doordringen, voel ik alle spanning uit mijn lijf wegtrekken. Een warm gevoel stijgt vanuit mijn buik omhoog en ik bijt even op mijn lip, terwijl ik een gevat antwoord probeer te bedenken. Maar Olivier is me voor. ‘O, en nog een verzoek.’ Zijn ogen glijden naar mijn lippen. ‘Of eigenlijk meer een mededeling.’ ‘Wat?’ Met bonzend hart kijk ik naar hem op. ‘Ik ga je nu kussen.’ Voordat ik kan reageren, voegt hij daad bij woord. Zijn warme lippen landen op de mijne, en terwijl hij me tegen zich aandrukt, smelt ik als was tegen hem aan. De barones, haar vriendinnen en de hele zaal vol mensen die nu toekijken, alles verdwijnt en op dat moment staan we met zijn tweeën daar in het midden van de zaal. Ik sluit een kort moment mijn ogen, en geniet van zijn geur en de warmte van zijn lichaam.
‘Quattro formaggi,’ fluister ik dan. ‘Wat?’ mompelt hij, terwijl zijn lippen langs de mijne strijken. ‘Pizza quattro formaggi,’ zeg ik nu grijnzend. ‘Ik hou juist wel van beetje cheesy.’ Olivier lacht. ‘O, dat kan geregeld worden.’ En voordat ik goed en wel besef wat hij doet, gooit hij me achterover en zoent me vol op mijn mond. Dan trekt hij me weer omhoog. Hij kijkt me een fractie van een seconde aan. ‘Kom, we gaan,’ zegt hij dan en zonder oog voor wat dan ook zet hij vastberaden koers naar de uitgang. Vanuit mijn ooghoek zie ik de barones naar adem happen, terwijl mijn vingers stevig om Oliviers hand klemmen. Onwillekeurig glimlach ik. Dit is met recht een Valentijn op/stand.
Tekst: Marijke Vos
Foto: Getty Images
Over de auteur
Marijke Vos (1985) is auteur, vertaler en schrijfdocent. Na een finaleplek bij de schrijfwedstrijd van Chicklit werd ze ontdekt en schreef ze onder andere Ik pleit voor jou! en Wedden dat ik blijf. In haar vrije tijd is ze een echte boekenwurm, zorgelijk schoenverslaafde en een ambitieuze wijnfanaat. Haar nieuwe boek ‘Eens in je leven’ is nu te koop.

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.