Placeholder

Tijgerschaap

Lenen bij de bieb wordt lang niet meer zoveel gedaan als vroeger. Jammer, want uit zo’n boek van de bieb kun je aardig wat wijze raad halen.

Lenen bij de bieb wordt lang niet meer zoveel gedaan als vroeger. Jammer, want uit zo’n boek van de bieb kun je aardig wat wijze raad halen.

Adriana en ik hebben boekjes uit de bibliotheek gehaald. Jammer dat de andere kinderen geen boeken meer lezen, maar ook zij hebben vroeger veel biebboeken verslonden.

Thuis bekijken we de buit.
‘Boekje lezen!’ roept Adriana.
We kiezen Net als Tijger, van Judith Koppens. ‘Vanaf ca. 2,5 jaar’, staat erin.

Op de eerste bladzijde stelt Schaap haar vriend Tijger aan ons voor. Tijger is sterk en knap. Iedereen vindt hem leuk.

Adriana zit bij mij op schoot en bladert naar de volgende bladzijde, waarop Schaap haar gezicht schminkt.

Als ik verder lees, herken ik Faith in het schaap uit het boekje.
‘Dit is een verhaaltje voor jou, Faith,’ zeg ik.
‘Hoezo!’ Faith reageert een beetje boos, alsof ik haar belachelijk maak met een kinderboekje, maar haar nieuwsgierigheid wint het van haar irritatie.

Faith leest hoe Schaap haar gezicht schminkt in de kleuren van Tijger, omdat zij, net als Tijger, veel  vrienden wil.

Blij gaat Schaap naar buiten. Daar komt ze Muis tegen. Muis denkt dat hij Tijger ziet. Hij vraagt naar Schaap, want hij wil met haar knuffelen. Als het geschminkte schaap zegt dat zij ook lekker kan knuffelen, bedankt Muis daarvoor, omdat Schaap dat veel beter kan.

Zo gaat het ook als het geschminkte schaap Kip tegen komt. Kip wil alleen maar koekjes bakken met Schaap, omdat Schaap dat zo goed kan.

Schaap begint te huilen, omdat ze wil knuffelen en koekjes bakken met haar vrienden. De tranen wissen de schmink van haar gezicht, waardoor Muis en Kip haar weer herkennen. Schaap snikt dat ze dacht dat iedereen haar leuker zou vinden als ze op Tijger zou lijken. Maar Muis en Kip willen Schaap zoals ze is en niet anders.

Faith geeft het boekje terug en zegt:
‘Het gaat erover dat je blij moet zijn met wie je bent en niet zoals een ander hoeft te zijn. Ik denk ook wel eens dat ik niet goed genoeg ben.’

Faith is onzeker over zichzelf. Ze ziet andere meisjes met leuke vriendjes, mooie rondingen en  interessante opleidingen. Haar eigen creativiteit, prachtige blauwe ogen en lenige benen merkt ze niet  op.

Faith staat hierin niet alleen. Het leeftijdsadvies van ca. 2,5 jaar mag best ruimer genomen worden tot  ca. 45 jaar. Veel volwassenen zijn ook onzeker en vergelijken zichzelf met een ander. Maar,  wij zijn allemaal goede schapen met onze eigen kwaliteiten. Dat motto moeten we aan onze kinderen  doorgeven!