Placeholder

Stefanie: feniksen

Er zijn zo veel zieken de laatste tijd. Deze week hebben ook Stefanie en Adriana het samen goed te pakken.

Er zijn zo veel zieken de laatste tijd. Deze week hebben ook Stefanie en Adriana het samen goed te pakken.

Het is stil. Adriana is een keer zwetend wakker geworden, maar slaapt weer.  Ik weet ondertussen niet meer hoe ik moet liggen.
‘Als er iets is, maak je me maar wakker’, zei Dirk nog. Dat doe ik niet. Wel voel ik mij zielig: keelpijn, hoofdpijn, klam, misselijk.  Zo ziek! Was het maar ochtend. Om 07.00 uur ontwaakt de rest van het gezin en vertel ik meelijwekkend hoe ziek ik ben.
‘Had mij dan wakker gemaakt’, zegt Dirk.
‘Ik heb ook keelpijn’, zegt Adriana.

Ik zal de verzorging van Dirk met Adriana moeten delen en de kleinste helft toebedeeld krijgen. Ik neem een fris dekbed mee naar beneden.
‘Mag ik die?’ vraagt Adriana.
‘Natuurlijk!’ zeg ik. Ik ga onderdanig onder Adriana’s plaid op het lange stuk van de hoekbank liggen. Ik gun Adriana alles, behalve deze verschrikkelijke keelpijn.

Op aandringen van Dirk bel ik de dokter. Ik vertel de assistente dat ik vermoedelijk een keelontsteking heb.
‘Meestal is het een virus. Daar helpt penicilline niet tegen’, antwoordt de assistente. Ze vertelt me dat het zeven dagen kan duren. Zo lang kan ik niet uit de running zijn! Ik bel zelden naar de huisarts en nu word ik afgescheept met paracetamol, koude dranken en rust. Tss! Een virus. Dit moet een fikse keelontsteking zijn. Ik kan mij tenminste niet herinneren dat ik gisteren geprobeerd heb om een dennenappel door te slikken. Bovendien voel ik me knap beroerd. Maar dat zeg ik allemaal niet, want ziek of niet, mijn beroepshouding laat mij nooit in de steek. Als een professionele telefoniste bedank ik de assistente vriendelijk voor de informatie.
‘Maar ik ga hier geen 7 dagen mee zitten', denk ik er achteraan.

Ik ben net als de maatschappij die geen genoegen neemt met het advies‘ uitzieken’. Alles moet direct oplosbaar zijn. We moeten zo snel mogelijk verder. Bovendien heb ik in de kerstvakantie al genoeg rust gehad. Maar ik kan niet anders dan mij erbij neerleggen.

Adriana ligt jammerend op het korte stuk van de hoekbank.
‘Kom maar bij mij liggen', zeg ik. Adriana is extra zielig. Ze is weer ziek geworden en heeft nu ook nog een zieke moeder. Moeders moeten energiek zijn en onuitputtelijk aandacht geven. Na een ellendige nacht, een paracetamol en een slokje water, vallen Adriana en ik dicht tegen elkaar aan in slaap. We blazen bacillen in elkaars gezicht, waarbij we een geweldig snurkkoor aan de arme Dirk ten gehore brengen. Maar we zullen als nieuwe, jonge, feniksen herrijzen.


Stefanie (43) adopteerde de kinderen van haar vriend Dirk: Christianne, Deborah, Faith en Nico. 5 jaar geleden kregen zij samen Adriana. Het gaat niet altijd vlekkeloos, maar het gezin draait al ruim 18 jaar!