Placeholder

Power nap

Stefanie wordt overvallen door moeheid in de laatste week van haar vakantie. Komt het maandag goed als ze weer moet werken?

Stefanie wordt overvallen door moeheid in de laatste week van haar vakantie. Komt het maandag goed als ze weer moet werken?

Om 06.45 uur zitten Adriana en ik met een boekje op de bank. We kunnen het in de vakantie dan wel rustig aan doen, maar vroeg opstaan, gaat gewoon door. Ik vind dat wel fijn. De grote kinderen slapen uit, Dirk komt gezellig binnendruppelen en Adriana is op haar best. Haar gezichtje straalt al als ze mij ’s morgens wakker maakt. Ze heeft altijd zin in de nieuwe dag.

Na het ontbijt ga ik douchen. Als ik weer beneden kom, is Dirk de keuken aan het soppen. Laat ik de stofzuiger dan maar even pakken.

Tijdens onze lunch zit Faith, nog een beetje slaperig, aan haar ontbijt. Zo zitten we toch samen aan tafel.

Adriana en ik maken een puzzel en wandelen naar het dierenparkje. Een rustig dagje, maar zodra ik thuis op de bank ga zitten, overvalt mij een niet te negeren moeheid. Ik zak onderuit en sluit mijn ogen. Er rinkelen kopjes, Faith mompelt iets en Adriana praat tegen een pop of is het tegen de kat? Alle geluiden lijken ineens ver weg. Zo’n aanval van moeheid overkomt mij deze vakantie wel vaker.

‘Hé, niet slapen!’

Ik schrik op.

Dirk geeft mij een por. ‘Hoe moet dat volgende week met jou?’

Na het weekend moeten we weer aan het werk.

‘Straks zit er een frisse, nieuwe meid op kantoor en dan komt die duffe Stefanie eraan!’ gaat Dirk plagend verder.

O ja, da’s waar ook. Ik moet nog kennismaken met mijn nieuwe collega. Ik kom gelijk overeind en lach om Dirks plagerij.

Waar ben ik zo moe van? Ik heb niets uitzonderlijks gedaan in deze vakantie. Ik had wel wat extra willen schrijven, maar ook op vrije dagen lukt dat alleen ’s avonds. Nachtwerk kan het niet worden, want ’s morgens wekt mijn zonnestraaltje mij weer vroeg. Grootse vorderingen moet ik in drie vrije weken niet verwachten. Daar heb ik mij bij neergelegd, want als ik ’s morgens gewekt word door mijn zonnestraaltje, begrijp ik de betekenis van grootsheid.

Dat laatste bankdutje was blijkbaar genoeg. Maandagochtend verschijn ik fit op mijn werk, even gezellig bijkletsen en dan zit ik weer in het werkritme. ’s Avonds word ik pas moe. Jammer dat ik moet gaan slapen, want ik wil nog zoveel doen. Maar ik ga lekker naast mijn zonnestraaltje in bed liggen. Zij heeft geen last van tijd- of prestatiedruk en dat moet zo lang mogelijk zo blijven.