Canva1 2023 08 16t095544.777

Pinar verloor zestig tot zeventig mensen bij de aardbeving in Turkije

In een klap een groot deel van je familie kwijtraken. Pinar (34) verloor zestig tot zeventig mensen bij de aardbevingsramp op 6 februari in Turkije. Haar oma, haar nichtje en diens dochter horen bij de 54.000 mensen die toen het leven verloren. “Ik heb daar geen familie meer, alles is weg.”

Pinar (34): “Het gebeurde ’s nachts. Ik had een zware nacht, ik heb een zoontje van destijds drie maanden die ik elke paar uur borstvoeding gaf. Om zes uur keek ik op mijn telefoon en zag ik allemaal berichtjes. Toen ik ze opende, zag ik dat er een aardbeving was geweest in Antakya, het gebied waar mijn familie vandaan komt. Ik schrok ervan en vertelde het mijn man. Maar dat het zo groot was, drong toen nog niet tot me door. Er zat ook een bericht van mijn vader bij. ‘Mijn moeder ligt onder het puin’, schreef hij. Daar schrok ik enorm van, ik begon helemaal te trillen. Ik las verder, maar meer informatie dan dat was er niet. Dat was ook het probleem op dat moment, want we konden nauwelijks contact leggen met onze familie daar. Alleen met mijn oom, die mijn vader had verteld dat mijn oma’s huis was ingestort. De hele dag zaten we in angst en belden we iedereen die we maar bellen konden. Van onze familieleden in het aardbevingsgebied nam niemand op. We belden ook naar familie in België, om te vragen of zij al iets meer wisten. Naarmate de tijd verstreek, realiseerde ik me steeds meer hoe erg dit was. Op een gegeven moment lukte het om contact te krijgen met mijn tante in het gebied, de vrouw van mijn oom. Bellen lukte niet, de verbinding werd steeds verbroken, maar daarna stuurde ze allemaal berichtjes: dat die dood was, die ook, en dat die en die onder het puin ligt. ‘Iedereen is dood, Pinar, iedereen ligt onder het puin, Antakya bestaat niet meer, alles is weg’, schreef ze. Wat niet letterlijk zo was, maar mijn tante was natuurlijk in shock. Ik kreeg hartkloppingen van alle verdriet, de pijn en de angst.”

Oma, tante en nichtje

“Mijn oma woonde in een groot appartementencomplex, en pas een week later vonden ze haar. Ze was in de tachtig en nadat ze een keer in de douche was gevallen, kon ze niet meer lopen. Mijn oma werd in bed gevonden, onder een groot stuk beton… (Pinar is even stil en veegt haar tranen weg.) Wat het zo pijnlijk maakt, is dat mijn oom zei: ‘Was ze maar vorig jaar overleden, dan had ze dit niet hoeven mee te maken.’ De angst die mijn oma heeft moeten doorstaan, omdat ze haar bed niet uit kon, en ook dat we geen waardig afscheid van haar hebben kunnen nemen. Ze is daar begraven, met alleen mijn oom en een neefje erbij, en met zand gewassen omdat er geen water was. Ik vind het ook erg dat ik haar lang niet had gezien. Ik was er al een tijdje niet geweest, mijn oma was een beetje aan het dementeren en als ik haar belde, dacht ze dat ik mijn zusje was. Dat doet pijn.  Van mijn tante hoorde ik dat ook mijn nicht Ayşe onder het puin lag, samen met haar twaalfjarige dochter Rana. Ayşe had altijd een speciaal plekje in mijn hart. Vroeger gingen we elk jaar met ons gezin in de zomervakantie naar Turkije, en dan zorgde zij vaak voor mij. Ze was maar dertien jaar ouder dan ik, en als mijn ouders ergens heen gingen waar het niet leuk was voor kleine kinderen, een bruiloft bijvoorbeeld, lieten mijn ouders mij weleens bij haar achter zodat ik met Ayşe kon spelen. Volgens mijn ouders noemde ik haar ‘mama’. Ayşe had kanker gehad, dat had ze overleefd. Toen Ayşe kanker had, zei Rana altijd dat ze niet moest doodgaan omdat ze niet zonder haar moeder kon. Nu zijn ze allebei overleden door de aardbeving.”

Niet trillen, maar schudden

“In Antakya woonden veel families in één appartementencomplex. In het complex waar Ayşe met haar gezin woonde, woonden ook haar schoonouders, en haar zwager en schoonzus met hun gezin. Van iedereen uit het hele gebouw hebben maar vijf mensen het overleefd: Ayşes man, haar zoon en Ayşes zwager en zijn twee kinderen. De rest is overleden. Ayşes man vertelde dat het niet zo was dat het gebouw begon te trillen, nee, het hele gebouw schudde hard heen en weer. Eerst wisten ze niet goed wat er gebeurde, maar op een gegeven moment is het gelukt om het huis uit te rennen, naar het trappenhuis. Toen ze naar beneden wilden rennen, stortte het trappenhuis in. Er viel een stuk beton tussen Ayşes en haar dochter, en haar man en zoon, die een paar stappen vooruitliepen. Daardoor werden ze ingesloten. Ayşe en haar dochter werden gevonden in een omhelzing. Haar dochter had astma. Met al dat stof heeft ze het waarschijnlijk niet lang overleefd. Ayşe heeft nog wel een paar uur om hulp geschreeuwd. Dan blijf ik me afvragen: heeft zij daar gelegen met haar dode kind in haar armen? Ayşe en mijn oma zijn mijn naaste familieleden. Maar in totaal ben ik wel zestig tot zeventig mensen verloren. Mijn moeders nichtjes en neefjes, hun kinderen, dorpsgenoten, vrienden, vriendinnen. En dan heb ik het niet eens over mensen van wie ik geen idee heb of ze nog leven: mensen met wie ik eens in gesprek ben geraakt in een restaurant, of de eigenaar van dat ene café waar ik weleens kwam.”

Een grote begraafplaats

“We gingen vroeger met de auto de hele zomer naar Turkije, met vier kinderen achterin. Dat was altijd geweldig, want in Antakya zag ik al mijn nichtjes. Mijn ouders verheugden zich daar altijd al maanden van tevoren op. En deze zomer… Mijn ouders gaan wel, maar alleen om te helpen. Maar zij weten dat het pijn gaat doen wat zij daar aantreffen. Er zit geen levenslust meer in mijn vader. Gisteren belde ik mijn moeder nog om te vragen hoe het met haar ging. Ze vertelde dat ze zich niet gelukkig was. Mijn zus gaat binnenkort trouwen en ze is wel blij voor mijn zus, maar dat intense geluk dat daarbij hoort, heeft ze niet meer. Mijn moeder voelt zich een beetje dood vanbinnen. Het Antakya dat ze als klein meisje kende, is er niet meer. Niets staat meer overeind. Het dorp waar ze opgroeide, is één grote begraafplaats. En dan zijn er nog de mensen die het wel hebben overleefd, maar die ledematen hebben verloren: vingers, een hele arm, voeten, omdat ze lang onder puin lagen. De familieleden die het hebben overleefd, zijn hun huis en hun toekomstperspectief kwijt en ze zijn getraumatiseerd. Een van hen is mijn tante, die na vijftien jaar ivf eindelijk in verwachting is van een tweeling. De kinderkamers waren al helemaal klaar, en toen stortte haar huis in. Een neef en zijn vrouw hebben het overleefd omdat hun vierjarige dochter ’s nachts wakker werd, wat ze normaal gesproken nooit deed. Dat was exact tien minuten voor de ramp. Daardoor waren ze wakker tijdens de aardbeving en konden ze op tijd wegkomen – ik krijg nóg kippenvel als ik dat vertel. De mensen uit mijn familie die het hebben overleefd, onder wie mijn tante en neef, zijn nu verspreid over heel Turkije en wonen tijdelijk bij anderen in. Hoe ga ik mijn familie nog zien? Vroeger was het makkelijk: als ik op vakantie naar Antakya ging, kon ik in één dag iedereen zien. Dat kan nu niet meer. Ik heb daar geen familie meer. Iedereen is weg.”

Beschermen tegen verdriet

“Zelf ga ik deze zomer wel weer naar Turkije, maar we gaan naar Istanbul. We willen niet naar Antakya met onze kleine. Dat wil ik mezelf niet aandoen. Ik zoek in Istanbul een paar tantes op die daar nu zitten om te kijken hoe ik ze kan ondersteunen. Ik kan diep in pijn gaan, maar tegelijk kan ik daar depressief van worden. Mijn man probeert mij daartegen te beschermen. Ook vanwege ons zoontje, Aras. Ik probeerde steeds niet te huilen waar hij bij was, dan huilde ik onder de douche. We hebben een vrolijk jongetje, maar hij voelde mijn verdriet toch en was heel huilerig in die periode. Ook mijn melkproductie ging achteruit. Na een maand zat ik nog steeds veel op mijn telefoon, en keek ik veel nieuws. Tot Sinan, mijn man, zei dat hij mijn pijn begreep, maar dat dit moest stoppen. Dat ik aan mezelf en aan onze zoon moest denken. Sinan heeft mijn zussen en ouders gevraagd om niet meer van die heftige beelden in de familie-app te zetten. Daar ben ik te gevoelig voor. Ik lag er de hele nacht wakker van en dan voelde ik me schuldig ten opzichte van mijn zoon. Ik voelde me sowieso schuldig, met alles wat ik deed. Als ik naar buiten ging, een kopje koffiedronk of met iemand afsprak – maar ook als ik mijn zoontje knuffelde. Dan dacht ik: zo veel mensen zijn hun kinderen kwijt en dan lig ik hier lekker in mijn warme bedje mijn kind te knuffelen. Dat was toen. Nu besef ik dat ik meer moet genieten van het leven, juist omdat ik leef. Laatst zijn we op vakantie geweest in Oostenrijk. Ik stond daar een keer met mijn zoontje in mijn armen te genieten van het prachtige uitzicht. Ik was oprecht gelukkig, maar tegelijk diep verdrietig.”

Hulp en steun

“Waar ik steun uit haal, is dat er zoveel geld is gedoneerd voor Turkije. Wat ik ook heel fijn vond, is dat ik veel lieve meelevende berichtjes kreeg van mensen die ik niet kende, nadat ik op tv mijn verhaal had verteld. Mensen vertelden dat ze waren geraakt en vroegen hoe ze konden doneren. Maar ook de reacties van mijn collega’s deden me goed. Ze stortten geld op giro 555, maar zeiden dat ze ook graag mijn familie wilden helpen. Mijn collega’s zamelden geld in. Ik heb een oom in Duitsland, die met drie Duitse artsen naar Antakya is gegaan, naar plekken waar nog helemaal geen hulp was geweest. Mijn oom, die zelf ook geld had ingezameld, heeft medicijnen en eten gekocht. Een van mijn collega’s, Erik, kan goed tekenen en maakt portretten van mijn overleden familieleden, die hij op zijn site www.erikvoncken.nl plaatst en waarop mensen kunnen doneren. Dat geld gaat naar de mensen die het hebben overleefd, zodat we hen kunnen blijven helpen. Zo help ik ook mijn zwangere tante, die inmiddels is bevallen van haar tweeling. Ik haal er veel energie en liefde uit dat andere mensen zoveel doen voor de mensen in Turkije. Dat ik werd benaderd voor dit interview vind ik ook zo waardevol.”

Condoleances

“Turkse Nederlanders die elkaar niet kennen hebben altijd de gewoonte om elkaar te vragen waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Ik zei dan altijd vol trots dat ik uit Antakya kwam. Antakya was bekend in Turkije omdat daar joden, christen, moslims, soennieten en alevieten woonden. Er waren daar synagogen, kerken en moskeeën, iedereen woonde daar vreedzaam samen. Als je daar kwam, voelde je die vredige sfeer. Dat is best bijzonder. Dat gevoel, dat ik altijd had als ik daar kwam, dat mis ik. En ook de straten waar ik altijd kwam, waar ik vroeger speelde, de restaurantjes waar ik altijd künefe at, een specialiteit uit Antakya. Ik was daar gelukkig, mijn jeugd lag deels daar. Ik was altijd trots dat ik uit Antakya kwam, maar als ik nu zeg dat ik daar vandaan kom, kijken mensen me medelijdend aan en condoleren ze me. Ik voel alleen maar verdriet als ik over Antakya praat.”

Tekst: Ella Mae Wester
Foto: Yasmijn Tan
Visagie: Wilma Scholte

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

Uit andere media