Placeholder

Netto herinnering

Nu het nieuwe jaar is aangebroken, realiseert Stefanie zich hoeveel ze van haar kinderen bijhoudt in een jaar tijd.

Nu het nieuwe jaar is aangebroken, realiseert Stefanie zich hoeveel ze van haar kinderen bijhoudt in een jaar tijd.

Ik lees terug wat ik in 2013 over Adriana geschreven heb: waar zij het afgelopen jaar mee speelde, hoe zij zich ontwikkelde. Leuk dat ik dat bijgehouden heb, maar 200 pagina’s in één jaar! En dan heb ik het nog niet eens over 2011, 2012 en de zwangerschap.
 

Over mijn oudste vier kinderen schreef ik in de begintijd verhaaltjes en gedichtjes. Die heb ik voor de kinderen in mappen gedaan, samen met rapporten van de kinderbescherming en van het MOD (Medisch Orthopedagogisch Dagverblijf), waar de tweeling behandeld werd, want ook die verslagen zijn onderdeel van hun leven.

De mappen zitten in bewaardozen, waar ook diploma’s, tekeningen en potjes met melktandjes in zitten. Hun volgeplakte fotoboeken passen daar niet bij. Vroeger bewaarde ik de dozen en fotoboeken voor de kinderen. Intussen hebben zij alles in eigen beheer. Geen idee of ze er ooit naar kijken.

Adriana heeft ook al een bewaardoos met een babyarmbandje, een gipsafdruk van haar babyvoetjes, haar eerste kleertjes en zelfs een paar tekeningen. Ook heeft zij al twee fotoboeken. Volstrekt normaal, maar 200 dagboekpagina’s per jaar! Als ik hier nog tien jaar mee doorga, dan heeft zij op haar twaalfde een boekwerk van 2400 pagina’s! Adriana hoeft mij later niets over vroeger te vragen. Alles staat geschreven.

Het is veel romantischer als iemand maar één vergeeld babyfotootje van zichzelf heeft of één handgeschreven briefje van zijn of haar moeder, dat bijna uit elkaar valt door het veelvuldige uitvouwen, wat je wel ziet in televisieprogramma’s zoals Spoorloos.

Ik wil de herinnering vasthouden, maar mijn herinnering aan Adriana’s kinderjaren is slechts een aanvulling voor haar. Het gaat om haar eigen beleving en haar gevoel hierbij, ongeacht wat ik allemaal geschreven heb.

Bij mijn adoptiekinderen heb ik wel eens gemerkt dat feiten niet altijd het belangrijkste zijn. Het gaat om het gevoel. Misschien speelt dat bij aangenomen kinderen meer dan bij biologische kinderen. Ik denk dat zij willen voelen dat het goed zat, dat zij erbij hoorden, in plaats van lezen hoe gezellig de uitstapjes waren die wij maakten.

Stel dat door een ramp alle stoffelijke herinneringen verloren gaan, dan rest slechts de memorie in ons hoofd en hart. Een netto herinnering. Dat is waar het werkelijk om draait. Al hoop ik dat er dan een tante of vriendin is die iets tastbaars van de kinderen bewaard heeft en dat aan hen teruggeeft, zodat zij het dromerig kunnen koesteren.