Schermafbeelding 2025 07 08 Om 15.48.00

Natalie bouwde haar eigen droomhuis in Frankrijk

Natalie (53) en haar man Edwin verruilden hun rijtjeshuis in IJmuiden, onder de rook van een staalfabriek, voor een boerderij op het Franse platteland. En dat bleek op meerdere vlakken een verademing. “Deze rust en ruimte kan ik in Nederland niet kopen.”

Het oehoe-geluid van de uilen ’s nachts, heuvels zo ver als je kunt kijken, de korte broek al aankunnen in februari en koffie aan het buitenbarretje… Natalie en haar man Edwin genieten elke dag van elk aspect van hun Franse droom. Daar krijgt zelfs die tractor die zo nu en dan ’s ochtends met een hoop herrie langstuft hen niet uit wakker. Zo’n zestien jaar geleden begon het voor het eerst te borrelen bij het stel. Gaan we die stap nog eens wagen, of niet? Het leven in Nederland voelde zo gejaagd, misschien konden ze het in het buitenland rustiger aandoen? “Edwin had eerst een voorkeur voor Spanje”, vertelt Natalie. “Ik vond dat net te ver. Frankrijk is tenminste nog te rijden op een dag.” Het werd dus Frankrijk. De Auvergne om precies te zijn. Dat was geen vreemde omgeving voor de twee, want als ze vroeger met het gezin naar Zuid-Frankrijk gingen, hielden ze daar een tussenstop. “Dat begon met één overnachting, maar beviel zo goed dat we het jaar daarop twee dagen bleven en het jaar daarop ons afvroegen waarom we eigenlijk nog door zouden rijden.”

Vier muren en een dak

Wat is het dan, met die omgeving? “Ik vind het een fantastisch land. De taal is waanzinnig mooi, de mentaliteit op het platteland is fijn. Het leven is hier gewoon lekker. De rust, de ruimte, de weidsheid, dat kan ik in Nederland niet kopen.” In Frankrijk wel, voor slechts 40.000 euro, en dan kregen ze er ook nog vier muren en een dak bij. “Toen we het in 2013 kochten, kon je het eigenlijk geen huis noemen. Het was een oude, vervallen boerderij uit 1863. We weten niet eens zeker of er überhaupt ooit iemand gewoond heeft of dat het als stal is gebruikt.” In elk geval was er niets, op één eenzaam stopcontact na. “Geen water, geen toilet, geen douche, geen afvoer.”

Dynamiet

Gelukkig beschikten de twee ook niet over linkerhanden, dus gingen zij de uitdaging aan. “Edwin met iets meer vertrouwen dan ik. Ik had een iets meer kant-en-klaarhuis ook niet erg gevonden.” Maar het gaat allemaal, om in woonprogrammatermen te spreken, om locatie, locatie, locatie. “En die is prachtig. Twee hectare grond rondom het huis en zover je kunt kijken groene heuvels met hier en daar een koe.”
Zeven jaar lang, elke schoolvakantie, want dochter Tess was net vier toen ze het huis kochten, trokken ze die kant op om te verbouwen. “Heel doorgewinterde doe-het-zelvers waren we niet, maar je leert een hele hoop als je er eenmaal voor staat. We bekeken video’s op YouTube als we iets niet wisten. Ik denk dat we 95 procent zelf gedaan hebben.” Slechts een paar dingen gaven ze uit handen, zoals met dynamiet de rotsgrond opblazen om een geul aan te leggen voor een waterleiding.
Het klussen moest gecombineerd worden met de zorg voor Tess – in het begin dus nog een kleuter. “Uurtje klussen, uurtje met Tess spelen, uurtje klussen: zo ging dat de eerste jaren. Dat schoot niet echt op, maar we hebben er altijd op gelet dat we tijd voor haar vrijmaakten.” Daarom hielden ze de kerstvakantie ook klusvrij. “Dan was het echt vakantie. We gingen dan wel naar het huis, maar raakten geen hamer aan. We sliepen in de caravan in de tuin en maakten ons eten in de buitenkeuken.”
Later bleek in een van de vijf huizen in de straat een meisje van Tess’ leeftijd te wonen. “Dat klikte heel leuk. En bijkomend voordeel: als zij speelden, konden wij ongestoord door. Grappig genoeg zijn zij nog altijd beste vriendinnen.”

Huis weg, baan weg

Hun deadline stond op 2020, zeven jaar na de aankoop, want dan zou er een aantal dingen samenvallen die het emigreren makkelijker maakten. “Edwin zou met prepensioen kunnen en Tess zou klaar zijn op de basisschool.”
Natalie zegde ook haar baan op. Allebei reden ze op de ambulance, al zo’n twintig jaar – daar hebben ze elkaar ook leren kennen. “We hebben ons werk met veel liefde gedaan, maar het was goed zo. Je ziet een hoop ellende, ik werd een dagje ouder, de nachtdiensten gingen me tegenstaan. Ik merkte ook meer agressie tegen ambulancepersoneel. Ik denk dat ik sowieso mijn baan had opgezegd, ook als we niet naar Frankrijk waren gegaan.”
Het plan kwam op om bij hun boerderij een gîte te beginnen en verder zou Natalie wel zien wat er op haar pad zou komen. Het huis in IJmuiden werd verkocht. Op een mooie zomerdag zwaaiden ze iedereen uit. Dat was wel even slikken, Natalies moeder was al tachtig. Maar hup, niet te dramatisch en gaan! Een paar weken later zou ze al naar Frankrijk komen. “Helaas overleed ze de dag nadat we aankwamen en zat ik de dag erna weer in Nederland. Ik wist natuurlijk dat ze ooit zou gaan, maar dit was heel onverwacht en bizar, zo kort na de verhuizing.”
Het huis bood daarna een hoop afleiding, want het was nog niet klaar. Met de gîte schoten ze gelukkig wel op. “Natuurlijk waren we de vloer nog aan het dweilen toen de gasten al onderweg waren. Een klassiek Ik-vertrekmomentje.”
Klussen doen ze alleen als de gîte niet geboekt is of als de gasten een dagje weg zijn. Daarmee duurt het klussen voort. “Er liggen altijd nog duizend klusjes te wachten. Het gras moet gemaaid, kozijnen geschilderd, onderhoud. Zo’n oud huis is nooit af. En als je het af hebt, is het eerste weer toe aan onderhoud. Maar zo blijven we lekker bezig.”

Werken met een wijntje

Bezig is Natalie sowieso, want niet alleen werkt ze een à twee dagdelen op een Nederlandse camping in de buurt, ze is ook haar eigen bedrijfje gestart. Onder de vleugels van een grote makelaarsketen in Frankrijk verkoopt ze woningen “Toen mijn buurman zijn huis wilde verkopen, raakte ik aan de praat met zijn makelaar. Ik zei hem dat ik wel foto’s voor hem wilde maken en zo ben ik erin gerold. Ik heb online trainingen gevolgd en binnenkort passeert mijn eerste huis bij de notaris. Heel leuk werk. De ene week ben ik er twintig uur zoet mee, de andere week zomaar 45 uur.” Maar… ze ging toch voor een wat rustiger leven? “Klopt helemaal. Maar werken voor jezelf voelt zo anders. Gisteravond laat kreeg ik nog een mailtje. Was dat van een baas geweest, dan was ik misschien geïrriteerd: waarom stoor je me buiten werktijd? Nu vind ik het alleen maar leuk dat er interesse is in een huis.”
En niet geheel onbelangrijk: “Ik klap mijn laptop vaak open op de veranda. Het zonnetje aan het einde van de middag, een glaasje wijn naast me…Dat is wel even een andere manier van werken.”
Over wijn gesproken, daar heeft ze vast nog nooit zo veel van gedronken als nu. Ze lacht. “Daar moet ik hier wel op letten, ja. Het is hier heel gebruikelijk om bij de lunch, ook op een werkdag, een glaasje te drinken. En als we op de veranda zitten, uitkijkend over ons eigen land, genietend van de rust, zien we dat ook altijd wel als een mooie aanleiding om er eentje in te schenken.” Misschien juist daarom komen de croissants er niet in. “Alleen op zondag. Anders word ik helemaal tonnetjerond.”

Kroketje

In een gehucht met de dichtstbijzijnde stad op 45 kilometer afstand zijn Natalie en Edwin veel op elkaar aangewezen. Helemaal nu Tess op een internaat zit. “Verschrikkelijk vond ik dat in het begin, maar als je op het platteland woont en je gaat naar de middelbare school, dan hoort dat erbij.”
Ze zijn dus veel op zichzelf, maar vinden dat niet erg. “Juist heerlijk. Ja echt! Anders moet je ook niet op het platteland gaan wonen. We hebben wat Franse kennissen, goede buren. Meer hoeft niet. Als we willen, kunnen we de hele dag andere Nederlanders opzoeken, er zijn er hier best veel. Maar dat hoeft voor ons niet. We hebben af en toe Nederlandse, maar vooral Vlaamse gasten, en dat is prima. Wij zijn niet van die échte Nederlanders, al maak je me wel blij met een pot pindakaas. Dat dan weer wel. Of een kroketje op zijn tijd. Dat hoeven we hier niet te missen, want Edwin maakt ze gewoon zelf. Hij staat graag in de keuken. Inmiddels kan hij ook een heerlijke filet americain maken.” Want hoe Frans dat ook klinkt, ze kunnen het daar nergens vinden. Net als, logisch ook, Hollandse haring. “Edwin kan daar heel gelukkig van worden. Er is al meerdere keren eentje, vacuüm verpakt in een koelbox, met visite mee deze kant opgekomen.”
Vrienden en familie uit Nederland zien ze natuurlijk minder, maar het contact is wel beter. “De tijd die je nu met elkaar doorbrengt, is veel intensiever. Vroeger dronk je een kop koffie en dan ging je weer. Nu heb ik soms wel een week de tijd voor visite.” Zo is de dochter van Edwin net geweest, met de kleinkinderen. “Die zag ik in Nederland niet dagelijks en nu heb ik een week lang van ze kunnen genieten.” En om de week spreekt ze haar zus. “De vrijdagmiddagborrel noemen we
dat. Dan videobel ik met mijn zus en praten we lekker bij.”

Vreselijk accent

Het moge duidelijk zijn: heimwee heeft ze niet. “Nooit gehad ook. Tess miste af en toe haar vriendinnen in Nederland, maar dat mag. Ze is zo snel geïntegreerd. Op haar nieuwe school wisten haar klasgenoten niet eens dat ze niet uit Frankrijk kwam tot ze mij hoorden praten: ik heb een vreselijk accent. Ondanks Duolingo en twee keer per week Franse les.”
Natalie blijft gewoon oefenen. Ze heeft de tijd, want terug naar Nederland gaan ze niet. “Je hoort weleens dat mensen op hun oude dag terug naar Nederland willen. Of als ze zorg nodig hebben. Wij hebben al naar elkaar uitgesproken: wij gaan niet meer terug. Nog geen dag, geen seconde is het in ons opgekomen. Hoe kunnen we ook? Als je eenmaal hier geweest bent, kun je nooit meer ergens anders wonen.”

Foto: privébezit

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

Uit andere media