Canva1 2024 04 15t135415.836

Nancy werkt al 25 jaar als vrijwilliger op de dierenambulance

Wilde katten, losgeraakte koeien, een hamster in de Albert Heijn… Als vrijwilliger bij de dierenambulance maakt Nancy (56) de gekste dingen mee. Het is dankbaar werk, maar ook moeilijk. “Toen de veearts het paard moest laten inslapen, brak ik.”

Nancy: “Er bestaat geen school waar je voor dierenvriend kunt studeren. Met deze zin begin ik mijn onlangs verschenen boek Blaffende honden bijten soms over mijn ervaringen bij de dierenambulance. Dierenvriend kun je niet worden of aanleren, dat ben je. Ik was al als jong meisje begaan met alles wat leeft in de natuur. Tijdens familievakanties aan het Veluwemeer redde ik lieveheersbeestjes uit het water. En dat waren er nogal wat. Later bracht ik vogels met een gebroken vleugel of die verzwakt of ziek waren naar de vogelopvang. Ook kwam ik regelmatig met gewonde dieren thuis. Ik vond eens een kikker met drie poten. Omdat de kikker – ondanks het gemis van die ene poot – thuis steeds uit het bakje sprong, vroeg mijn moeder of ik hem toch weer in de sloot wilde uitzetten. Of ik kwam thuis met jonge eendjes die moederloos rondliepen. Die gingen uiteindelijk naar de kinderboerderij. Verder was ik als kind fel gekant tégen de zeehondenjacht en vóór Greenpeace. En ik was dol op paarden. In Rotterdam, waar ik destijds woonde, had ik een verzorgpaard, Hannia, een Gelderse merrie. Iedere dag ging ik naar haar toe en één keer in de week mocht ik op haar rijden. Hannia en ik waren maatjes en onafscheidelijk. Tot ze op een dag niet meer in haar stal stond. Ze was al meerdere keren kreupel geweest en daardoor onbruikbaar geworden voor de manege. Ik was ontroostbaar. Nog steeds als ik over haar praat, voel ik tranen opkomen. Het is een open wond. We hebben nog wel navraag gedaan om te achterhalen waar Hannia was gebleven, maar ik heb haar nooit meer gezien. Sinds die tijd ben ik voorzichtiger geworden. Ik hecht me niet meer zo snel aan dieren die niet van mezelf zijn. Eigenlijk best verdrietig, want de verbinding die je met een dier kan krijgen, is het mooiste dat er is. Ook als het gaat om een paard van de manege of een geit op de kinderboerderij.

Wonderlijke wereld

Omdat ik zo begaan was met dieren wilde ik in eerste instantie dierenarts worden. Uiteindelijk koos ik toch een ander studie en werd ik radiodiagnostisch laborant in het ziekenhuis. Met dieren werken bleef lange tijd iets voor in mijn vrije tijd. Zo gaf ik rondleidingen in Diergaarde Blijdorp. Een wonderlijke wereld. Je komt met allerlei soorten dieren in aanraking. En ik kreeg er natuurlijk een geweldig kijkje achter de schermen. Zo mocht ik eens mee naar het bassin van een zeeotter, zat ik daar ineens de snuit te aaien van het zeedier. Ook mocht ik pasgeboren kleine lynxen van heel dichtbij bekijken. En af en toe zelfs met de neushoorn kroelen.
Op een gegeven moment, ik werkte toen al acht jaar in de dierentuin, wilde ik graag vrijwilligerswerk doen samen met mijn vriendin Margreet. Zij probeerde het een tijdje in Blijdorp, maar dat was niet echt haar ding. Dus meldden we ons aan bij de dierenambulance in Rotterdam. We werden daar met open armen ontvangen, er zijn altijd vrijwilligers nodig. Voordat Margreet en ik samen op een ambulance konden, werden we ingewerkt door een ervaren vrijwilliger. Ik weet nog dat de eerste melding binnenkwam over de portofoon. Een gewonde zwaan op de Erasmusbrug. We reden ernaartoe en ik werd meteen in het diepe gegooid. “Pak jij ‘m maar”, zei mijn mentor. Nu ben ik niet zo snel bang en bovendien had ik al de nodige ervaring met dieren. Dus stapte ik uit, greep het dier bij zijn nek en tilde hem in een van de kennels in de wagen. Vuurdoop geslaagd.
Gelukkig maar, want vogels zoals zwanen en ganzen staan hoog in de top drie van meest voorkomende meldingen. Vooral in het voorjaar. Jonge gewonde vogels die door een kat zijn gepakt of uit het nest zijn gevallen. Daarnaast krijgen we veel meldingen van katten. Gewonde, aangereden katten, maar ook katten die nieuw zijn in een buurt en waarvan mensen twijfelen of ze wel verzorgd worden. We checken altijd even of ze een chip dragen. Als dieren gechipt zijn bij de dierenarts kunnen we achterhalen wie de eigenaar is. Soms geven we ze een belbandje in de hoop dat de eigenaar contact met ons opneemt. Wat tegenwoordig ook opvallend vaak voorkomt, zijn meldingen over tropische vogels. Die brengen we naar de vogelopvang. Soms komt een blije eigenaar het beestje halen, maar vaak ook niet.

Een ton per schaap

Een tijdlang reed ik met Margreet samen op de dierenambulance. Maar toen zij stopte, werd ik een koppeltje met Vincent. Hij en ik zijn helemaal op elkaar ingespeeld, anderen denken soms dat we getrouwd zijn. Maar niets is minder waar. Ik ben al heel lang samen met Jos. We wonen nu in Noord-Brabant samen met onze twee katten Waylon en Kitty en drie schapen. Speciaal voor die schaapjes zijn we verhuisd naar een woning met een stukje grond. Mijn vriend grapt altijd: “Die schapen hebben een ton per schaap extra gekost.” Als het aan mij had gelegen dan had ik een boerderij vol met dieren gehad. Maar Jos vindt het aantal dat we nu hebben genoeg.
Ik reed de eerste jaren een of twee keer per week op de Rotterdamse dierenambulance. Maar sinds ik in Noord-Brabant woon, doe ik eens in de twee weken een dienst. Naast dat het fijn is om dieren in nood te helpen, trekt mij het avontuur. Je maakt de meest bizarre dingen mee. Verhalen die het goed doen op verjaardagen. Ik herinner me een melding vanuit de Albert Heijn. Er was een loslopende cavia gespot. Toen we aankwamen had het winkelpersoneel het knaagdier al gevangen en in een grote doos gestopt. Toen ik er even inkeek, zag ik meteen dat het geen cavia was. “Dit is geen cavia, maar een hamster. Dezelfde soort als in jullie reclames.” Hoe die hamster in de supermarkt is terechtgekomen, blijft een raadsel. Waarschijnlijk is-ie opzettelijk losgelaten en is het een misplaatste grap. Toen we het diertje veilig hadden weggebracht naar de opvang en ik aan hem zag dat het goed ging, moest ik stiekem toch een beetje glimlachen om het voorval.

Alle dieren gezien

Wat mij ook regelmatig wordt gevraagd, is of het gevaarlijk werk is, wat ik doe. Ik zeg altijd: “Als je weet wat je moet doen, niet.” Hoewel je altijd in benarde situaties kunt komen als je dieren helpt. Ik heb eigenlijk alle dieren al wel zo’n beetje gezien. Ook de meest exotische. Slangen, een schorpioen, vleermuizen. Op mijn bucketlist staat nog zo’n grote, harige vogelspin. Er bellen weleens mensen die een grote spin aantreffen in hun huis. We nemen dan altijd een kijkje. En soms zijn die spinnen ook echt groot. Maar ik draai mijn hand er niet voor om. Wilde katten vind ik veel enger omdat ze kunnen bijten en kunnen uithalen met hun klauwen. Hetzelfde geldt voor een agressieve hond. Als je die tegenkomt, moet je voorzichtig zijn. En ook bij losgeraakte koeien en paarden moet je op je hoede zijn.
Wat diepe indruk op mij maakte, was een gigantische brand op een manege. Ik was nog niet zo lang bij de dierenambulance. Het was slecht weer, sneeuw. Toen we aankwamen, stonden overal hulpdiensten met zwaailichten. De situatie was onoverzichtelijk. Ik stapte uit en zag een kudde paarden op me afkomen. In mijn ooghoek zag ik links van de weg een groot weiland. Ik ben midden op de weg gaan staan zwaaien met mijn armen. Ik viel natuurlijk op, want ik had een reflecterende veiligheidsjas aan. Gelukkig stopten de paarden vlak voor mijn neus, precies zoals ik hoopte. En gingen ze naar links het weiland in. De meeste konden we op die manier in veiligheid brengen. Helaas waren er ook wat in de sloot terechtgekomen. De meeste kregen we er snel uit, maar eentje moest met behulp van politie en brandweer op de kant gehesen worden. Het geredde paard was flink onderkoeld. Aangekomen bij de trailer stapte het naast de laadklep en brak het zijn been. De aanwezige veearts kon niks meer doen voor het dier en euthanaseerde het. Op dat moment brak ik.
Als ik nu nog weleens iets hoor of lees over een brand, een ongeluk of een andere ramp, dan denk ik ook meteen aan de dieren. Voor de mensen wordt meestal wel gezorgd, gelukkig. Maar voor de dieren… Niet gek dus dat ook de goede doelen waaraan ik geef allemaal te maken hebben met dieren. Toch is het niet zo dat ik niet van mensen houd. Ik ben ook een mensenmens. Heb vrienden, familie, zonder wie ik niet zou kunnen. En als vrijwilliger op de dierenambulance moet je goed kunnen omgaan met mensen. Helaas zijn het ook de mensen die veel dierenleed veroorzaken. Huisdieren nemen waar ze niet voor kunnen zorgen. Dat maakt me weleens verdrietig. Helemaal als ik een dienst heb waar ik uren achtereen mishandelde of overleden dieren zie. Dieren die levend in containers of bij het grof vuil worden gedumpt, vastgebonden zijn aan een boom of achtergelaten worden in een huis. Tuurlijk leer je er door de jaren heen beter mee omgaan, maar het raakt me nog steeds. Want elk leven, of het nu van een mus, hond, konijn of kat is, is er één. En ergens is het ook goed dat het me iets doet. Ik zeg altijd: als het je niet meer raakt, kun je beter iets anders gaan doen.

Passie als werk

“Ik werk allang niet meer in het ziekenhuis, maar als homeopaat voor mens en dier. Ik heb een eigen praktijk en krijg honden met gedragsproblemen, dieren met huidproblemen of schijndrachten en katten met nierfalen of andere ouderdomsklachten. Maar ook paarden en koeien. Daarnaast geef ik voorlichting aan brandweermensen hoe ze met dieren moeten omgaan in noodsituaties. Het is een training voor hun eigen veiligheid en die van de dieren. Je kunt stellen dat ik van mijn passie ook mijn werk heb gemaakt. Al kan ik niet zonder mijn vrijwilligerswerk op de dierenambulance. Voor mij betekent dat namelijk – hoe gek het ook klinkt – een avondje ontspannen. Ik houd van de reuring, het onverwachte. Er gebeurt zoveel tijdens een dienst. Dieren die we bevrijden uit een benarde situatie. Maar ook ouderen die blij zijn dat we met hun huisdier naar de dierenarts rijden. Verdrietige situaties maken we natuurlijk ook mee. Een dode vos of hond die we van de snelweg moeten halen. Maar ook blije, als een eigenaar bijvoorbeeld na twee weken wordt herenigd met zijn zoekgeraakte kat. Dan denk ik altijd: daar doe ik het voor.”

Nancy schreef een boek over haar belevenissen bij de dierenambulance: Blaffende honden bijten soms, € 21,99, uitgeverij Just Publishers.

Tekst: Jolanda Hofland
Foto: Ruud Hoornstra, Mirjan Bunskoek, Vincent Breur
Visagie: Lisette Verhoofstad

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.