Canva1 2024 06 19t105613.578

Na 23 dagen huwelijk overleed de man van Roos

Toen Roos (31) trouwde met Tom, wist ze dat het niet voor lang zou zijn. Hij was toen al terminaal ziek, maar de bruiloft was een dag vol feest. “De ambtenaar zei: ‘Jullie liefde blijft, ook over de grens van het leven.'”

Roos: ‘‘In onze hotelkamer stond een bos bloemen en op het bed lag een geprint versje: ‘Mijn ogen zien thuis, met één blik in de jouwe. Trouwen?’ Ik ben dyslectisch, dus ik twijfelde of ik het wel goed las. Maar toen ik me omdraaide, zat Tom op één knie. In zijn hand hield hij een doosje van de juwelierszaak waar ik werk, met een gouden ring met diamanten. Mijn mond viel open – meende hij dit écht? Ik begon te lachen en huilen tegelijk en liet me, al ja-roepend, in zijn armen vallen. We sliepen in een hotel omdat we de volgende ochtend vroeg werden verwacht in het ziekenhuis. Daar zou Tom zijn eerste chemokuur krijgen, in de hoop zijn levensduur nog iets te verlengen. Een loodzware tijd stond ons te wachten, maar dit geluk, het feit dat we man en vrouw zouden worden, nam niemand ons meer af.”

Lief en veilig

“Tom en ik leerden elkaar in 2017 kennen op Tinder. Ik vond hem lief, zorgzaam en met zijn lengte van bijna twee meter voelde ik me heel veilig bij hem. De gevoelens waren wederzijds, maar Tom kwam net uit een lange relatie en het ging hem allemaal iets te snel, waardoor we het contact verloren. Na een aantal maanden schreef ik hem een brief, waarin ik zei dat ik hem toch wel héél leuk vond. Later bleek dat hij, net voordat hij die brief binnenkreeg, tegen een vriend had gezegd: ‘Als ik ooit met iemand ga trouwen, dan is het met Roos. Maar ik durf haar niet meer aan te spreken.’ Je begrijpt: na die brief was het in no time ‘aan’. We waren smoorverliefd en hoopten in de nabije toekomst te gaan samenwonen, maar toen sloeg het noodlot toe. In augustus 2019, we waren een jaar samen, kreeg Tom de diagnose darmkanker. Een agressieve en zeer zeldzame vorm; de kans dat je de loterij wint, is groter. Onze wereld stond in één klap stil. Darmkanker? Op zo’n jonge leeftijd – Tom werd twee dagen later 28 – terwijl hij altijd kerngezond is geweest? De dag na zijn verjaardag volgde nóg een mokerslag: artsen zeiden dat het niet meer goed zou komen. De ziekte zou het van Tom gaan winnen, de vraag was alleen wanneer. Artsen konden geen termijn geven. Het nieuws was niet te beseffen, maar we hoopten één ding: dat we in ieder geval nog een aantal jaren samen zouden hebben.”

Harde humor

“Tom huurde een kamer in Nijmegen, ik woonde in Den Bosch. Na de diagnose trok ik bij hem in om voor hem te zorgen. Ik ging mee naar alle ziekenhuisafspraken, hield zijn medicatieschema bij en maakte aantekeningen van wat de artsen zeiden. Ik was een soort tijger die zich vol overgave over haar welp ontfermde – mijn gevoel van machteloosheid werd zo iets draaglijker. Tom kon meedoen aan een experimentele chemobehandeling. Die zou hem misschien wat extra tijd geven, maar geen genezing. Zorgzaam als Tom was – hij werkte in de jeugdzorg – zei hij: ‘Als ik er toekomstige patiënten mee kan helpen, ga ik ervoor.’ De verpleging zag hoe close we waren. Als Tom ’s nachts niet kon slapen, belden ze mij: ‘Kun je komen?’ Legde ik daarna mijn hand op zijn rug en kriebelde ik hem zachtjes, dan dutte hij in. We huilden veel samen, maar lachten ook wat af. Harde, zwartgallige humor. Zo zetten we ‘de kankerkaart’ in als we iets moesten regelen, al was het maar om in het restaurant eerder koffie te krijgen. Het hielp om de boel te relativeren. Vlak voor kerst, vier maanden na de diagnose, zeiden de artsen dat we niet meer in maanden, maar in weken moesten gaan denken. Dat bericht kwam als een enorme schok. Wij dachten in jaren, en nu hadden we nog maar een aantal wéken? Niet te bevatten. We konden alleen maar huilen, al voelde Tom nog wel een zekere vechtdrang. Zo wilde hij per se zijn eigen hospice regelen. ‘En,’ zeiden we tegen elkaar, ‘we moeten ook nog trouwen.’”

Trouwpak in het hospice

‘Mijn jurk had ik met mijn moeder, schoonmoeder en vriendinnen al uitgezocht. Ook de rest van de voorbereidingen waren in volle gang. Een vriendin van mij had contact opgenomen met Make A Wedding Wish (een stichting die de trouwwens van bruidsparen vervult, van wie een partner of gezinslid levensbedreigend ziek is, red.). Samen met hen bespraken we onze wensen en werd onze bruiloft, in ons enthousiasme, steeds groter. Geen intiem samenzijn met een handjevol dierbaren, maar ‘zoals het hoort’: de ceremonie, een taart, diner en groot feest. Het plan was om eind februari 2020 te trouwen, maar omdat we niet wisten hoelang Tom nog had, besloten we de datum naar voren te halen: 8 januari. In het hospice paste Tom zijn trouwpak in het bijzijn van zijn ouders en broer. Ook schreef hij een speech van wel vier kantjes. Voor hem was het regelen van de bruiloft, nog veel meer dan voor mij, iets positiefs in alle ellende. Het was een dag om naar uit te kijken, om – letterlijk – naar toe te leven.”

Liefde vieren

“In een prachtig kasteel in Gelderland las Tom met een brok in zijn keel zijn speech voor: ‘Je bent het allermooiste dat me is overkomen en ik heb me nog nooit zó bij iemand op mijn gemak gevoeld.’ Snotterend, maar met een gigantische glimlach, zat ik naast hem. Ook de rest van de dag hielden we het niet altijd droog, maar er werd ook heel veel gelachen. Na het taartmoment lieten we samen een witte ballon op, die symbool stond voor mijn vader. Hij overleed na een lang ziekbed toen Tom en ik nog maar kort samen waren. Achteraf gezien ben ik heel blij dat zij elkaar nog hebben leren kennen. Na zijn overlijden is Tom naar het verzorgingstehuis gegaan, om letterlijk tegen mijn vader te zeggen: ‘Voor jouw vrouw en dochter steek ik mijn hand in het vuur.’ Tom droeg op onze bruiloft ook de manchetknopen van mijn vader – zo mooi. Het was even spannend of alle festiviteiten niet teveel voor hem zouden zijn. Maar afgezien van een rustmoment na het diner, ging het hem goed af. We vierden onze liefde en genoten zo intens van het samenzijn, dat we zijn ziekte heel even vergaten. Aan het einde van het feest vroeg Tom het personeel van het kasteel zelfs: ‘Mag het nog een uurtje langer?’”

Trouwfoto’s als troost

“Helaas ging het de weken daarna heel snel bergafwaarts. Tom werd steeds zwakker en overleed uiteindelijk op 31 januari, drie weken na onze bruiloft. Hij koos daarbij voor euthanasie en had zijn eigen uitvaart georganiseerd: in een oude fabriek die dienstdoet als feestlocatie. Zijn kist stond op het podium te midden van discolampen en zijn ‘anti-uitvaart-playlist’ werd afgespeeld, met foute nummers als Stayin’ Alive van de Bee Gees. Het was zwaar, maar de gedachte dat hij heenging op de manier zoals hij het wilde, bood troost. De weken daarna hield ik daaraan vast en keek ik eindeloos onze trouwfoto’s en -film terug. Van Tom had een videograaf bij ons huwelijk niet zo nodig gehoeven, maar wat was ik blij dat hij daar toch mee akkoord was gegaan. Zo kon ik onze geweldige dag steeds weer opnieuw beleven. Even zijn stem horen, zijn glimlach bekijken. Of zien dat hij zijn mondhoek scheef trok als hij me aankeek, alsof hij wilde zeggen: ‘Ik hou van jou, dat je dat maar weet.’ Drie weken na de uitvaart ben ik weer gaan werken. Ook ging ik met vriendinnen mee naar carnaval, want het leven gaat toch door. Wel heb ik ruimte gegeven aan de rouw, iets wat ik niet deed na het verlies van mijn vader. Toen kropte ik al mijn emoties op en belandde in een depressie, die ik met EMDR-therapie uiteindelijk weer te boven kwam. Na het afscheid van Tom heb ik meteen contact opgenomen met de huisartsondersteuner. Veel praten en mijn emoties uiten, ook met familie en vrienden, hielp enorm.”

Kleine dip

“Dankzij ons huwelijk kan ik nu met trots zeggen dat Tom van mij is. Tegelijkertijd heb ik daardoor de afgelopen jaren wel veel moeten regelen. Tom had een eigen bedrijf, dus de Belastingdienst bleef maar zeuren om papierwerk. En toen ik het abonnement op zijn Playstation wilde opzeggen, waarvan ik het wachtwoord niet wist, kreeg ik te horen: ‘Alleen de klant zélf kan opzeggen.’ Moest ik weer pijnlijk uitleggen waarom dat niet ging… Ik wilde niets liever dan de mooie herinneringen aan onze trouwdag koesteren en vooruitkijken, maar door al die randzaken werd ik steeds weer teruggeslingerd in het rouwproces.
Inmiddels ben ik vier jaar verder en is de rust teruggekeerd, maar ik bevind me sinds een tijdje wel in een kleine dip. In de familie hebben we onlangs te maken gekregen met andere gezondheidsproblemen en mijn oma is vanwege dementie naar een verzorgingstehuis gegaan. Ik heb me lang sterk gehouden, maar de pijp is nu even leeg. Gelukkig heb ik met mijn werkgever kunnen afspreken dat ik voorlopig halve dagen draai. Ik werk in een juwelierszaak en zit daar dicht bij het vuur: mensen komen langs voor trouwringen, maar ook om herinneringssieraden te laten maken ter nagedachtenis aan een dierbare. Ik begrijp die klanten als geen ander, maar als het me even teveel wordt, neemt een collega het over.”

De liefde blijft

“In de trouwring van Tom heb ik in zijn handschrift zijn naam laten graveren, met de coördinaten van de wensboom die voor hem is geplant. Ik draag ’m met veel trots aan mijn rechterhand – zo is hij nog steeds een beetje bij me. Ook richt ik me regelmatig tot hem op Instagram. Zo schreef ik op de dag dat we één jaar getrouwd waren: ‘Ik kijk met een stralende lach terug op alle momenten die ik met jou heb gehad. Elke dag is een gemis, maar het gaat goed met mij.’ Belangrijke, heel persoonlijke dingen stuur ik via een appje. Onze chat staat nog steeds bovenaan in mijn WhatsApp-lijst, vastgepind. Ik kan het niet aan om die te verwijderen, ook al is het enorm confronterend dat zijn nummer niet meer bestaat en er dus geen twee vinkjes verschijnen. Ik heb Tom bijvoorbeeld laten weten dat zijn nichtje het met de geboorte helaas niet heeft gered. Zijn schoonzus was op onze bruiloft zwanger, dus hij heeft gelukkig geweten dat hij oom zou worden.
Inmiddels heeft hij er twee kerngezonde neefjes en een nichtje bij. Met hen en de rest van zijn familie heb ik veel contact.

Vlak voordat Tom kwam te overlijden heeft hij tegen hen gezegd: ‘Mijn grootste angst is niet om dood te gaan, maar om Roos alleen achter te laten. Ik wil niet dat haar leven stil komt te staan. Als er ooit een nieuwe liefde in haar leven komt, mag die er zijn.’ Ontzettend lief en begrijpelijk ook – ik ben pas éénendertig. Je weet nooit hoe het loopt, maar ik ga er vanuit dat ik nog een heel leven voor me heb.

Inmiddels heb ik een aantal keer gedatet. Dat was wennen, maar ik weet dat het oké zal zijn als ik opnieuw verliefd word. Ik heb dat zelfs al van dichtbij meegemaakt: mijn moeder heeft na het overlijden van mijn vader een nieuwe liefde gevonden en het is fijn om te zien hoe gelukkig dat haar maakt. Tegelijkertijd zal Tom voor altijd bij mij horen. Hij zit diep in mijn hart en gedachten, precies zoals onze trouwambtenaar het zo mooi verwoordde: ‘Jullie liefde blijft, ook over de grens van het leven.’”

Tekst: Tessa Heselhaus
Foto: Ruud Hoornstra
Visagie: Lisette Verhoofstad

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.