Canva1 2024 03 19t105149.239

Mathilde verloor haar oudste zoontje en man

Mathilde verloor in korte tijd haar zoontje Jona en haar man Sebastian. Samen met Benjamin (2), haar jongste zoontje, gaat ze door. Maar het voelt, ondanks de lieve mensen om hen heen, vaak eenzaam. “Tegenwoordig ervaar ik heel soms weer geluk, als ik Ben vasthoud. Dat is fijn, maar het voelt niet als geluk zoals ik het ooit kende.”

Mathilde: “Een man aan de haak slaan was niet helemaal mijn bedoeling, het zou dan de zoveelste in een niet al te lange tijd zijn. Het was wel even genoeg zo, vond ik. Toch raakte ik op Tinder in gesprek met Sebastian. Na een maand appen, voelde ik al iets van verliefdheid. Deze man was wel héél leuk. We spraken af, hij haalde mij thuis op en we kletsten wat op een terrasje. De vonk sloeg over, twee jaar later trouwden we en niet veel later was ik zwanger.

Mijn zwangerschap was zwaar. Ik was ontzettend moe en hormonaal. Jona kwam via een keizersnee ter wereld en oogde direct ziek, je zag dat hij niet comfortabel was. Ook de arts en verpleegkundigen hadden een niet-pluisgevoel, maar wat er was, wist niemand. Toen hij stopte met drinken, werden we naar het LUMC verplaatst, maar ook daar konden ze niets vinden. Het enige wat we wel te horen hadden gekregen, was dat Jona ernstig slechthorend was. Dat hakte erin, ons perfecte plaatje viel in duigen. Was dat het maar alleen geweest, denk ik nu weleens…

Na drie weken ziekenhuis mochten we naar huis. Jona huilde veel en hield zijn voeding slecht binnen. We hebben heel wat dokters gezien. Met zijn gehoor bleek later niets mis, maar toch klopte er iets niet. Jona staarde en contact met hem maken was moeilijk. Je moest er echt je best voor doen. Ik was alleen maar aan het zorgen. Als Sebastian uit zijn werk kwam, zat ik vaak nog op de bank in mijn badjas. Ik kwam aan niets toe.”

Zo’n leegte

“Uit een spierbiopt bleek dat Jona een stofwisselingsziekte had, welke precies was niet duidelijk. ‘Hij gaat niet oud worden’, vertelde de arts ons. Ik kan niet omschrijven wat je op zo’n moment voelt. We waren zo ontzettend van slag. Er was zo’n leegte. Maar na een paar dagen ging er een knop om. Jona was er nog, we zouden er het beste van maken. Met de juiste medicatie kregen we hem enigszins comfortabel. Jona kreeg voeding door een sonde. Ik liep dagen met hem rond in mijn armen, vaak zingend. De zorg was een fulltime job, fysiek maar ook emotioneel. Het zuigt je leeg om je kind pijn te zien hebben. Af en aan werd hij opgenomen. Toen corona uitbrak, kwam Sebastian thuis te zitten. Alles deden we samen, we wilden zelfs geen risico met pgb’ers in huis nemen. Jona’s tweede verjaardag vierden we in de tuin, met wat bezoek op afstand. We waren zielsgelukkig dat we hem nog hadden.

Niet lang daarna werd Jona opnieuw opgenomen, het ging niet. Ik kan me herinneren dat ik toen tegen Sebas zei dat ik dacht dat Jona geen drie zou worden. Jona verdroeg geen sondevoeding meer. Van één milliliter werd hij al wakker en moest hij kokhalzen. Het ging zo slecht, dat onze familie achter het raam afscheid van Jona nam. Jona gaf duidelijk aan dat hij niet meer kon en wij wilden zijn lijden voor hem niet verlengen. We wilden naar huis en dat kon doordat er met man en macht is gewerkt om zo snel mogelijk 24-uurszorg te regelen. Eenmaal thuis heeft Jona nog anderhalve dag geleefd. Ik voelde zijn handjes koud worden, om 06.50 uur is hij heel rustig bij ons op schoot, op de bank overleden. De gordijnen in de woonkamer waren nog dicht, die heb ik daarna voor altijd opengelaten. Dichte gordijnen herinneren mij aan die ochtend.”

Vol in de rouw

“Het afscheid was mooi, we hebben het klein gehouden, ik had geen behoefte aan veel bezoek. De kistjes waar we uit konden kiezen, waren het allemaal nét niet, vonden we. Ze waren zo hoekig en wij hielden van rond, dat vonden we mooier, lieflijker. Sebastians neefje heeft toen een kistje gemaakt dat wel voldeed aan onze wensen. Ook toen Jona er niet meer was, was alleen het beste goed genoeg voor hem. Sebastian en ik hebben hem samen naar zijn graf gedragen en moesten hem toen echt loslaten. Die dag bestelde ik een zwangerschapstest. Een dag na de uitvaart van onze zoon hield ik een positieve test in mijn handen – ik wist het eigenlijk al, ik was zo’n acht weken zwanger. Ik heb hier helemaal geen zin in, dacht ik. Tot de eerste echo negeerde ik mijn zwangerschap zo goed als ik kon. Ergens was ik wel blij, maar ik wilde geen ander kind. Niemand kon Jona vervangen. En bovenal; ik kon er niet nog eentje verliezen.
Ik heb de hele zwangerschap met mijn ziel onder mijn arm op de bank gezeten. Ik zat vol in de rouw, het was niet te doen. Met 38 weken en twee dagen werd de bevalling ingeleid. Benjamin begon gelijk te huilen, alles was vanaf het begin met hem zo anders. Ik was euforisch, alles ging zo relaxed. Maar er was ook nog dat enorme verdriet. Ons eerste uitje was naar de begraafplaats. Ik was heel blij dat Benjamin er was, toch voelden mijn armen nog altijd leeg.”

Heel slecht gevoel

“Ben was twee of drie maanden toen Sebastian begon te vermageren. Hij sliep slecht, had spierpijn en last van nachtzweten. We gingen er in het begin nog vanuit dat alle spanning er bij hem uitkwam. Maar toen hij uiteindelijk toch bloed liet prikken, bleek er meer aan de hand. Er moest een longfoto worden gemaakt en daarop was te zien dat er iets zat wat er niet hoorde. ‘We hebben al een kind verloren en we hebben net een baby gekregen’, zei ik. Ik was in shock. Sebastian had kanker. Acute lymfatische leukemie. Hij was nog jong, 31 pas. Zeventig procent overleeft; we hadden zo veel hoop. Toch had ik er diep van binnen vanaf het begin ook een heel slecht gevoel over. Maar dat drukte ik weg.

Sebastian werd ziek van de chemo’s, maar rolde er best goed doorheen. Begin 2022 kreeg hij een stamceltransplantatie, twee dagen later zou de chemo weer starten. Omdat hij geen afweersysteem meer had, werd hij ongelooflijk ziek toen hij een longontsteking én een koortslip kreeg. Enkele weken later bleek helaas dat de stamceltransplantatie niet was aangeslagen, dus hij moest opnieuw het traject in. Sebas kon amper eten en praten, aan zijn infuuspaal hingen wel vijf pompen met medicijnen. Op 28 maart 2022 was dan de tweede transplantatie. Zijn lichaam was inmiddels zo verzwakt, dat hij op de IC in slaap werd gebracht. Heel kort leek hij weer stabiel te worden, maar daarna ging hij opnieuw, door de chemo, achteruit. Ik zat bij hem toen midden in de nacht de artsen kwamen vertellen dat ze de behandeling moesten gaan stoppen, Sebastians nieren vielen uit. ‘Weet je het zeker?’, vroeg ik nog. Niet lang daarna heb ik alvast de begrafenisondernemer gebeld. Ik wilde dat ze mij kwam helpen Sebas zo snel mogelijk naar huis te krijgen. Dat was mijn wens; als hij maar niet in het ziekenhuis in een koelcel terechtkwam.

De enige die ik nodig had, lag te sterven. De verpleging hielp me naast Sebas te gaan liggen. Hoe neem je afscheid? Ik wist het niet. Sebastian overleed direct nadat de beademing werd stopgezet. Het was 05.50 uur. Ik weet niet meer of ik gehuild heb. Ik heb wel geschreeuwd vanuit een oergevoel. Nog een tijdje heb ik in het bed naast Sebas gelegen en zijn hand vastgehouden. Ik ben nu alleen, ik ga dit ook alleen doen, besloot ik. Als Sebas er niet is, wil ik niemand anders.  ‘Als je overlijdt, wil ik je dragen’, had ik Sebas gezegd. Dat vond hij geen goed plan. Ik moest voor de kist lopen, met Ben. Dat hebben we gedaan.

Ben kwam niet lang na de uitvaart weer thuis wonen, hij was zeven weken bij mijn ouders geweest. In de tijd dat Sebas in het ziekenhuis lag, kwam hij twee keer in de week langs. De laatste keer, toen kon Sebas al nauwelijks meer praten, heeft hij bij het afscheid heel bewust ‘Dag Benjamin’ gezegd. Alsof hij wist wat er ging komen.”

Balans was zoek

“Ik voelde me die eerste periode eenzaam. Ik heb veel lieve mensen om me heen, maar uiteindelijk gaat iedereen weer naar huis en blijf ik alleen achter. Ik ben aan het overleven. Slapen ging in het begin slecht, ik stelde het moment van naar bed gaan rustig uit tot wel twee uur ’s nachts. De nacht vind ik nog steeds onheilspellend, er is steeds die angst dat ik dan gebeld kan worden met slecht nieuws. Hier heb ik nu EMDR-therapie voor.

In september 2022 ben ik weer rustig gaan werken en ik paste een dag in de week op mijn neefje. Ik ging goed op stress, daar kreeg ik energie van. Afgelopen januari kwamen alle herinneringen weer naar boven. Ik had herbelevingen en kreeg paniekaanvallen, ik overzag het niet meer. Op een avond viel het kwartje. Ik had mezelf al die tijd in de derde persoon geplaatst en van een afstandje naar mezelf gekeken. Ik praatte redelijk emotieloos over wat me was overkomen, alsof het over iemand anders ging. Maar ík had mijn man en kind verloren! Wat dacht ik nou werkelijk dat ik allemaal aan het doen was? Pas in de avond, als ik echt alleen was en Ben op bed lag, kwamen de tranen.

De balans was zoek. Ik liet alle ballen uit de lucht vallen, behalve de ballen die niet konden vallen en ging terug naar de basis, met hulp van de mensen die om me heen staan, tegen wie ik aan mag huilen en de meest depressieve versie van mezelf mag zijn.

Tegenwoordig ervaar ik heel soms weer geluk, als ik Ben vasthoud. Dat is fijn, maar het voelt niet als geluk zoals ik het ooit kende. Het leven kan ongetwijfeld nog leuk worden, maar ik zie dat nu nog niet voor me. Ik krijg Jona en Sebastian niet terug. Dus echt héél leuk zal niet lukken.

Het verdriet beheerst mij momenteel. Als Ben mij roept, ben ik er, maar hij kan ook weleens de spreekwoordelijke druppel zijn waardoor mijn emmer overloopt en ik onredelijk reageer. Ik voel mijn afwezigheid, terwijl ik er wel ben. Wat helpt, is dat ik me naar hem uitspreek. ‘Mama is nu even chagrijnig’, zeg ik dan. Ben voelt mij heel goed aan. Dat deed hij al toen hij nog maar vijf maanden was en Sebastian belde dat de arts hem wilde spreken; ik schrok en Ben verstilde compleet in zijn Maxi-Cosi – alsof hij begreep dat er iets ergs gaande was. Het is zo’n makkelijk kind. Het meest geweldige kind ook. Hij lijkt op Sebas en op Jona. Soms denk ik weleens: wat als ik nou niet zo jong al moeder was geworden… Maar dan was Ben er niet geweest. God wist wat ik nodig had, Ben moest er zijn voor mij, wij zijn nu een team. Ik ben trots op mezelf, op hoe ik het doe en ik denk dat ik best een goede moeder ben. Sebastian zei dat ook altijd…”

Tekst: Hester Zitvast

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.