vrouw

Marsja: ‘De erfenis heeft mijn familie verscheurd’

Toen de moeder van Marsja (49) overleed, was haar zus er als de kippen bij om de sieraden in te pikken. Haar broer ging er met de iPad en auto vandoor. “Ik bleef over met een huis dat moest worden leeggeruimd…

Marsja: “Mijn moeder was de vredesduif van de familie, allergisch voor ruzie. Dat was fijn, want ze zorgde voor harmonie: in ons gezin vielen eigenlijk nooit harde woorden. Maar het kon ook benauwend zijn. Ze was zo bang voor conflicten, dat er nooit iets werd uitgesproken. Terwijl af en toe zeggen wat je ervan denkt, er misschien een stevige discussie aan wijden, de lucht ook kan klaren.
Het is ironisch dat uitgerekend bij haar overlijden ons gezin uiteen is gevallen. De erfenis heeft ons als familie verscheurd. In het ene kamp zit ik, in het andere mijn broer en zus – die naar mijn idee onderling ook weer gedoe met elkaar hebben, maar zich naar mij als één front opstellen. Het gekke is dat toen mijn moeder nog leefde we juist met z’n drieën een team waren. Mijn vader is al tien jaar geleden overleden, dus toen mijn moeder ouder werd en steeds meer zorg nodig had, kwam die grotendeels op onze schouders terecht. Waar ik om me heen veel gezinnen zie die elkaar de tent uitvechten om die mantelzorg, ging dat bij ons van een leien dakje. Alle drie stonden we voor onze moeder, en elkaar klaar, en tot het einde toe hebben we haar verzorgd.
Een paar weken voor haar dood begon het me op te vallen dat mijn zus veel in huis bezig was. Opruimen, zei ze, het was immers aan ons om straks ons ouderlijk huis leeg te maken. Maar het was wel een bijzonder soort opruimen. De dozen vol zooi op zolder, met een grote emotionele, maar zeer geringe materiële waarde, maakte ze open en liet ze vervolgens voor wat ze waren. Terwijl daar qua opruimen en uitzoeken het meeste werk in zou gaan zitten, net als in de vele spullen die achter de schotten stonden. Wel besteedde ze veel tijd aan het ‘opruimen’ van de sieraden van mijn moeder – er waren een hoop gouden kettingen, broches en armbanden die zij allang niet meer droeg. We spraken af dat we die zouden verdelen en wat niemand wilde, zouden we bij een opkoper ruilen voor geld, dat we ook zouden verdelen. Uiteraard pas na mijn moeders overlijden.”

Naïef

“Mijn man vindt het naïef dat ik op dat moment echt geloofde dat het zo zou gaan. Dat ik er niks achter zocht toen mijn zus de grootste broche uit het kistje ging dragen omdat ze er plotseling dierbare herinneringen aan bewaarde. En dat ik geen seconde dacht dat het een vooropgezet plan van haar was, zodat ze die broche van mijn moeder mocht hebben. Dan was die alvast binnen en bleef hij buiten de verdeling, want hij was door mijn moeder aan haar geschonken. Toen we uiteindelijk de sieraden verdeelden, ging wat over was door drieën. De broche heb ik nooit meer gezien. Via via heb ik later gehoord dat mijn zus er best wat geld voor heeft gekregen bij de goudsmid.
Zo gebeurden er wel meer vreemde dingen in die laatste weken dat mijn moeder leefde. Ook al was ze bijna tachtig, ze had een vrij nieuwe iPad. Die was ineens weg, maar dook later op in het huis van mijn broer. Nee, die had hij al, zei hij, maar dat is onzin. Mijn moeder wilde die iPad niet eens per se, maar had aan mijn broer gevraagd hoe ze makkelijk het nieuws digitaal kon lezen. Toen had hij haar geholpen met de aankoop van deze iPad, die veel meer kon dan mijn moeder nodig had. Maar hé, de iPad van mijn broer was wel onlangs gesneuveld en we wisten toen al dat mijn moeder dood zou gaan. Toeval? Ik geloof daar niet in.”

Achterbaks

“Het geld maakt me niet eens echt uit. Mijn man en ik hebben het prima, het ontbreekt ons aan niets. Als mijn broer en zus eerlijk hadden gezegd dat ze bepaalde dingen gewoon heel graag wilden – zoals die iPad of broche – zou ik echt geen nee hebben gezegd. Maar ik ben wel voor eerlijkheid. Dat stiekeme vind ik verschrikkelijk, zo achterbaks.
Als kind gebeurde dat al. Ik ben de jongste en was daardoor natuurlijk nooit de sterkste. Mijn broer en zus maakten er een sport van om het voor zichzelf altijd net even beter te regelen dan voor mij. Kleine dingen, maar wel heel vervelend. Alle balletjes uit de tomatensoep scheppen voordat ik soep kreeg, snel alle lekkere chocolaatjes uit het doosje halen en dan beweren dat ze van niets wisten. Me knijpen onder de tafel, me klemzetten op de achterbank omdat ik altijd in het midden moest zitten. Dat lijkt futiel en het zijn de normale dingen die opgroeiende broers en zussen doen om elkaar dwars te zitten. Maar doordat mijn moeder elk conflict het liefst uit de weg ging, werden ze er zelden op aangesproken. Als ik erover klaagde, kreeg ik doorgaans een ‘Ach lieverd’ en een aai over mijn bol.
Wat er nu met de erfenis gebeurde, rakelde bij mij weer dat gevoel van vroeger op. Zichtbaar benadeeld worden en horen dat iedereen het ontkent… dat is zo’n naar, oneerlijk gevoel. Ik kan niet eens goed uitleggen wat het precies met mij doet, het raakt iets dat diep in me zit en dat maakt dat ik alles op alles zet om mijn gelijk te halen. En nu ik volwassen ben, en mijn moeder dood, doe ik dat niet langer op de pacifistische manier die bij ons thuis gebruikelijk was. Nu zeg ik wat ik ervan vind.”

Vanuit emotie

“Ik had het niet eens echt gepland, dat ik er iets van zou zeggen. Als ik er van tevoren over had nagedacht, had ik het misschien ook wel anders aangepakt. Rustiger, waarschijnlijk. Nu reageerde ik vanuit emotie, maar ik heb er geen spijt van.
Het gebeurde op een zondagmiddag, zo’n twee maanden na mijn moeders dood. Mijn zus was er niet alleen met de broche vandoor, ze had ook uitvoerig rondgesnuffeld tussen de overige spullen en alles van haar gading meegenomen. En dan ook echt alles waar ze nog waarde in zag. De Nespresso, handdoeken die nog nooit waren gebruikt, de lakens van Egyptisch katoen – maar niet de overige handdoeken of lakens, die lagen nog in de kast. En zo was het met alles. Mijn moeder had nog een aantal onaangebroken Rituals-pakketten staan. Meegenomen door mijn zus. Net als de beste flessen uit de wijnvoorraad.
Mijn broer en zijn vrouw kwamen ook langs om aan cherry-picking te doen. Bovendien hielden ze zich bezig met de verkoop van mijn moeders auto… aan zichzelf. Ze konden wel een auto gebruiken voor hun oudste kind en lieten een dealer de prijs bepalen voor de auto van mijn moeder. Mijn zus en ik zouden beiden een derde van dat bedrag krijgen. Dat deze dealer ook al jaren de beste vriend van mijn broer is, leidde ertoe dat de auto voor een belachelijk laag bedrag werd getaxeerd. Op internet zag ik dat er zeker drieduizend euro meer voor betaald had moeten worden.”

Inhalige egoïsten

“Die ene zondagmiddag was ik in mijn eentje in mijn moeders huis bezig. Mijn zus had de waardevolle spullen meegenomen, en liet zich sindsdien amper nog zien, hoewel het huis nog helemaal leeg moest. Mijn broer stuurde in de familie-app dat de verkoop van de auto rond was en daarna een foto dat hij lekker aan een wijntje zat. En ik lag met spinnenwebben in mijn haar half achter een schot op zolder, omdat mijn moeder daar jarenlang spullen had verzameld die zelfs de kringloop niet meer wilde hebben. Eindeloos vaak ben ik heen en weer gereden naar de milieustraat. Weekenden- en avondenlang hebben mijn man en ik besteed aan uitzoeken en opruimen. Terwijl mijn broer en zus de buit binnen hadden en elk weekend met een ander excuus kwamen aanzetten. Alleenmijn zwager, de man van mijn zus, kwam nog weleens een zaterdag helpen. Maar dan was hij rond drie uur wel gevlogen.
Ineens was ik er helemaal klaar mee. Hoestend van het stof belde ik eerst mijn zus en toen mijn broer. Wat ik precies heb gezegd, weet ik niet meer. Wel dat ze een stelletje inhalige egoïsten waren. Harde woorden, maar ik meende ze. Ik heb er spijt van dat ik ben gaan schelden, dat had chiquer gekund, maar niet dat ik de confrontatie ben aangegaan.
Na mijn uitbarsting belegde mijn broer een familieberaad. Typisch iets voor hem: hij denkt altijd dat hij alles kan fixen. Maar dat liep zo mogelijk nog meer uit de hand. Mijn broer en zus hadden duidelijk vooraf afgesproken dat ik maar moest dimmen. Alles wat ik zei werd ontkend. En als ik het dan zo’n probleem vond dat huis leeg te halen, dan huurden we daar toch iemand voor in?
Ze gingen totaal voorbij aan mijn gevoel. En toen ik dat duidelijk probeerde te maken, zeiden ze: ‘Marsja is natuurlijk weer jaloers.’ Niets is minder waar, ik ben juist helemaal niet zo jaloers aangelegd. Maar ik ben wel voor rechtvaardigheid en ik vind wat zij doen gewoon stelen. We hebben allemaal recht op een even groot deel van de erfenis. Dat je dan gaat liegen en bedriegen om jouw deel te vergroten, is in mijn ogen het bestelen van je familie. En daarna laat je één iemand het vuile werk opknappen. Ongelooflijk.”

IJskoude sfeer

“Het is nu bijna twee jaar geleden. Ik heb uiteindelijk het huis leeggehaald, daarna was het binnen een week verkocht. Bij de notaris heb ik mijn broer en zus nog één keer gezien, dat was een uiterst ongemakkelijk uur. De sfeer was ijskoud. Althans, tussen hen en mij. Zij waren tegen elkaar juist vriendschappelijker dan ooit, alsof ze mij wilden laten merken dat het wel aan mij móest liggen.

Via via hoor ik dat ze dingen over mij zeiden. Dat het mij alleen maar om het geld ging, en dat ik alles tot de laatste cent wilde controleren en natellen. Zo oneerlijk. Als je dan over mij praat, vertel dan het échte verhaal.
Ondanks alles doet het me toch pijn dat ik mijn broer en zus niet meer zie. Niet om de mensen die ik rondom de afhandeling van de erfenis heb gezien, die kan ik missen. Maar we hebben samen ook vaak genoeg zo veel lol gehad. We gingen zelfs weleens met elkaar en onze gezinnen een weekend weg. We delen niet alleen onze jeugd, maar nog zo veel meer. Uitgezonderd wat er bij de erfenis is gebeurd lijken we vaak op elkaar in onze levenshouding en opvattingen. Dat gelijkgestemde, dat mis ik. En dat ik mijn neven en nichten hierdoor ook niet meer zie, vind ik heel verdrietig. Ik ben dol op ze.

Soms denk ik: hadden we maar het talent meegekregen om wel eens iets uit te spreken. Om flink ruzie te maken en de lucht te klaren, om daarna weer als één familie verder te kunnen. Maar dat voorbeeld missen we helaas allemaal. Ik denk dan ook niet dat het nog goed komt. Voor ik bereid zou zijn het verleden achter me te laten, moeten er eerst stevige gesprekken worden gevoerd. En dat gaat binnen onze familie niet gebeuren.”

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.