Schrijf Je In Voor De Nieuwsbrief (3)

Maaike is nagenoeg blind én topskiester

Als Maaike op haar 28ste vrijwel al haar zicht verliest, staat haar leven op z’n kop. Revalideren gaat met vallen en opstaan, tot ze haar grote passie vindt. Nu is ze de eerste Nederlandse slechtziende topskiester met Paralympische ambities. “Ik verleg steeds mijn grenzen.”

Maaike: “Mijn zicht is in één dag van honderd naar acht procent gegaan. Dat gebeurde negentien jaar geleden en sindsdien is het steeds iets verder verminderd. Het kan de rest van mijn leven blijven zoals het nu is, het kan morgen of volgende week ook nog slechter zijn. Eén ding weet ik zeker: beter wordt het niet. Ik zie onderscheid tussen licht en donker en voor mijn gevoel komen fluorkleuren nu ook nog binnen. Ik neem telkens weer afscheid van iets, het is een soort van rouw. En tegelijkertijd grijp ik het leven met beide handen aan. Niemand krijgt garanties, niemand weet hoe morgen zal zijn. Dit is mijn manier om hiermee om te gaan, al heb ik af en toe ook echt moeilijke momenten. Maar het leven houdt niet op als je bijna niets meer kunt zien.”

Stekende pijn

Uit het niets krijgt Maaike in 2006 last van haar ogen. Ze is dan 28, studeert voor verpleegkundige en woont in een zusterflat naast het ziekenhuis waar ze ook werkt. “Tijdens het studeren merkte ik dat ik niet goed zag en voelde een stekende pijn in mijn ogen. Ik dacht dat het met een uurtje slapen wel weer over zou gaan. Maar dat was niet zo. Op dat moment had ik veertien huisgenoten die allemaal een medische opleiding deden en zich zorgen maakten om mij. Ze kwamen met verschillende diagnoses, maar waren unaniem in hun advies: ik móést naar het ziekenhuis. Daar kreeg ik te horen dat ik een oogzenuwontsteking had, aan beide ogen tegelijk. Dat komt bijna nooit voor. Behalve rust nemen was er niets wat ik kon doen. Er werd me verteld dat het binnen twee jaar zou genezen. In de jaren daarna heb ik alle academische ziekenhuizen afgelopen, op zoek naar een oplossing. Maar die was er niet. De ontstekingen aan mijn oogzenuwen kwamen steeds terug en mijn zicht werd steeds slechter.” Het leven van Maaike staat op z’n kop. Haar droom om verpleegkundige te worden op een traumahelikopter moet ze laten varen, ze moet stoppen met haar opleiding en vertrekken uit de zusterflat. “En ondertussen moest ik ook zelfstandig leren leven met mijn visuele beperking. Want hoe weet je dat de kip gaar is als je dat niet kunt zien? En hoe vind je het sleutelgat? Onder begeleiding leerde ik overal trucjes voor. Ik heb nooit meer autogereden, maar in het begin fietste ik nog wel. Tot ik op een dag een vader die naast zijn kind fietste, over het hoofd zag. Hij bleef gelukkig overeind toen ik tegen hem aan botste, anders was hij tegen zijn kind gereden. Dit liep weliswaar goed af, maar het was voor mij moment waarop ik besefte dat dit niet meer veilig was voor mij en voor anderen. Ik moest weer een stuk zelfstandigheid inleveren.”

Gevochten met mezelf

De druk om uit te vinden wie ze is als ze steeds meer moet opgeven, wordt Maaike in 2007 te veel. Wie is ze als ze niet kan doen en worden wat ze haar leven lang al wil? Niet alleen haar gezichtsvermogen wordt haar afgenomen, ook al haar dromen. Ze begint aan een intensief traject in een revalidatiecentrum. “Van de tien maanden die ik daar intern heb gezeten, heb ik er acht gevochten met mezelf. Ik kon mijn beperking niet accepteren en was voortdurend boos, op alles en iedereen. Mijn boosheid zat mijn verdriet in de weg. Door mijn woede er letterlijk uit te slaan tegen een bokszak, kon ik dat proces zelf doorbreken. Ik voelde weer ruimte voor de toekomst, terwijl ik eerst alleen maar oog had voor wat ik niet meer kon.” Maaike krijgt van haar mobiliteitstrainer de opdracht krentenbollen te gaan kopen bij de Hema, terwijl zij achter haar zou lopen en haar zou observeren. Maaike is ervan overtuigd dat ze zonder blindegeleidestok beter af zou zijn dan mét. Niets blijkt minder waar. “Zij vertelde me dat ik zonder stok voortdurend de omgeving aan het scannen was en onzeker overkwam. Met stok kwam ik juist zelfverzekerder over. Ook als ik tegen mensen zei dat ik op zoek was naar de krentenbollen. Door die stok is meteen duidelijk dat ik het niet kan zien. Dat was voor mij de eyeopener om dit hulpmiddel te omarmen.” Na tien maanden gaat Maaike naar huis en daar begint – zoals ze zelf zegt – de echte revalidatie. “In het revalidatiecentrum was alles afgestemd op blinden en slechtzienden. Thuis is de echte wereld, mijn wereld, en moest ik alles wat ik intern had geleerd in de praktijk gaan brengen. Dat ging met vallen en opstaan, maar inmiddels red ik me meestal prima in mijn eentje. Het allerbelangrijkste was dat ik niet meer vastzat in alles wat ik niet meer kon, maar me kon focussen op wat wel lukte. Ik ben in staat zelf een nieuwe plaat in mijn leven op te zetten en daarbij ook nog eens de slingers op te hangen.”

Even schakelen

De fysiotherapeut die haar in het revalidatiecentrum behandelt, brengt haar op het spoor van een nieuw beroep. “Hij had het idee dat ik als sportmasseur veel zou kunnen betekenen en vertelde dat er binnenkort een opleiding zou starten. Ik moest even schakelen, want dit was voor mij wel een tweede keuze. Toch heeft hij het goed gezien. Ik heb nu al jaren mijn eigen praktijk. In mijn vak is slechtziend zijn geen beperking, ik werk op gevoel en met mijn handen. Wel vraag ik cliënten altijd om hun jas en tas in een hoek te leggen, zodat ik er niet over struikel als ik bezig ben.” Hoewel ze heel zelfstandig leeft, is haar onafhankelijkheid een groot gemis. “Net als non-verbale communicatie. Flirten, een veelzeggende blik op een feestje, dat is niet te vervangen. Ondertussen zijn mijn andere zintuigen sterk ontwikkeld, in iemands stem hoor ik de emotie. De sfeer in een ruimte voel ik feilloos aan. Als ik met vrienden in de stad ben, merk ik sneller dan zij als er spanning in de lucht hangt. Toen ik alles nog kon zien, liep ik vaak voorbij aan mooie dingen. Als ik nu op een mooie dag op straat loop en de zon voel schijnen, de vogels hoor fluiten en het voorjaar ruik, dan realiseer ik me dat ik alle schoonheid bijna niet meer kan zien, maar veel bewuster ervaar en daardoor meer waardeer.”

Doodeng

Een jaar na haar revalidatie gaat Maaike samen met een vriendin en lotgenoot op skivakantie met de Nederlandse Visueel-gehandicapten Ski Vereniging, de NVSV. “Ik had nog nooit op de latten gestaan en vond het doodeng om te beginnen. Maar ik was er ook aan toe om weer iets te leren en een nieuwe sport te ontdekken. De eerste keer dat ik met een loopbandje omhoogging op de babyweide scheet ik zeven kleuren stront. Het kostte me een hele dag om die ‘piste’ af te komen, met koffiepauzes tussendoor. Maar ik had wel de smaak te pakken en bleek ook nog eens talent te hebben.” Want eenmaal terug in Nederland, besloot Maaike skilessen te nemen op indoorskibanen en daar werd ze gescout door de Nederlandse skivereniging. Sindsdien is haar internationale skicarrière begonnen. Want van die vlakke oefenpiste ging ze in sneltreinvaart door naar wedstrijden in verschillende landen. Maaike deed – met succes – mee aan World Cups en Europacups. In 2021 won ze op een World Cup wedstrijd voor paraskiërs goud op zowel de slalom als de reuzenslalom. De afgelopen jaren was ze zo’n zeventien weken per jaar in de sneeuw te vinden, om te trainen en wedstrijden te skiën. Ze is altijd samen met haar vaste buddy’s die haar begeleiden op de piste en daarbuiten, in de gondel, de lift, het hotel, overal. “Hier komt blind vertrouwen vandaan, zeg ik altijd. Bovenaan de piste omschrijft mijn buddy hoe de piste eruitziet en hoe de sneeuwcondities zijn. Zij vertelt me waar ik heen moet, of de piste afhangend is en let op alle details. Het is echt teamwork. In de wedstrijdsport ski je achter je buddy aan. Ik volg de aanwijzingen die ik via onze communicatieset doorkrijg. Die zit op mijn stembanden bevestigd, waardoor we geen ruis horen. Fijn en belangrijk, want een klein foutje kan er al voor zorgen dat ik richting het ravijn ga. Zeker in het tempo waarop wij de berg afkomen. Ik hou van harde, ijzige pistes, omdat ik dan voel wat mijn ski’s doen. Precies de ondergrond waar de meeste recreatieve skiërs van gruwelen. Wij skiën niet vrij door een gebied, maar huren met een aantal internationale wedstrijdteams altijd een piste af waar dan ook niemand anders mag komen.”

Passie en uitdaging

Maaike is de eerste Nederlandse slechtziende internationale wedstrijd skiester met paralympische ambitie. “Skiën is mijn passie, het geeft me vrijheid. Ik hou van het geluid van de ski’s, van de wind die langs ik langs mijn wangen en door mijn haren voel gaan. Op de piste is geen dag hetzelfde, het is steeds weer afstemmen op de sneeuwcondities en de weersomstandigheden. Die uitdagingen passen bij mij en zorgen ervoor dat ik steeds mijn grenzen verleg. Skiën geeft me het gevoel dat ik leef! Om het leven als wedstrijdskiër te kunnen financieren heb ik een stichting opgericht waarmee ik fondsen werf. Want het grootste deel van de kosten – voor zowel mezelf als voor mijn buddy’s – betaal ik zelf. Eigenlijk heb ik drie banen: mijn praktijk, mijn stichting en ik ben topsporter.” De Paralympische Spelen in Milaan in 2026 waren lang een stip op de horizon. Omdat haar gezichtsvermogen afgelopen december weer verder is afgenomen, moet ze meedoen in andere categorie dan voorheen. “Dit houdt in dat ik geblindeerd moet skiën om mijn lichtperceptie volledig uit te schakelen. Deze winter ga ik op die manier trainen, om zo – hopelijk – alsnog op de Spelen te staan. Dat wordt zeker even schakelen, maar ik ga geen uitdaging uit de weg!”      Foto’s: Amaury Miller Visagie: Lisette Verhoofstad Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.

LEES OOK

Lees meer Persoonlijke verhalen

Uit andere media