vrouw

Linda: ‘De overgang is zó niet sexy, vindt mijn man’

Oké, ze is niet meer zo slank als dat ze ooit was. En haar libido is lager. Maar Linda (49) werd behoorlijk onzeker dat haar man Richard (53) haar sinds de overgang niet meer aantrekkelijk vond. “Ik voelde me beschadigd en afgeschreven.”

Linda: “Trek je dát aan?’ Het is al jaren geleden, maar ik zie het tafereel nog voor me alsof het gisteren was. We zouden naar een feestje gaan. Ik had mijn lievelingsjurk aan en in plaats van de naaldhakken die ik er meestal onder droeg, een paar platte laarzen. Ik had al tijden last van mijn onderrug en van mijn gewrichten. Oververmoeidheid, dacht ik, met een fulltimebaan en twee pubers thuis. Dat ik misschien gewoon eens naar de sportschool moest, verdrong ik. ‘Dit? Wat is hier mis mee?’ vroeg ik verbaasd. Mijn man Richard wuifde mijn vraag oogrollend weg.
Ik tobde al sinds mijn 44ste met mijn lichaam. Mijn menstruaties werden steeds onregelmatiger. Heviger, ook. Ik sliep slecht en werd soms badend in het zweet wakker. Het ontbrak me vaker aan zin in seks. En ja: ik was inderdaad wat dikker geworden. Niet dat ik anders at, of minder bewoog. We hebben twee Duitse herders, ik zet meer stappen dan de gemiddelde profmarathonloper. Mijn lijf veranderde gewoon. Als ik lijnde, viel alleen mijn gezicht af. ‘Kind, wat ben je mager’, zei mijn moeder dan zorgelijk. Terwijl mijn lichaam ondertussen transformeerde in een soort appel, die met elke boterham of aardappel ronder en ronder werd.
Ik herkende mezelf niet meer. Maar erger: ik vóélde me mezelf niet meer. Ik was net 48 toen ik zeker wist dat ik een burn-out naderde. Niet dat mijn werk me niet zinde. Of mijn privéleven me niet meer beviel. Ik trók het simpelweg niet meer. Alle ballen die ik jarenlang feilloos in de lucht had gehouden, stuiterden tegelijk op de grond. Werk. Huishouden. Privé- én zakelijke administratie. De zorg voor en zorgen om mijn puberjongens. Vriendinnen die aandacht wilden en ook nog wilden bijkletsen in de hipste horeca in de stad – nette naaldhakken vereist, waarop ik met rugklachten al tijden niet meer kon lopen. En dan wilde ik ook al niet meer vrijen met mijn echtgenoot.”

Gebrek aan zelfvertrouwen

“De huisarts gaf me klakkeloos antidepressiva. Waarvan ik nog meer aankwam, maar waardoor ik me geen greintje beter ging voelen. Na vijf maanden schoof ik ze aan de kant en knapte daar wonderwel van op. Ik belandde bij de gynaecoloog vanwege mijn steeds hevigere en onregelmatige menstruaties. Zij telde al mijn klachten bij elkaar op en zei: ‘Jij bent gewoon in de overgang.’ Geen donderslag bij heldere hemel, ik was 48. Toch had ik er zelf geen seconde bij stilgestaan. Mijn moeder en oma had ik nooit met een woord over de menopauze horen reppen. Niet zeuren en doorgaan, was hun motto. Achteraf vraag ik me af hoe mijn moeder dat rooide, zonder partner en met vier dochters thuis naast een fulltimebaan. Op een gegeven moment, rond haar 54ste, werd ze gewoon nooit meer ongesteld, en dat was alles wat ze er ooit over meldde.
Voor mij was de diagnose een soort evangelie. Halleluja, ik was niet gek, ik was gewoon een vrouw! Opgelucht appte ik het aan Richard – letterlijk in die woorden. Die antwoordde in niet mis te verstane woorden: ‘Nou, dan rukken we het glijmiddel maar aan.’ Ik had erom kunnen lachen. Als hij het niet meende tenminste, en ik niet gebukt ging onder een chronisch gebrek aan zelfvertrouwen – ook al zo’n irritant bijverschijnsel van de overgang. Niets aan mij voelde nog sexy. Want hoe klotsend van het zweet ik ’s nachts ook in bed lag, vaginaal deed de boel inderdaad al een tijdje minder goed mee. Niets waar geen mouw aan te passen viel, met wat creativiteit. Maar daarvoor leek Richard niet open te staan. Wat zijn boodschap alleen nog maar harder maakte.”

Ongefundeerde onzekerheid

“Toen ik na de bevallingen van onze kinderen, zestien jaar geleden, tijdelijk wat minder controle had over mijn blaaspieren, kwelde ik mezelf maandenlang met kegeloefeningen. Ik schafte er zelfs speciale balletjes voor aan die ik inwendig moest dragen. Liep ik daar, ’s zomers door het park met de honden, knijpend met mijn bekkenbodem in angst de balletjes ter plekke in het grasveld te baren. Ik wilde de incontinentie tijdens lach-, hoest- en niesbuien niet, maar minstens zo belangrijk: ik wilde lekker blijven voor Richard. Want hoewel Richard me na de bevallingen ondanks mijn striae en subtotaalruptuur nog steeds aantrekkelijk vond, wist ik ook wel dat ik fysiek niet meer de oude was. En nu deed mijn lichaam het tijdens de overgang ook nog voorkomen alsof ik niet meer opgewonden werd van hem. Ik voelde me beschadigd en afgeschreven. Niet de moeite waard meer om begeerd te worden.
Die onzekerheid is tekenend voor de overgang, weet ik nu. En volledig ongefundeerd, want Richard is vier jaar ouder dan ik, en ook mannen krijgen een penopauze. Los van zijn groeiende buik was ook zíjn libido niet meer om over naar huis te schrijven. Of tenminste: de zin was er wel, maar halverwege de daad kon de boel zomaar inzakken. Ik weet het aan mijn onaantrekkelijke lichaam. Zie je wel, dacht ik, ik schrik hem af. En Richard deed niets om dat te weerspreken. Zei niet: ‘Sorry schat, het ligt niet aan jou, ik zorg ervoor dat jij geniet.’ In plaats daarvan draaide hij zich om, viel in slaap en repte nergens over.”

Lees ook: Elsbeth: ‘Mijn man vindt me niet aantrekkelijk meer’

Steeds ongelukkiger

“Ik voelde me steeds ongelukkiger. In mijn veranderende lichaam, maar ook in mijn huwelijk. En hoewel het me steeds beter lukte lak te hebben aan wat anderen van me dachten – wat ook te maken heeft met veranderende hormonen – ging de mening van mijn man me aan het hart. Hij mocht mijn lichaam dan minder aantrekkelijk vinden, ík was niet veranderd. Was er dan misschien toch meer mis met ons huwelijk?
Richard ging het onderwerp aanvankelijk uit de weg. Hij was nooit een prater, maar nu ik me op mijn kwetsbaarst toonde, vond hij het helemaal moeilijk het gesprek aan te gaan. Op een avond kreeg ik vat op hem. We hadden uitgebreid gegeten, de kinderen waren naar boven vertrokken om te gamen en verbleven ver buiten gehoorbereik. ‘Het is niet dat ik je niet meer lief en mooi vind’, zei hij. Mijn veranderende lijf was alleen even wennen voor hem. In zijn ogen was ik nog steeds de sportieve, slanke vrouw van vroeger. Een spekrolletje vond hij heus niet erg, zei hij, maar dat maakte hem ook bewust van zijn eigen veranderende lichaam. Van de aftakeling. Het ouder worden. En daar wilde hij simpelweg niet aan.
Bovendien: ik was wel degelijk veranderd, stelde Richard. Ik leek onbereikbaarder, afgeleid. Waar ik vroeger aandacht had voor tien dingen tegelijk, leek het volgens hem nu soms net of zaken me niet meer interesseerden. Hij had moeite met mijn onzekerheid. Het grapje over glijmiddel zou jaren eerder aanleiding zijn geweest voor wat pesterig verbaal pingpongen en een stevige lachbui. Nu had hij het gevoel dat hij constant op zijn tenen moest lopen in mijn nabijheid. Dat hij elk woord moest wegen en niet meer zichzelf kon zijn.”

Kort lontje

“Zijn woorden maakten indruk. Want Richard had een punt. Ik wás ook al tijden overprikkeld. Had een kort lontje naar de kinderen, maar ook naar hem. Daarmee was mijn gevoel voor humor en zelfspot inderdaad al een tijdje verdwenen: niet aantrekkelijk. Richard kwetste me door eerlijk te zeggen dat mijn jurk niet meer zo mooi stond en toe te geven dat hij nog steeds fantaseerde over mijn lijf van vroeger. Maar dacht ik andersom niet precies hetzelfde? Ik ergerde me evengoed aan zijn groeiende buik. Of dat hij opeens idiote hobby’s had opgepakt, zoals miniatuursoldaten schilderen om een slagveld mee te bouwen op zolder. Het gemak waarmee ik hem bij vriendinnen uitmaakte voor sukkel was misschien nog wel veel kwetsender. Richard hield het tenminste tussen ons. Ik zag al voor me hoe hij met zijn zaalvoetbalteam zou gieren om mijn boze buien en blubberbuik en kromp bij de gedachte alleen al ineen.
‘Volgens mij moeten we de balans opnieuw opmaken’, concludeerde ik – de tranen prikkend achter mijn ogen. ‘Wíl je mij nog wel?’ Daarop hield Richard het niet droog. Natúúrlijk wilde hij me nog, zei hij. Hij had het alleen ongelooflijk moeilijk met de tand des tijds. Onze jongens die hem steeds minder nodig hadden. De jonge, nieuwe collega’s op zijn werk die zijn functie bijna overbodig maakten. Zijn eigen lichaam dat steeds meer kwalen vertoonde. Hij was nog steeds dolgelukkig met mij, zei hij, alleen niet met hoe het leven ons voorbij leek te snellen. Hij was bang dat we de boot hadden gemist. Het vakantiehuis dat we ooit wilden kopen of de boot in Friesland. De avontuurlijke reizen die we zouden maken. Allemaal niet gelukt en nu was het te laat, dacht hij. Want we werden oud en stonden niet meer middenin het leven. En leven aan de zijlijn was nooit zijn sterke kant.”

Uit het oog verloren

“Dit ging dus helemaal niet over mij. In al mijn hormonale buien was ik Richard helemaal uit het oog verloren. ‘Mag ik nog op je schoot zitten of zakken we dan door de bank?’ lachte ik door mijn tranen heen. Richard hield me vast zoals hij al jaren niet meer gedaan had. Een spetterende vrijpartij volgde. ‘Dus je vindt me toch nog wel lekker?’ vroeg ik plagend na afloop. ‘Lin, je bent straks nooit meer ongesteld. Hoe ideaal wil een man het hebben?’ knipoogde hij.
Nog steeds baal ik als ik in de spiegel kijk en mijn hangende oogleden zie. De vermoeide blik, de hangende borsten. Mijn lontje is nog steeds te kort. Sinds kort gebruik ik hormoonpleisters die het scherpe kantje van die buien halen, maar waardoor ik in mijn beleving wel nóg meer aankom. Maar dan duwt Richard zijn blote buik in mijn rug, geef me een kus op mijn hoofd en grapt: ‘Kijk dan, middelbaar en nog steeds megalekker.’ En dan maakt het allemaal minder uit. Mijn jurk met platte laarzen heb ik aan de wilgen gehangen; in een lederlook broek met vest voel ik me stukken zelfverzekerder. En die ogen: die laat ik binnenkort lekker liften, om ons middelbare leven met een frisse blik te aanschouwen.”

Vriendin’s favoriet

In De overgang ‘het no-nonsense handboek’ vind je alle antwoorden op alle vragen die een vrouw zichzelf stelt – of zou moeten stellen – wanneer zij rond haar 45ste (en soms ook eerder) deze onvermijdelijke fase in haar leven bereikt. Voor meer informatie klik op onderstaande button.

Tekst: Jorinde Benner. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​​

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.

José Rozenbroek, Jos Teunis