Vriendinnen

Lezeressen vertellen: ‘Wij gaven elkaar een tweede kans’

Om een ruzie bij te leggen, moet je allebei open staan voor toenadering. Alice: “Toen alles benoemd werd wat onuitgesproken was gebleven, ontstond er wederzijds begrip.”

‘Haar buurvrouw wist eerder van haar zwangerschap dan ik, haar beste vriendin’

Kimberley (35): “Miranda ken ik al sinds de middelbare school. We deelden lief en leed samen en kenden elkaars diepste geheimen. Daarom kwetste het me ook zo toen bleek dat haar buurvrouw eerder wist dat Miranda zwanger was dan ik. Zeven jaar geleden besloot ik spontaan bij Miranda langs te gaan om een kop thee met haar te drinken. Haar buurvrouw, een vlotte, spontane meid van onze leeftijd, was er ook. We kletsten wat toen de buurvrouw zei dat ze het toch zó leuk voor Miranda vond dat ze een kindje verwachtte. Ik verslikte me bijna in mijn thee. Hoorde ik dat nou goed? Was ze zwanger? Miranda voelde zich duidelijk ongemakkelijk bij de situatie en zei dat ze het me had willen vertellen. Het was een vreemd moment. Natuurlijk was ik blij voor mijn vriendin, maar ik was ook jaloers dat ze een nieuwe vertrouweling had. ‘s Avonds stuurde ik Miranda een berichtje dat ik teleurgesteld in haar was. Vervolgens kreeg ik een lang bericht terug dat ik het moment had verpest waarop ze het blije nieuws met me zou delen.
Door een vreemde speling van het lot kwam ik Miranda én haar buurvrouw twee dagen later tegen in de stad. Ze waren samen aan het shoppen. Had de buurvrouw de plek van beste vriendin ingenomen? Ik voelde me zo gekrenkt dat ik ze straal voorbijliep. Ons contact bekoelde. Heel af en toe stuurde ik Miranda nog een appje omdat ik benieuwd was hoe haar zwangerschap verliep, maar de toon van onze berichten bleef afstandelijk. Toen Miranda’s dochtertje was geboren, ontving ik nog kaartje. Ik ben langsgegaan om een kraampakketje te geven.
Hoewel ik blij was voor Miranda, voelde ik ook verdriet dat we niet meer alles deelden. Ons contact bloedde dood. Ik dacht dat ik mijn vriendin voorgoed was kwijtgeraakt. Totdat we elkaar twee jaar geleden elkaar bijna dagelijks tegenkwamen op het schoolplein. Toen we aan de praat raakten, konden we niet meer stoppen. We waren oprecht geïnteresseerd in elkaar. Miranda deed duidelijk moeite voor me. Nadat ze me bij haar thuis uitgenodigd had, vertelde ze dat ze het zo naar vond hoe alles was gelopen. Eindelijk hadden we weer écht contact. Sinds we elkaar een tweede kans gaven, drinken we weer thee samen. We zijn niet meer zo super close als voorheen, maar dat hoeft ook niet. Ik ben blij dat ze weer in mijn leven is.”

‘Omwille van de kinderen stapten we over onze wrok heen’

Alice (38): “Jarenlang was ik boos op mijn ex-man omdat hij tijdens de laatste jaren van ons huwelijk in het heetst van de strijd de meest vreselijke dingen naar mijn hoofd slingerde. Nadat we uit elkaar gingen, moesten we, omwille van de kinderen, wel met elkaar omgaan. Maar dat kostte me veel moeite. De man van wie ik het meest had gehouden, had me het meest gekwetst. En daar kon ik me niet overheen zetten. Jarenlang ontweek ik hem zoveel als mogelijk.
Maar toen onze zoon vertelde wat hij voor zijn verjaardag wilde, namelijk papa en mama op zijn feestje, kwam ik tot het besef dat mijn ex en ik niet alleen een verleden deelden, maar ook een toekomst. Voor mijn kinderen, maar zeker ook voor mezelf, moest ik over mijn wrok heenstappen. En dus nodigde ik mijn ex-man uit voor een gesprek. Voor het eerst in jaren praatten we samen. Ik vertelde hem dat ik enorm was gekwetst en hij legde uit dat hij in die tijd door alle spanningen zichzelf niet was en dat ik hem net zo goed pijn had gedaan. Nadat we alles hadden benoemd wat al die tijd onuitgesproken was geweest, ontstond er wederzijds begrip, de basis om samen verder te kunnen.”

‘Hij zei dat ik hem deed denken aan zijn jongere zelf’

Barbara (27): “Een bloedhekel had ik aan mijn collega en ik was ervan overtuigd dat hij mij ook niet mocht. Als ik enthousiast was over een plan of voorstel remde hij me af. En als ik zelf initiatief nam, zei hij dat ik dat niet op eigen houtje had mogen beslissen. Nooit kreeg ik eens een complimentje. Steeds vaker bekroop me het gevoel dat hij me maar irritant vond.
Toen ik tijdens een gesprek eerlijk tegen hem was en mijn hart luchtte, vertelde hij dat hij het juist leuk vond dat ik zoveel initiatief toonde en dat ik hem deed denken aan zijn jongere zelf. Hij wilde mijn enthousiasme alleen temperen omdat hij bang was dat ik te veel hooi op mijn vork nam. Tijdens dat gesprek legde hij ook zijn onzekerheden op tafel. Hij vertelde dat hij dacht dat ik hem maar een suffe slak vond. Dat gesprek heeft voor ons beiden het verschil gemaakt. We hebben daarna een veel beter contact gekregen.”

‘We houden van elkaar, ondanks dat we het niet met elkaar eens zijn’

Marieke (31): “Wil je gelijk hebben of gelukkig zijn? Dat vroeg mijn vader me nadat we elkaar een jaar niet hadden gezien. Op zijn verzoek was ik naar mijn ouderlijk huis gekomen om te praten over de ruzie die ik met hem en mijn moeder had gemaakt over het coronabeleid. We stonden daarin lijnrecht tegenover elkaar en vonden elkaar maar dom en onwetend. Na die uit de hand gelopen discussie was ik zó teleurgesteld in mijn ouders dat het me beter leek elkaar niet meer te zien. Ongelofelijk dat een pandemie zo veel verdeeldheid kan zaaien.
Tijdens het gesprek met mijn ouders zag ik dat het ze veel deed. Mijn moeder begon zacht te snikken en mijn vader wreef zenuwachtig in zijn handen. Mijn moeder vertelde dat het ze veel verdriet deed dat we geen contact hadden. Ik kon niet anders dan toegeven dat het mij ook zwaar viel. We kwamen tot de conclusie dat we het niet eens zouden worden met elkaar, maar elkaar wel wilden zien. We wilden, zoals mijn vader het zo mooi verwoordde, kiezen voor ons geluk in plaats van ons gelijk. Sinds we hebben afgesproken dat we niet meer over de actualiteiten praten, gaat het weer goed tussen ons.” 

‘Ik dacht dat ik mijn broer nooit meer zou zien’

Femke (53): “Mijn broer Tom en ik waren vroeger twee handen op één buik. Doordat we maar een jaar in leeftijd schelen, trokken we veel met elkaar op. Maar toen Tom na zijn trouwen verhuisde naar de andere kant van het land, veranderde onze band. We zagen elkaar alleen nog maar op verjaardagen en belden af en toe. Toen onze ouders steeds meer zorg nodig hadden, deed ik hun boodschappen en maakte ik hun huis schoon. Aanvankelijk vond ik het logisch dat ik meer deed dan mijn broer. Ik woonde praktisch bij hen om de hoek.
Wel vond ik het irritant dat Tom werd geprezen als hij eens in de paar maanden een uurtje in de tuin van onze ouders werkte. Hij hoefde de stoep maar aan te vegen of hij kreeg al applaus. Ik begon me steeds meer te ergeren. Toegegeven, ik ging volledig over mijn grenzen heen. Want ik wilde niet tegen mijn ouders zeggen dat ik het eigenlijk best pittig vond om mantelzorger te zijn. Toen ik met Tom het gesprek aanging omdat ik hem wilde vragen of hij me wilde ontlasten, pakte ik dat nogal onhandig aan.
Ik verweet hem dat hij minder deed dan ik, wat bij hem in het verkeerde keelgat schoot. Na onze ruzie verwaterde ons contact. Toen onze ouders zes jaar geleden kort na elkaar stierven, dacht ik dat Tom en ik elkaar niet meer zouden zien. Wat bond ons nog nu onze ouders waren weggevallen? Maar inmiddels weet ik dat als je relatie kan bekoelen, hij ook weer kan opbloeien. Twee jaar geleden belde Tom op. Hij wilde een hapje met me eten. In het restaurant vertelde hij dat hij in therapie zat omdat hij last had van een paar issues.
Een van de dingen waar hij mee zat, was dat hij me miste. In eerste instantie wist ik niet wat ik ervan moest vinden. Ik had alle hoop op een goed contact al opgegeven. Maar na ons etentje kwamen de flashbacks naar alle gelukkige momenten van onze jeugd terug en besefte ik dat ik Tom ook miste. Sindsdien eten we eens per half jaar een hapje samen. En altijd als we elkaar spreken, zeggen we: “Konden pa en ma ons maar zo zien zitten.’”Want van al onze gelukkige broer-en-zusmomenten genoten zij ook intens.”

‘Ze vond mijn ex een stuk verdriet’

Pien (32): “Ik heb me altijd aangetrokken gevoeld tot bad guys, mannen die mij met veel bravoure en humor het hof maakten. Helaas bleek ik vaak niet de enige vrouw in hun leven te zijn. Als mijn hart weer eens gebroken was, kon ik uithuilen op de schouder van mijn beste vriendin Karin. Weekenden bracht ik met haar door op haar bank terwijl we chocolade aten en series keken. Karin veroordeelde me nooit als ik weer zo stom was om me te laten verleiden door de gladde praatjes van een player. Eens zou ik de ware ontmoeten, zei ze vaak tegen me.
Toen ik zes jaar geleden een relatie kreeg met Mike gaf Karin voor het eerst haar mening. En die was niet mals. Ze vond Mike een stuk verdriet en mij een domme koe. Mike had geen woonruimte en kwam met een schuld uit een scheiding. Voor hem zou het een uitkomst zijn om bij me in te trekken en ik vond dat ook goed. Ik was verliefd op hem en zag alles door een roze bril. Karins opmerking schoot bij mij dan ook in het verkeerde keelgat. Venijnig floepte ik eruit dat ze gewoon jaloers was. Karin was hier duidelijk niet van gediend. Ze griste haar jas van de kapstok en zei me gedag. Ik dacht dat ze wel bij zou draaien. Het was niet aardig wat ik tegen haar had gezegd, maar zij had ook nare dingen gezegd tegen mij. Over een week zouden we vast weer als vanouds de hele dag naar elkaar appen, dacht ik. Maar van Karins kant bleef het stil. Stik erin, dacht ik na het zoveelste berichtje dat onbeantwoord bleef. Ik was nog steeds gepikeerd dat ze mijn relatie afkeurde. Tussen Mike en mij ging het bijzonder goed. Hij loste zijn schulden af en we hadden het samen fijn.
Toen Karin twee jaar geleden met een fles wijn op mijn stoep stond, bleef ik maar huilen van alle emoties. Karin zei dat ik haar had gekwetst door te zeggen dat ze jaloers was, maar dat ze dat niet tussen ons wilde laten staan. Dit ruimhartige gebaar maakte alles voor mij goed. Mijn boosheid maakte in een klap plaats voor dankbaarheid voor deze toenaderingspoging en alle keren dat ze me had gesteund als mijn hart gebroken was. ‘Weet je nog dat je zei dat ik eens de ware zou ontmoeten? Dat is Mike’, stamelde ik toen. Karin nam me in haar armen. We beloofden elkaar die avond om elkaar nooit meer los te laten.”

‘Het snoepschaaltje was het enige dat ik wilde’

Brenda (57): “Toen mijn moeder oma werd gaf ik haar een kristallen schaaltje cadeau waar ze haar snoepjes in bewaarde. Dat schaaltje werd een begerenswaardig object want ieder kleinkind keek naar een snoepje van oma uit. Toen mijn moeder zes jaar geleden stierf was er niets wat ik wilde erven, op dat snoepschaaltje na. Ook mijn nichtje had warme herinneringen aan dat schaaltje. Mijn zus had het bij de verdeling van de spullen aan haar dochter, mijn nichtje, gegeven omdat ze het zo graag wilde hebben. Doorgaans geef ik niets om spullen, maar omdat dit schaaltje me zo dierbaar was, vroeg ik of ik het mocht hebben. Mijn zus reageerde vervolgens zo kattig dat ik ook uit mijn slof schoot. Dat schaaltje had ik cadeau gegeven en daarom behoorde het mij toe.
We kregen verschrikkelijke ruzie. Eigenlijk ging het om veel meer dan dat schaaltje. Ik vond het heel hinderlijk dat mijn zus altijd de dienst uit maakte. Dat was het onderliggende probleem. Vroeger speelde ze al de baas en nu wéér. Mijn zus en ik zagen elkaar jaren niet. Totdat ze langskwam op mijn verjaardag om een cadeautje te brengen: het kristallen schaaltje. Mijn nichtje wilde het aan mij geven. Toen ik het uitpakte zag ik dat mijn zus hem gevuld had met mijn favoriete snoepjes. Voor mij was dat het moment waarop ik voelde dat mijn zus en ik herenigd waren; een goed gevoel.”

‘De buren hadden zonder overleg een grote boom voor ons hekje geplant’

Sara (45): “Tussen de tuinen van mij en mijn buren zat een hekje zodat onze kinderen niet om hoefden te lopen om te spelen. Maar dat handige hekje werd al snel een bron van ergernis voor mijn buren. Mijn kinderen liepen vaak door hun tuin omdat ze zo sneller op school waren. Het verschil was maar een paar meter, maar toch verkozen ze de korte route. Ik nam er geen aanstoot aan. Als ze het hinderlijk vonden zouden ze het vast zeggen, dacht ik. Nou, dus niet. Op een dag stond er een grote boom voor het hek. Een duidelijker teken dat mijn kinderen niet meer welkom waren, konden ze niet geven.
Ik was zo teleurgesteld in mijn buren dat het mij ook niet meer lukte om met ze te praten. Ik zei zelfs geen gedag meer als ik ze tegenkwam. Ook de vriendschap tussen mijn kinderen en de buren bekoelden. Ik wilde ze niet betrekken in dit conflict, maar ook zij waren beledigd. Het was heel ongemakkelijk en een stuk minder gezellig om met lekker weer allebei in de achtertuin te zitten. Toch kwam het weer goed.
Toen mijn jongste haar knie lelijk schaafde tijdens het steppen en ik niet thuis was, vingen de buren hem op. Ze verzorgden zijn wond, troostten hem en gaven hem een lekkere koek. Een goede buur is beter dan een verre vriend, realiseerde ik me toen. Ik ben langsgegaan met een bloemetje om ze te bedanken en aan te geven dat als er in de toekomst iets is wat ze niet prettig vinden, ze dat vooral moeten zeggen. Sindsdien gaan we weer goed met elkaar om. Maar de boom staat nog steeds voor het hek. Want een beetje afstand werkt nu het best.”

Tekst: Sonja Brekelmans. Om privacy-redenen zijn de namen gefingeerd.

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.