oeps blunder awkward

10 lezeressen over hun grootste blunder: ‘Ik schaamde me kapot’

Als je kinderen je seksleven door de karaokeset schallen of wanneer je een explosief appje nét naar de verkeerde stuurt… Er zijn van die momenten dat je wilde dat de grond zich onder je voeten zou openen.

Céline kan het beter

Paula (41): “Mijn buurman is van het type superknap en onbereikbaar. Al heb ik sinds mijn scheiding goede hoop dat het op een dag iets zal worden tussen ons. Ik weet niet wat het is, maar als ik hem zie, lijk ik wel in de fik te staan. Maar ik denk dat ik mijn kansen nogal heb verkleind toen ik was vergeten dat de schuifpui openstond en ik datgene deed waarvan ik weet dat het eigenlijk een slecht idee is: keihard meeblèren met mijn favoriete zangeres Céline Dion. Inclusief die onmogelijke hoge noten, ja. Toen ik me na drie liedjes realiseerde dat de halve buurt me kon horen, was het kwaad al geschied. ‘Ik zou op je stemmen bij X-Factor’, grapte mijn buurman toen ik hem tegenkwam. Ik ben met een rood hoofd snel doorgelopen.”

Die vreselijke vrouw

Quinty (36): “Ik wéét het: ik moet leren mijn grote mond te houden. Maar er ontvalt me nogal vaak iets, en dat is ook niet altijd even aardig. Eén moeder van een vriendje van mijn zoon trek ik nogal slecht. Het lijkt wel alsof ze altijd alles beter weet, alsof ze met de wereld in een wedstrijd zit voor wie de beste moeder is. En zij moet altijd winnen. Wat je ook zegt, zij weet of kan of doet het beter. Mijn zoon had een boterham met jam mee naar school, zij kreeg zowat een rolberoerte. Jám?! Nee, haar kind krijgt alleen biologische notenpasta. Wist ik wel hoeveel suiker er die jam zit? En zo heb ik nog honderd voorbeelden. Dus toen ze een keer haar kind had opgehaald en wegreed, zei ik dat ik blij was dat die vreselijke vrouw weer weg was. Natuurlijk hoorde mijn zoon van zes dat. En je raadt het al, de volgende keer dat hij haar zag verkondigde hij vrolijke tegen mij: kijk mam, daar is die vreselijke vrouw. Ze hoorde het, ik weet het zeker. Gelukkig voor mij deed ze alsof dat niet zo was, maar sindsdien behandelt ze me uiterst koeltjes.”

Ging niet over jou

Sasja (55): “Ik ben niet trots op mijn geroddel, maar tegelijkertijd kan ik het gewoon niet laten. Dus toen ik een goed verhaal opving over mijn buurvrouw die weer eens was vreemdgegaan – één probleem: haar man was erachter gekomen en was niet echt amused – zat ik dat tóch weer aan een andere buurvrouw te vertellen. In mijn tuin. Het was alleen nogal vervelend dat de vrouw om wie het ging een pakketje kwam ophalen bij mij, geen gehoor kreeg bij de deur en achterom was gelopen. Waar ze precies kon horen hoe ik haar leed in geuren en kleuren deelde. Ik zei nog iets als ‘dat ging niet over jou, hoor’, maar nadat ze haar pakketje had gekregen, beende ze woedend weg. Ze appte nog dat ze echt gekrenkt was en heel eerlijk: daar heeft ze ook wel gelijk in.”

De stervende zwaan

Gieta (57): “Het was zo’n werkdag waarop het toch al niet ging zoals ik wilde: ik kwam chronisch een kwartier tekort, was alleen maar brandjes aan het blussen en bovendien had ik voor half tien al spijt van mijn schoenen want die hakken liepen voor geen meter. Tegen drieën was ik helemaal klaar met de dag, maar was mijn mailbox een oorlogsgebied en ik moest nog naar een vergadering waarvoor ik al te laat was. Met mijn laptop en een stapeltje papieren beende ik richting de vergaderzaal, door het overvolle kantoor want op donderdag werkt niemand thuis. En zo zag een mannetje of veertig hoe ik door mijn te snelle passen zwikte met mijn enkel waardoor mijn hak afbrak, de papieren en de laptop uit mijn hand vlogen en ik als een soort stervende zwaan ter aarde ging, waarbij ik – ik voel nog de schaamte als ik eraan terugdenk – finaal uit mijn rok scheurde. Ik probeerde snel op te krabbelen, te doen alsof er niets aan de hand was, maar er was geen redden meer aan. Met een knalrood hoofd en tranen in mijn ogen ben ik eerst naar het toilet en daarna naar huis gevlucht.”

Lekker lomp

Marieke (40): “Voor mijn werk was ik in een blindeninstituut, waar een van de bewoners me een dag meenam in haar leven. We liepen door het grote gebouw en buitenterrein en het was gebruikelijk dat wanneer je iemand tegenkwam, je je naam zei en diegene dat ook deed. ‘Wat ken jij veel mensen’, zei ik, want de vrouw met wie ik was bleef vaak staan om iemand te begroeten en een praatje te maken, dat vond ik leuk. ‘Ja’, zei ze. ‘We leven hier echt met elkaar.’ En toen kreeg ik het voor elkaar om precies datgene te zeggen wat je in een blindeninstituut dus níet moet zeggen. ‘Ja, je ziet elkaar hier natuurlijk de hele dag.’ Pas toen zowel die vrouw als haar gesprekspartner stilvielen, kon ik mezelf wel voor mijn kop slaan. Ik stamelde excuses, maar die twee begonnen juist te lachen. ‘Nou, dat dan weer niet’, zei die vrouw. ‘Maar we spreken elkaar wel.’ Zij tilden er niet zo zwaar aan, maar ik vond het zó lomp van mezelf.”

De teamspirit

Lonneke (38): “In de hockeyapp van mijn dochter is het een drukte van belang. Eén moeder heeft helaas onterecht het idee in haar hoofd gehaald dat haar dochter ongelooflijk veel beter is dan de rest en miskend wordt in haar enorme talent. Het meisje kan prima hockeyen, net als mijn eigen kind en het grootste deel van het team. Als ze winnen, is het in mijn ogen een teamprestatie, niet het werk van één kind. Als ze verliezen, verliezen ze met z’n allen – simpel. Helaas denkt deze moeder daar anders over. Winnen is de prestatie van háár kind, bij verlies ligt het altijd aan een ander. En dus appt ze dingen als: Mooie overwinning, Sara-Tess is heel trots op haar twee doelpunten! Of: Er moet écht op voorzetten worden getraind, vier keer een verkeerde assist kan niet, zo kan ST geen spits zijn!!! Met allemaal boze gezichtjes erbij. Die meiden zijn tien jaar, doe even normaal. Geïrriteerd over weer eens een bericht wilde ik naar een andere moeder iets vileins appen, even mijn frustratie kwijt. Maar wat deed ik… In de groepsapp stuurde ik: Misschien kan ST minder trainen op scoren en meer op teamspelen. Van haar moeder zal ze het niet leren… Het werd een rel van jewelste waarbij ik had gehoopt dat andere ouders mijn kant zouden kiezen, maar helaas, vrijwel iedereen hield zich stil. Mijn dochter zit nu in een ander team, ik kón gewoon niet meer met die feeks langs de lijn staan.”

Boem-boem

Inge (39): “Geen idee hoe mijn kinderen van zes en acht bij het woord kwamen, maar waar mijn man en ik altijd het pedagogisch verantwoorde ‘vrijen’ gebruiken, zijn zij seks op een bepaald moment ‘boem-boem’ gaan noemen. Het onderwerp is bij ons thuis geen taboe en ze mogen al hun vragen altijd stellen, maar we hebben ze wel uitgelegd dat het niet iets is om op feesten en partijen zomaar over te beginnen. Dus wat deden ze op het veertigjarig huwelijksfeest van mijn schoonouders… Precies. Op luide toon schalden ze door een karaokeset, op de maat van Flemmings nummer Amsterdam: ‘Papa en mama hebben boem-boem gedaan.’ Nu ik het vertel klinkt het misschien grappig, maar geloof me, ik wilde echt ter plekke gewoon oplossen, verdwijnen, en nooit meer terugkomen.”

XL blunder

“Nadat ik veel was afgevallen, ging ik nieuwe kleren kopen met een vriendin. Ik was van maat 46 naar maat 40 gegaan en ik voelde me echt veel beter. Meer energie en ook gewoon trots op mijn harde werken. Maar dat is nog geen reden om onaardig te gaan doen… Ik paste een broek en een trui en stapte uit het pashokje met die kleren aan. Mijn vriendin reageerde enthousiast en ik zei, blij met mijn nieuwe figuur: ‘Ik wil echt nooit meer maat 46, ik vond dat zó onaantrekkelijk.’ Waarna het gordijn naast me open werd getrokken en er een vrouw tevoorschijn kwam voor wie, laat ik het zo zeggen, maat 46 al een paar maten geleden was… Ze keek me vernietigend aan. Ik schaamde me meteen helemaal kapot. De vlammen sloegen echt uit hele lijf, wát een lompe opmerking. En het gekke is dat ik het eigenlijk ook niet echt meende. Althans, niet zoals zij het opvatte. Ik vind lichamen in alle soorten en maten prachtig, ik vond alleen mezelf er beter uitzien. Maar toen ik begon te stamelen om zoiets duidelijk te maken, maakte ik het alleen maar erger. Uiteindelijk heb ik snel mijn eigen kleren weer aangedaan en ben snel weggegaan. Mijn vriendin kwam niet meer bij, ik kon wel huilen.”

Net een eend

Chantal (32): “Les geleerd: geef nooit maar dan ook nooit je mening over namen voor kinderen. Waar ik na drie weken op mijn nieuwe werkplek dacht te weten hoe alle kinderen van mijn collega’s heetten, had ik er kennelijk eentje over het hoofd gezien. Dus toen het tijdens de lunch over namen ging en ik luidkeels verkondigde dat ik echt níéts had met de naam Pien – ‘Net een naam voor een eend’, waren mijn letterlijke woorden – kreeg ik onder tafel een harde schop van een collega. Maar het kwaad was al geschied. Sandra van de receptie – moeder van Pien van drie jaar – keek me vernietigend aan. ‘Bedankt voor je mening, Chantal’, zei ze alleen maar ijskoud.”

Hetty de Heks

Fenna (43): “Mijn man zegt altijd het legendarisch is hoe ik níét tegen kritiek kan. Dat is niet waar, ik ben gewoon fanatiek in het weerleggen van kritiek die ik krijg. Zo ook toen ik op mijn werk samen met een collega een marketingpresentatie in elkaar had gezet waar echt zoveel bloed, zweet, tranen maar ook liefde in zat, dat het bijna voelde alsof ik een kind had gebaard. Weken van hard werken zat erin en dat moest ook, want met deze presentatie moesten we de directie overtuigen van de budgetverhoging die we nodig hadden. Ik had er echt een goed gevoel over, wist zeker dat het zou lukken. Er was nog één stap te zetten: de presentatie moest nog naar onze leidinggevende, Hetty, die zich de afgelopen weken nou niet bepaald meewerkend had opgesteld. Ze had hele hordes aan gewenste input en informatie bij ons over de schutting gegooid, maar verder geen rol gespeeld in de totstandkoming van de presentatie, terwijl dat toch echt haar werk was. Uiteraard tot grote irritatie van mijn collega en mij. Dus toen ik de presentatie naar haar had gemaild en ze met een bak kritiek kwam waar je naar van wordt – íédere slide was volgekalkt met opmerkingen, en geen van allen positief – kreeg ik zowat een waas voor mijn ogen. Woedend stuurde ik de mail door naar mijn collega, waarbij ik schreef dat Hetty de Heks met haar zure bezem door ons werk was gegaan. Maar eh… die mail stuurde ik dus niet door. Ik had in mijn woede niet goed opgelet en op reply geklikt. Het leverde me een heel pittig gesprek met Hetty op waarbij ik door het stof moest, maar ook mijn frustraties over haar houding aangaf. Het extra budget kwam er. Maar ik ben inmiddels van afdeling veranderd, de samenwerking met Hetty kwam niet meer goed.”

Tekst: Mariëtte Middelbeek
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.