Lentemoeders
19 april 2013
Moeders, je hebt ze in alle soorten maten. Daar weet Stefanie alles van.
Moeders, je hebt ze in alle soorten maten. Daar weet Stefanie alles van.
Eindelijk is de winterkou verdwenen. Lentetemperaturen geven de mensen een ontspannen tred.
Er hangt vaker een jasje open en ik zie veel zwangere vrouwen. Daar let ik nog steeds op. Tijdens mijn zwangerschap waren ze er ook: heel veel dikke buiken!
Toen zwanger worden niet lukte, zag ik veel moeders met kinderen. Allerlei moeders:
jonge, oude, blije, boze, dikke, dunne, serieuze, grappige, geduldige en stressvolle moeders. Maar het waren allemaal moeders.
Natuurlijk, ik was ook al moeder en liep trots met mijn prachtige kinderen door het centrum.
Toen ze klein waren vochten ze om mijn hand. Als iemand op straat iets over de kinderen vroeg, voelde ik mij jarenlang verplicht om uitleg over mijn aangenomen kinderen te geven. Ik wilde niet zomaar met de eer strijken van zoveel mooie mensenlevens. Gelukkig heb ik dat losgelaten. Het zijn mijn kinderen en ik hoef me tegenover niemand te verantwoorden.
Tijdens de pogingen om zwanger te worden, keek ik anders naar moeders dan toen ik zelf met een zwerm kleine kinderen om me heen liep. Ik keek vooral naar buiken, kinderwagens en waggelende peutertjes.
Nu loop ik met Adriana door het centrum. Ze is een mooie peuter die veel bekijks heeft.
Wellicht kijken er vrouwen naar ons, die niet zwanger raken. Zij hebben geen weet van het IVF-traject en ons gezin. Net zo min als ik iets over andere moeders weet.
Ze zijn er nog steeds: de jonge, oude, blije, boze, dikke, dunne serieuze, grappige, geduldige en stressvolle moeders. Maar nu ik ouder word en met mijn kindje of jong volwassen kinderen door het centrum loop, valt mij iets nieuws op.
Ik zie niet alleen moeders. Ik zie ook moeders met hun moeder.
De ene oma trots achter de kinderwagen, de andere bescheiden ernaast. Moeder en dochter samen kletsend of beiden met oog voor de kinderen. Een gezamenlijk, wakend oog.
Ik zou graag met mijn moeder en mijn kinderen door het centrum lopen, maar mijn moeder was al ziek toen ik bij Dirk en de kinderen kwam. Een half jaar later overleed ze. Gelukkig heeft mijn vader hen nog tien jaar meegemaakt, maar hij leefde ook al niet meer toen wij Adriana verwachtten.
Het is pijnlijk om over iets te fantaseren dat zeker nooit zal kunnen. Of kan het toch wel?
Misschien loopt mijn moeder in engelengewaad naast ons en waakt zij over mijn kinderen, ook al is er niemand die mijn fantastische moeder ziet.