Placeholder

Leesmoeder

Stefanie is leesmoeder geworden. Dat vindt ze heel leuk en doet ze op haar eigen manier.

Stefanie is leesmoeder geworden. Dat vindt ze heel leuk en doet ze op haar eigen manier.

Nu Adriana op school zit, probeer ik af en toe iets voor de school te doen. Dus, toen er leesmoeders voor groep 3 werden gevraagd, heb ik mezelf beschikbaar gesteld. Als ze luizenmoeders hadden gevraagd, had ik mij daar voor opgegeven, maar de leesontwikkeling van kinderen vind ik boeiender dan de ontwikkeling van neet tot luis.

Mijn taak is een cadeautje. Dat besef ik maar al te goed. Als ik in de hal schoonmaakmoeders het lesmateriaal zie afnemen bijvoorbeeld.

Meestal begeleid ik een jolig groepje van twee jongens en een meisje. Nu zit ik tussen twee schattige meisjes in, met wie ik nog nooit gelezen heb. Het kleinste meisje wil haar naam niet zeggen.

‘Ze heet Melanie,’ zegt het andere meisje.

‘Wat een mooie naam,’ zeg ik. ‘Die past goed bij een mooi meisje met een prachtige vlecht.’

Zag ik een lachje? De kinderen hebben stencils met woordjes en een leesboek bij zich. Volgens het pratende meisje moeten ze drie bladzijden van de stencils lezen.

‘Nee, twee!’ zegt Melanie opeens.

Ik laat Melanie bepalen hoeveel bladzijden we van de stencils gaan lezen. Het andere meisje mag aangeven hoeveel regels ieder om de beurt uit het boek moet lezen. Inspraak geven wekt blijkbaar sympathie op, want ineens vertelt Melanie mij dat ze op zwemmen zit. Het andere meisje begint ook over haar zwemles.

Het leesniveau van de meisjes ligt lager dan dat van het jolige groepje. Dat groepje leest supergoed, maar ouwehoert meer. Als er op zo’n moment een juffrouw langs loopt, schaam ik mij voor mijn gebrek aan overwicht. Maar dan zeg ik: ‘Zullen we verder gaan? Ik vind het zo leuk om straks tegen juf te zeggen dat jullie goed gelezen hebben.’ Dat werkt! Ik ben nog steeds een voorstander van belonen met complimentjes.  

‘Ik vind lezen niet leuk,’ zegt Melanie.

‘Dan maken we het leuk!’ zeg ik. ‘Zal ik een stukje lezen?’

Als ik een paar regels heb voorgelezen, gaat Melanie dapper verder. Ze prevelt eerst alle letters, voordat ze een woord uitspreekt.

‘Misschien gaan we de volgende keer weer met jou lezen,’ zegt Melanie’s leesgenootje vrolijk tegen mij.

‘Ze hebben goed gelezen!’ zeg ik, zoals altijd, over elk groepje, tegen de juffrouw.

Ik groet de schoonmaakmoeders, loop naar buiten en zwaai naar Adriana, die op het plein speelt. Toen ik vanmorgen haar klas uit ging, had ze moeite met afscheid nemen, maar nu krijg ik blije kusjes naar me toe geblazen.