Zomerse Babynamen

Spannend kort verhaal: Hartje zomer

Houd jij van thrillers? Dan wil je ‘Hartje zomer’ van Camilla Way zeker lezen. Wij delen alvast het eerste hoofdstuk met je.

De zweetdruppel die op dit moment tussen mijn borsten naar beneden zakt, probeer ik weg te wapperen met de waaier in mijn hand. Zonder al te veel effect, want vervolgens voel ik ook een zweetdruppel over mijn rug lopen. Leuk ding, zo’n waaier – ik voel me net zo’n Spaanse flamencodanseres – maar volgens mij krijg ik het juist door al dat wapperen met mijn arm extra warm. ‘Iek, kan jij bij de ventilator? Wil je hem op de hoogste stand zetten?’
Mijn boekwinkel Lectori Salutem zit in een monumentaal pand. Of beter gezegd: pandje. Het is er klein en knus. Juist de historie van dit oude winkelpandje zorgde ervoor dat ik mijn hart eraan verloor vanaf het moment dat ik er binnenstapte. Dat is nu bijna zes jaar geleden. Ik wist meteen dat dit de perfecte plek zou zijn voor Lectori Salutem. Zo’n oud pand betekent wel dat alles piept en kraakt. We hebben geen bel nodig bij de ingang van de winkel, want iedereen die binnenkomt wordt luid aangekondigd door de rammelende, klassieke deur. Een nadeel is dat de kieren bij de deurpost en het enkele glas in de grote ramen van de etalage ervoor zorgen dat klimaatbeheersing hier net zo goed lukt als in een tochtig bushokje. In de winter is het in de boekwinkel vaak zo koud dat Ikram en ik, ondanks drie lagen kleding, staan te klappertanden achter de toonbank. En tijdens dit soort hete dagen – mijn hemel, het is net juni, dus de echte zomer moet nog beginnen – moeten we uitkijken dat we niet uitglijden over ons eigen zweet.
‘Hij staat al op de hoogste stand,’ meldt Ikram, die voorovergebogen voor de ventilator staat. Dan pakt ze weer een stapel boeken uit de doos voor haar en zet ze op een hoge plank van de kast. ‘En het valt toch best mee met de warmte? Ik vind het juist heerlijk dat de zomer zo vroeg begint! Weet je wat, ik maak wel even een ijskoffie voor ons,’ zegt ze, en ze loopt naar de koffiehoek in de winkel.
Kijk, daarom ben ik zo dol op Ikram, die alles altijd van de positieve kant bekijkt. In de elf jaar dat we beste vriendinnen zijn heb ik haar nog nooit horen klagen. Ze blijft altijd kalm en opgewekt. Mijn tegenhanger, zou je kunnen zeggen. Want ik raak al gestrest als de kassarol blijft hangen. Daarom twijfelde ik ook geen seconde om Ikram aan te nemen als mijn rechterhand bij Lectori Salutem. We zijn een gouden combi.
Ikram loopt naar me toe met twee glazen ijskoffie in haar hand. Ze draagt vandaag een roomwitte hoofddoek, die ze in een soort knotje in haar nek heeft vastgebonden. Door die lichte kleur komen haar bruine, amandelvormige ogen nog mooier uit. Ze lijkt wel een prinses uit Duizend-en-een-nacht. Maar dan met zweetdruppels op haar bovenlip.
‘Ik heb ons een dubbele shot espresso gegeven, zodat we lekker wat energie krijgen om al die dozen vandaag nog uit te pakken.’ Stralend zet ze een glas naast me op de toonbank en loopt weer naar de hoek waar ze bezig was met het aanvullen van nieuwe boeken.
Ik zucht, neem een grote slok van het koele drankje en buig me dan over de doos die voor me staat. Net als ik een stapel boeken eruit wil pakken, gaat mijn telefoon. ANNABELLA MOBIEL staat er op het schermpje. Mam? Waarom belt ze me op vrijdagmiddag? Ze weet dat ik dan aan het werk ben in de winkel. Een beetje bezorgd neem ik op. ‘Hoi, mam?’
‘Dag lieeeefje!’ Haar luide stem klinkt als die van een operazangeres. Vroeger, voor haar pensioen, was Annabella musicalactrice. En een goede ook. Ze speelde hoofdrollen in grote producties in Nederland, België en Duitsland. Ze stond zelfs als Eponine in Les Misérables – de mooiste rol die er bestaat, volgens Annabella – op West End in Londen. Ik kan me niet anders herinneren dan dat mijn moeder doet alsof het hele leven een musical is: ze ‘praatzingt’ alles wat ze zegt, inclusief bijbehorende handgebaren en drama.
‘Hoe gaat het met mijn mooie en vooral ook favoriete dochter?’
‘Uh, goed?’ antwoord ik een beetje beduusd. Aan mijn moeders jubelende begroeting te horen maakte ik me waarschijnlijk onterecht zorgen over de reden van dit telefoontje. ‘Gaat alles ook goed met jou, mam? Heel lief trouwens dat je me je favoriete dochter noemt, maar ik ben ook je enige dochter, weet je nog?’
‘Dat weet ik toch, ma chérie. Met mij gaat het très bien. Ik zat net nog met Odile en Françoise aan een glaasje vin, bij die leuke bistrot hier aan de Rue Saint-Etienne.’
Aha, die wijn verklaart haar jubelstemming, denk ik met een ingehouden lachje.
Annabella heeft niks door en vervolgt: ‘Enfin, ik vertelde dus net nog aan mes copines hoe formidable mijn lieve dochter het doet met haar schattige boekwinkel, jouw eigen petite librairie.’
Ik rol met mijn ogen. ‘Mam, praat even normaal. Papa en jij wonen net vijf jaar in Frankrijk en je doet net alsof je een geboren Française bent.’
Annabella kucht. ‘Sorry liefje. Ik vind gewoon dat de rol van mondaine Parisienne me goed staat, in Frankrijk tenminste. Maar bij jou zal ik me inhouden. Papa zei laatst ook al dat ik me gedroeg als Brigitte Bardot.’
Haar antwoord laat me glimlachen. Mijn ouders verhuisden vijf jaar geleden naar een dorpje in de Franse Morvan – dus helemaal geen Parijs of andere wereldstad – om daar van hun pensioen te genieten. ‘Over papa gesproken, gaat alles ook goed met hem?’
Annabella is even stil en zegt dan: ‘Ja. Met papa gaat het ook wel aardig.’
Het is de verandering in de toon van haar stem die mijn bezorgdheidsalarm laat rinkelen. Net als ik wil vragen wat ze bedoelt met ‘ook wel aardig’, praat Annabella snel verder.
‘Dat brengt me op de reden dat ik je bel. Ik ben namelijk van plan om binnenkort even naar Nederland te komen. Nou, is dat niet leuk?’ Annabella’s stem kwettert weer zangerig in mijn oor. ‘Ik moet namelijk een en ander regelen in Nederland en het lijkt me verrukkelijk om dat te combineren met wat temps de qualité met mijn dochter. Dus ik dacht: misschien kan ik gezellig bij jou logeren? Dan kunnen we lekker samen tuttebellen, want ik neem natuuuuurlijk mijn beautycase mee. En uiteraard hoeven we niet de hele tijd samen te zijn, want ik weet ook wel dat jij gewoon je werk hebt in die fantastische boekwinkel van je. En je hebt natuurlijk Bram. Mon Dieu, ja! Dan kan ik die knappe prins van je ook eindelijk weer zien!’
Ik onderbreek Annabella’s spraakwaterval. ‘Lijkt me heel gezellig om je weer te zien, mam. Maar kom je zonder papa?’
‘Huh, papa?’ reageert Annabella, alsof ik haar vraag of ze samen met de kerstman komt. ‘O, papa! Nee, die blijft lekker in Frankrijk. Iemand moet voor de tuin zorgen, toch?’ Ze lacht een hoge schaterlach, die zo gemaakt klinkt dat het lijkt of die rechtstreeks uit het script van een van haar musicals komt.
‘Oké,’ zeg ik weifelend. ‘En hoelang ben je van plan om in Nederland te blijven?’
‘Nou, een paar weken ofzo. Ik moet zoals gezegd een aantal dingen regelen. Geen idéé’, en haar stem maakt daarbij een hoge uitschieter, ‘hoelang ik daar mee bezig zal zijn. Maar och, ik zie het maar als lekker veel moeder-dochter-tijd.’ Weer die gemaakte lach.
‘Dat is inderdaad een fijn vooruitzicht, maar…’ Ik zwijg even. Het nieuws van Annabella’s soloreis naar Nederland zit me toch niet helemaal lekker. ‘Gaat het wel goed met papa en jou?’
‘Met papa en mij? Jawel hoor, liefje. Maak jij je nou maar nergens zorgen om.’
Ik trek mijn wenkbrauw op, ook al ziet Annabella dat natuurlijk niet door de telefoon. Wat een vreemd gesprek is dit. Ik besluit er nu niet verder op in te gaan. Als Annabella toch binnenkort naar Nederland komt dan vogel ik wel uit hoe het echt met haar gaat. En met papa. ‘Tuurlijk kun je bij mij logeren, mam. Ik zal tegen die tijd de logeerkamer voor je klaarmaken. Wanneer kom je?’
‘Morgen!’ antwoordt Annabella pardoes.
Die zag ik niet aankomen. ‘Mórgen al?’
‘Ja, gezellig, hè? Ik ga morgenochtend eerst nog even langs de boulangerie. Dan haal ik voor jou zo’n heerlijke Franse croissant waar je zo dol op bent. Ik weet dat de croissants in Nederland wat te wensen overlaten. En dan rij ik in een keer door naar Nederland. Ik verwacht dat ik rond vier uur ’s middags bij jou ben. Komt dat uit? Als je er niet bent dan is dat niet erg hoor. Ligt je huissleutel nog steeds onder die eekhoorn naast je voordeur? Dan laat ik mezelf gewoon binnen en maak ik alvast voor mezelf zo’n verrukkelijk kopje koffie met jouw geweldige koffieapparaat, want…’
‘Mam!’ Mijn hemel, als je die vrouw niet af en toe een halt toeroept, kletst ze rustig een avondvullend programma bij elkaar. ‘Ik zorg dat ik er morgen ben als je aankomt, dan praten we verder, oké? En ik maak alvast de logeerkamer klaar. Ga jij nou maar rustig inpakken. En rij voorzichtig morgen. Goede reis!’
‘Dankjewel liefje, tot morgen!’
Als ik de verbinding heb verbroken kijkt Ikram me van achter de boekentafel vrolijk aan. ‘Hoor ik nou dat Annabella naar Nederland komt? Wat gezellig! Komt Henk ook mee?’
‘Nee, mijn vader blijft in Frankrijk deze keer.’
Ikram trekt een verbaasd gezicht.
‘Annabella moet wat dingetjes regelen in Nederland, zei ze. Geen idee wat ze precies moet doen. Maar ze komt morgen al, dus dan hoor ik het vast.’
Ikram lacht. ‘Dan is het vanaf morgen gedaan met de rust bij jou in huis, want met Annabella als logee is het ongetwijfeld geen seconde stil. Hoelang blijft ze? Ik hoop dat ik haar ook nog even zie, het is alweer zo lang geleden.’
‘Ze zegt dat ze een paar weken blijft,’ zeg ik, nog steeds een beetje verbaasd over het telefoontje en de mededeling dat mijn moeder in haar eentje naar Nederland komt. Ik kan het gevoel dat er iets niet goed is met haar, of met mijn vader, of tussen hen samen, nog niet van me afzetten. ‘En ik weet dat Annabella het ook heel erg leuk vindt om jou weer te zien.’
Het stralende gezicht van Ikram laat me mijn zorgen spontaan vergeten. ‘Dan ga ik haar ook om zangtips vragen. Ik heb namelijk vorige week auditie gedaan voor De Zingende Zomer.’
‘Wat?’ roep ik uit. ‘Dat heb je me helemaal niet verteld, wat gaaf!’ Uit enthousiasme gooi ik bijna mijn ijskoffie om, maar ik kan het glas nog net vastpakken.
‘Ja, spannend hè?’ Ikrams wangen verkleuren een beetje. ‘Ze spelen dit jaar Mini Mamma Mia, een verkorte versie van de musical Mamma Mia. En ik heb geauditeerd voor een van de vrouwelijke hoofdrollen: de dochter in het verhaal.’
‘O, Mamma Mia! Dat is toch met al die ABBA-liedjes? Die film heb ik gezien!’ Uitgelaten klap ik in mijn handen. ‘Die rol past helemaal bij jou, want je kunt geweldig zingen.’
‘Niet te vroeg juichen, hoor,’ glimlacht Ikram verlegen. ‘Ik weet nog niet of ik de rol heb. Als het goed is krijg ik dat ergens dit weekend te horen. En dan zou het natuurlijk fantastisch zijn als de grote musicalster Annabella Stevens mij kan helpen bij de voorbereiding. Maar ik wil het niet jinxen, dus nu gaan we het niet meer over De Zingende Zomer hebben, oké?’
‘Ik zeg niks meer,’ zeg ik, terwijl ik een gebaar maak alsof ik mijn mond op slot draai en de sleutel doorslik. ‘Maar ik weet zeker dat ze jou kiezen voor die rol.’
Ikram kijkt me gemaakt boos aan. ‘Liz! Hup, we gaan weer aan het werk.’
Ik schenk haar mijn onschuldigste glimlach en zing zachtjes: ‘My, my, how can I resist you?’

Meer lezen? Klik op onderstaande button.

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.