
Juf Anne kreeg haar leerlingen aan het lezen: zó lukte dit haar
20 februari 2025
Juf Anne Steenhoff (28) krijgt voor elkaar waar menig leerkracht en ouder van dromen: haar klas leest met plezier. Haar aanpak heeft ze verwerkt in haar eigen boek. “Met het juiste boek kan ieder kind stappen zetten.”
In Nederland zijn er zo’n 2,5 miljoen laaggeletterden. Dat cijfer is uiterst zorgwekkend, want wie niet goed kan lezen, komt niet goed mee in de maatschappij. Goed leren lezen begint zowel op de basisschool als thuis. Anne Steenhoff (28) is juf van groep 8 op een basisschool in Utrecht. Vier jaar geleden schrok zij van het leesniveau van de kinderen in haar toenmalige klas. “Als vrijwel de hele klas het 1F niveau (zie kader) niet haalt, dan klopt er iets niet. Dit is wat in Nederland op grootschalige wijze gebeurt. Dat kinderen tegenwoordig niet goed kunnen lezen, ligt niet aan hen. Ze worden niet dommer geboren dan vroeger. Dat ligt dus ergens anders aan en het is aan ons – de volwassenen – om dat te veranderen. Kijk, als je niet kunt hoepelen of ringzwaaien, is dat geen probleem. Daar vraagt niemand ooit nog naar. Maar lezen, dat moet iedereen leren. Daar kun je niet op inleveren, want dat heeft verregaande consequenties voor de rest van het leven. Ieder regulier begaafd kind moet de basisschool verlaten met een bepaald basisniveau. Dat is nodig om mee te kunnen komen in een maatschappij waarin alles draait om taal. In de documentaire Duidelijke taal van Loes Luca wordt pijnlijk duidelijk wat het effect van laaggeletterdheid is. Daarin vertelt iemand onder andere over een man die zijn medicatie in zijn oor stopt, omdat hij de woorden ‘oraal gebruik’ op de bijsluiter niet goed kan interpreteren. Die scène lijkt grappig, maar dit is natuurlijk schrijnend. Ook word je van lezen je een ruimdenkender, vriendelijker en leuker mens omdat je je beter kunt inleven in een ander. Dus leren lezen heeft ook te maken met goed burgerschap en empathie.”
Weg ermee
Vier jaar geleden schreef Anne haar onvrede over het Nederlandse leesonderwijs in een artikel dat werd gepubliceerd in NRC. Daarop kwam veel bijval én de vraag van een uitgever om hier uitgebreider op in te gaan in een boek. “Een lui letterland is in het voorjaar van 2024 verschenen. Dit boek moest niet alleen de constatering bevatten dat het slechte leesniveau van kinderen te wijten is aan volwassenen, maar ook een plan om dit aan te pakken.” In haar boek staat een heldere uitleg van hoe Anne haar leerlingen weer aan het lezen kreeg. Haar directrice gaf haar de ruimte dit plan uit te voeren. Daarvoor keurde Anne eerst het boekenaanbod op school. “Alle ‘populaire’ boeken met weinig woorden, veel plaatjes en onderbroekenlol verdwenen letterlijk in een vuilniszak. In plaats daarvan vulde ik de planken met werken van Astrid Lindgren, Thea Beckman, Pieter Koolwijk, Jacques Vriens, Paul van Loon, Tonke Dragt en Astrid Sy. Dit zijn boeken die aansluiten bij hun belevingswereld. Er staan meer woorden op de bladzijden dan in de boeken die ik heb weggegooid en de rijkere teksten dagen leerlingen uit. Daardoor vergroten ze hun woordenschat en verhogen ze hun leesniveau. Natuurlijk kwam er de eerste weken weerstand van de kinderen, die vroegen zich af boeken waar Het leven van een loser en Dagboek van een muts waren gebleven. Na een tijdje vroeg niemand er meer om. Als volwassene zet ik de norm, zij raken daar vanzelf aan gewend. Het maakt echt uit wat je leest. Soms hoor ik wel eens iemand – goedbedoeld – zeggen ‘als een kind maar leest’. Zo werkt het niet. Vergelijk het met eten: je zet een kind toch ook vaker broccoli voor dan patat. Kies dan ook vaker voor kwalitatief goede boeken.”
Langer lezen
Anne verdubbelde ook de leestijd op school, haar leerlingen beginnen de dag nu met een half uur lezen. “Uit onderzoek blijkt dat het leesniveau van kinderen omhoog gaat als ze een kwartier onafgebroken lezen. Vandaar dat veel scholen een leeskwartier hanteren. Toen ik zelf ook ging lezen in mijn klas, merkte ik dat er daarvan amper vijf minuten overblijft om rustig te lezen. Iedereen moet een boek pakken, gaan zitten, de bladzijde waar hij of zij is gebleven opzoeken. Er komt een leerling te laat binnen, of een leerkracht komt wat brengen. Als de tijd er bijna opzit, beginnen de kinderen alweer te draaien op hun stoel. Ik heb schoolbreed ingevoerd dat alle kinderen de dag beginnen met een half uur lezen of ze worden voorgelezen. Ik geloof namelijk ook erg in lead bij example: mijn achtstegroepers lezen structureel voor aan groep 1, 2, 3 en 4. Want als groep 8 enthousiast is over lezen, heeft dat een positief effect op de jongere kinderen. Ik lees zelf ook vrijwel alles wat in de kast op school staat. Daardoor weet ik bij welk leesniveau een boek hoort en wat leuk is voor wie. Dat doen collega’s ook, we appen elkaar covers van boeken, een omschrijving van het verhaal én de namen van de kinderen bij wie dit boek zou kunnen passen. Kinderen met een korte concentratiespanne hebben behoefte aan een verhaal waarvan de spanning constant hoog is. Zoals horrorboeken waarin de ledematen in het rond vliegen. Daar heb ik zelf minder mee, maar ik lees ze wel omdat ik wil weten wat erin staat.” Soms is er budget vanuit school om nieuwe boeken aan te schaffen, maar veel boeken schaffen Anne en haar collega’s zelf aan. “We organiseren soms een markt waar we boeken verkopen, de opbrengst besteden we aan nieuwe boeken. Die haal ik zelf ook bij de kringloop. Daar vind ik echt pareltjes voor anderhalve euro. Die worden vervolgens weer door honderden de kinderen gelezen.”
Gezellige leeshoek
In haar lokaal heeft Anne een gezellige leeshoek ingericht, met een sfeervol lampje en een fijne bank waar de kinderen op kunnen hangen. “Niemand wil aan een kale tafel en onder en tl-buis zitten lezen, dat is voor iedereen ongezellig. Ook kinderen zijn gevoelig voor stijl en sfeer. In de pauze mogen kinderen ervoor kiezen om binnen te blijven om te lezen. Dat kan bij ons op school omdat wij de dagen zo hebben ingedeeld dat ze elke dag sowieso al een half uur bewegingsonderwijs krijgen. Natuurlijk zijn er kinderen die in de pauze liever in de voetbalkooi staan, dat is ook goed. Er is altijd wel een groepje van vijf of zes kinderen die liever leest. Die zoeken uit eigen beweging die hoek op voor hun ontspanning. Als ik dat zie, maakt me dat wel trots. Uiteindelijk gaat het erom dat ik het voor elkaar krijg dat de hele klas goed leert lezen. Met humor neem ik hen mee in mijn missie. En sommige kinderen moet je hier doorheen slepen. Dan zeg ik: je hoeft het niet leuk te vinden, je moet het wel kunnen. Door boeken op het juiste leesniveau aan te reiken, die aansluiten bij hun belevingswereld en interesses kunnen ze allemaal stappen zetten. En als ze merken dat ze vooruitgaan, groeit hun zelfvertrouwen.
Voor de juiste leesopvoeding is er meer nodig dan een bevlogen juf, daarvan is Anne overtuigd. “Eigenlijk geldt ook hier: it takes a village…. Het is het allermooist als een netwerk van ouders, school, boekhandelaren en de bibliotheek zich sluit rondom een kind. Kinderen uit mijn klas mogen twee aan twee naar de bibliotheek. De medewerkers daar kennen iedereen bij naam en weten wat ze graag lezen. Dat vinden ze fantastisch, want daar staan nog meer boeken die we op school vaak nog niet hebben. Thuis het goede voorbeeld geven helpt ook. Natuurlijk valt de beeldcultuur niet meer te ontkennen, we kunnen alles kijken waar en wanneer we willen en laten aansluiten op persoonlijke interesses. Mede daardoor zijn kinderen tegenwoordig niet meer gewend om zelf moeite te doen voor ontspanning. Daar zouden we best wel meer op in kunnen zetten. Dus zet die televisie een keer uit en verdwijn zelf in een hoekje van de bank in een mooi boek.”
Veel lezen
Bij Anne thuis werd altijd veel gelezen, door haar beide ouders. “Ik herinner met dat er bij ons thuis een klein kastje stond waar ik als kind altijd zelf boekjes uit pakte. We gingen ook wel naar de bibliotheek. Heerlijk vond ik dat, want dan kon ik allerlei verschillende boeken meenemen. Het kinderboek dat me het allermeest is bijgebleven is De gebroeders Leeuwenhart. Ik zat helemaal in dat verhaal omdat het zo spannend is en de wereld waarin het speelt prachtig is uitgewerkt. Toen ik elf jaar was vond ik het een vakantiehuisje een exemplaar van De eenzaamheid van de priemgetallen. Dat boek gaat over een bijzondere vriendschap tussen een jongen en een meisje die door hun jeugd moeite hebben met relaties en verbindingen. De eenzaamheid van hun karakters greep me aan, daarin vond ik een soort herkenning. Ik heb het in elke fase van mijn leven tot nu toe opnieuw gelezen. Het was heel lang mijn favoriete boek, maar die plek moet sinds kort worden gedeeld met Brown girl dreaming. Daar vertelt Jacqueline Woodson over haar jeugd als Afrikaans-Amerikaans meisje in de jaren zestig en zeventig. Zij woont afwisselend bij haar oma in South Carolina en bij haar moeder in New York. Het maakte indruk op me omdat zij precies even oud is als mijn ouders, maar totaal anders is opgegroeid. Ik vind het echt een aanrader. Ik lees gemiddeld een boek per week en regelmatig is dat een kinderboek. Elke schooldag beginnen we met zelf lezen, in de pauze of aan het einde van de dag lees ik voor. Ook aan groep 8. En dan stop ik – net als bij een Netflix-serie – altijd op een spannend moment. De volgende staan er altijd wel een paar leerlingen aan mijn bureau die me smeken verder te gaan met het verhaal.”
Voor meer informatie over Een lui letterland, klik op onderstaande button.
Een lui letterland
Tekst: Yvonne Brok
Foto: Mariël Kolmschot
Visagie: Wilma Scholte
Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.
LEES OOK
Uit andere media