Canva1 2024 04 02t124239.982

Judith vocht tegen een eetstoornis: ‘Het stemmetje is er nog’

Tien jaar lang kampte Judith (56) met een eetstoornis. Het keerpunt kwam toen ze zwanger was van haar eerste kind en wel voor zichzelf móést zorgen. “Ik wilde leren mezelf te accepteren, hoe moeilijk dat ook was.”

Judith: Tijdens mijn middelbareschooltijd heb ik nooit problemen gehad met mijn gewicht. Ik was slank, werd nooit gepest, had veel vriendinnen en lag ook goed bij de jongens. Wel was ik altijd bezig met mijn uiterlijk. Waar andere vrienden grote, zwarte T-shirts van bands droegen – we hielden allemaal van hardrock -, had ik een lippenstiftje op en hakken aan en droeg ik sexy kanten truitjes.
Op mijn negentiende verhuisde ik naar een andere stad. Ik had een baan waarbij ik lange dagen maakte en kwam ’s avonds moe thuis. Dan was het snel even koken om vervolgens met een vriendin te gaan hardlopen. Op een avond klaagde ik tegen haar dat ik het irritant vond om met zo’n volle maag hard te lopen. Toen antwoordde mijn vriendin nuchter, “dan steek je toch gewoon je vinger in je keel?” Zo begon mijn eetstoornis. Door het harde werken in combinatie met braken “om maar makkelijker te kunnen hardlopen”, viel ik in korte tijd acht kilo af. Plotseling kreeg ik van alle kanten complimentjes: “Jeetje, wat zie je er goed uit!” Nu heb je de body positivity-beweging, dat had je toen niet. Slank was het schoonheidsideaal, hoe je dat bereikte, of je gezond of ongezond slank was, maakte niet uit. Ik genoot van al die complimenten. Want hoewel ik wist dat ik een mooie meid was, voelde ik me soms onzeker. Iets wat alle vrouwen denk ik wel herkennen, een ander ziet er altijd toch net wat beter uit dan jij. Dus wilde ik mijn slanke lijf vasthouden. Alleen tja, ik ben wel een ontzettende lekkerbek. Chocola ging niet per stukje, maar per reep naar binnen. Nu kwam de tip van mijn hardloopvriendin me goed van pas. Als ik dan weer eens veel te veel had gesnoept, stak ik eenvoudig een vinger in mijn keel en dan was het weer opgelost. Op dat moment in mijn leven had ik mijn eetstoornis wel nog redelijk onder controle. Ik braakte een paar keer in de week en mijn gewicht bleef stabiel.
Alleen, vergis je niet, zodra het zaadje van een eetstoornis is geplant, ben je gewoon ziek. Want het weet altijd zijn weg omhoog te vinden als het niet goed met je gaat. Ik kreeg een relatie waarin ik niet happy was. Vriendinnen werden zwanger, kregen kinderen, maar dat wilde ik écht niet met deze man. Omdat ik me zo ongelukkig voelde, begon ik weer te rommelen met eten. Daarnaast kwamen zwangere of net bevallen vriendinnen bij me klagen over hun lichaam. Ik was tenminste prachtig slank, daar moest ik maar zuinig op zijn. Dus kreeg ik nog een extra drijfveer om te braken na elke maaltijd.

Niet meer kotsen

Uiteindelijk heb ik de relatie verbroken en ben ik terugverhuisd naar Steenwijk, een plek waar ik me ontzettend thuis voel. Ik trok in bij mijn goede vriendin Gea. Die was heel duidelijk: er wordt vanaf nu niet meer gekotst. Na ons avondeten ging ze serieus gewoon voor het toilet zitten: “Laat dat maar uit je hoofd, Juud! En mocht ik je ooit een keer betrappen, dan haal ik het uit de pot en laat ik het je weer opeten!” Misschien denk je nu: dat meende ze vast niet. Nou, dan ken je Gea niet. Die doet dat dus wel! Op mijn werk kon ik nog wel braken, dat deed ik dan ook. Toen ik op een middag bij de tandarts in de stoel lag, vroeg hij me ontzet: “Wat is er met je glazuur gebeurd?” Tja, drie keer raden! Toch kwam ik, mede dankzij waakhond Gea, wel weer aan tot een gezond gewicht. In die tijd leerde ik mijn huidige man Barry kennen. We werden knetterverliefd en al gauw trok ik bij hem in. Nu Gea er niet was om me te corrigeren, kon ik weer naar hartenlust braken. Barry wist van niks. Tot ik een keer voorover bukte en er allemaal maagzuur gewoon mijn neus uit kwam gelopen. Mijn lichaam was zo gewend aan overgeven en mijn maagklepje was zo beschadigd, het liet als vanzelf alles naar buiten lopen. Barry keek me ontzet aan. Het was tijd voor een goed gesprek.

Stomp in mijn maag

Niet veel later werd ik zwanger. En hoezeer ik ook slank wilde zijn, ik vond een gezond kind op de wereld zetten belangrijker. Ik zorgde goed voor mezelf, braakte niet meer en at volwaardige maaltijden. Mijn lichaam greep dit met beide handen aan: “Híer met dat voedsel, dat slaan we meteen op!” Ik kwam in totaal 35 kilo aan. Dat vond ik vreselijk, maar mijn prachtige zoon ging voor. Het was een zonnige dag. Vol trots liep ik achter de kinderwagen met daarin mijn zoon! Ik kon mijn geluk niet op! Halverwege het rondje park kwam er een man die ik kende van vroeger naar me toe. Hij wierp een blik in de kinderwagen en ik maakte me al op voor een compliment en zond hem een stralende lach. Hij keek me aan en zei: “Judith, wat is er met je gebeurd? Je was vroeger altijd zo’n mooie meid!” Het voelde alsof ik een stomp in mijn maag kreeg. Mijn roze wolk spatte uiteen. Ik zei niks terug en liep boos weg. Wat een lul. Maar het kwaad was al geschied.

Naar stemmetje

Alle onzekerheden kwamen in volle hevigheid terug. Je bent ook een vies vet varken. Vroeger was je mooi, vroeger ja. Nu ben je een uitgezakt hoopje niks.
De liefde voor mijn zoon heeft me gered. Ik gaf borstvoeding en wilde hem een volwaardige start geven. Dus bleef ik gezond eten en leven. Later kreeg ik ook nog een dochter en voor haar gold precies hetzelfde: moederliefde overstijgt zelfhaat. Na mijn zwangerschappen ben ik nooit meer begonnen met braken. Ik wilde het mijn lichaam niet meer aandoen. Toen kwam ik erachter dat een eetstoornis echt in je hoofd zit. Elke keer als ik iets “slechts” at, kwam dat nare stemmetje me vertellen wat voor mislukkeling ik wel niet was. Of het gekmakende gevoel dat eten eruit moet als je een keer iets te veel hebt gegeten. Toch wilde ik mezelf leren accepteren, hoe moeilijk ik dat ook vond. Dan verlegde ik mijn aandacht naar wat er echt toe deed in mijn leven, mijn kinderen, mijn man en fijne contacten met vrienden. Dit is wat het leven mooi maakt, niet die slanke lijn. Immers, toen ik wél slank was, was ik ook niet gelukkig. Toen ervaarde ik alleen maar stress van dat gewicht moeten behouden.

Mildheid voor mijn buik

Hoe mijn zelfbeeld nu is? Ik zal de eerste zijn die eerlijk toegeeft dat jezelf en je lichaam accepteren lastig is. Voor het mooie ben ik wat te zwaar, maar het is wel wie ik ben. En ja, ik heb nog steeds dagen dat ik in de spiegel kijk en walg van mijn lichaam. Dan zie ik mijn buik en wil ik het liefst door de grond zakken. Wat mij op zo’ moment helpt, is om vanuit mildheid en dankbaarheid naar diezelfde buik te kijken. Want nee, hij is niet in shape, maar het heeft wél twee prachtige kinderen gedragen. Door te kijken wat een lichaam voor je doet in plaats van het altijd maar te veroordelen, ga je stapje voor stapje een liefdevollere band aan met je lichaam. Datzelfde lichaam zorgt er namelijk voor dat je de zon op je huid kunt voelen en dat je kunt genieten van een lieve knuffel van je partner. Ik zal ook nooit vergeten wat mijn dochter me ooit zei. We vinden het heel leuk om samen horrorfilms te kijken. Toen ze wat kleiner was, kroop ze dan gezellig bij me. Terwijl ze met haar hoofd op mijn borst leunde, zei ze intens tevreden: “Moeders horen zacht te zijn.”
Het gekke is dat ik ronde vormen bij andere vrouwen prachtig vind. Ronde borsten, ronde dijen, lekkere volle billen en een buikje zie ik juist als teken van vrouwelijkheid. Alleen als het dan over jezelf gaat, is het ineens een stuk lastiger. Raar, hè?
Of je een eetstoornis ooit helemaal kwijtraakt? Ik denk het niet. Ik braak al heel lang niet meer, maar nog steeds hoor ik af en toe het stemmetje in mijn hoofd: loser, vetklep, ga je nou wéér een ijsje eten! Het verschil met vroeger is dat ik er nu niet meer naar luister. Ik hoor het aan en kies er vervolgens bewust voor om te genieten van elke hap die ik neem. Ik prop mezelf namelijk niet vol, ik zorg goed voor mijn lichaam en een ijsje op zijn tijd hoort daarbij! Dus dag stemmetje, je kan de pot op!
Ken je het dat je naar een foto van een paar jaar terug naar jezelf kijkt en denkt: jemig, wat was ik toen mooi. Misschien was je wel slanker of had je minder rimpels. Alleen hoe voelde je je toen die foto gemaakt werd? Waarschijnlijk ook niet slank genoeg, toch echt al “best veel rimpels” en weet ik wat je jezelf nog meer kunt aanpraten. Ook als ik nu foto’s van rond mijn zwangerschap terugzie, vind ik mezelf ontzettend mooi, terwijl ik toen walgde van mijn lichaam. Dus heb ik op een gegeven moment tegen mezelf gezegd: ga jezelf nú maar mooi vinden. Al die jaren van kritiek op jezelf, om jezelf dan later achter je oren te krabben en te denken: toen was ik best mooi, dat is toch onzin? Wij vrouwen kunnen ook zo hard voor onszelf zijn, daarom deel ik mijn verhaal. Lieve vrouwen, laten we daar vandaag mee stoppen. We zijn prachtig, in alle vormen en maten.”

Tekst: Marianne ter Mors
Foto: Yasmijn Tan
Visagie: Wilma Scholte

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.