Placeholder

Jubileum

Al 12,5 jaar werkt Stefanie op hetzelfde kantoor, en dat vraagt om een terugblik.

Al 12,5 jaar werkt Stefanie op hetzelfde kantoor, en dat vraagt om een terugblik.

‘Vinden ze je nog steeds zo geweldig?’ vraagt een collega aan mij. Hij heeft mijn kinderen al lang niet meer gezien. Adriana had ik laatst nog meegenomen naar de barbecue, maar hij duidt op de oudste kinderen.

Vroeger kwamen ze wel eens op mijn werk. Ik ben geen directeur van een pretpark of dolfijnentrainster, maar een alledaagse kantoormedewerkster. Toch wilden zij later bij mij komen werken. Ze vonden mij immers geweldig. Nico haalde mij vaak op. Met rode wangen van het fietsen en een grote glimlach op zijn gezicht kwam hij dan het kantoor binnen.

De kinderen werden ouder. Moeilijkheden en zorgen veranderden. Soms moest ik vrij nemen voor een gesprek bij een orthopedagoog of andere hulpverlener. Maar het lukte allemaal wel.

Later nam ik vrij voor ivf-behandelingen. ’Ik moet naar het ziekenhuis,’ zei ik aanvankelijk alleen maar, maar mijn werkgeefster vermoedde de reden al. Toen ik zwanger bleek en later moeder werd van Adriana, werd mij dat van harte gegund.

12,5 jaar is een groot deel van een mensenleven. Christianne woont al op zichzelf. Wij hebben een fijn contact met haar. De andere 3 grote kinderen zijn nu ook mooie, jongvolwassenen en Adriana is al 3,5 jaar.

Ik kijk naar mijn nieuwe horloge met inscriptie.
‘Nee’, zeg ik glimlachend, als ik een hap taart heb weggewerkt, ‘ze vinden mij vast niet meer zo geweldig.’ Mijn collega lacht goedmoedig terug.

Vroeger aanbaden de kinderen mij. Nu dat niet meer zo is, voel ik mij soms onzeker. Ik vraag mij af of een adoptiemoeder meer op haar tenen loopt dan andere moeders. Misschien maken veel moeders met biologische kinderen ook onzekere periodes door, waarin zij zich afvragen of ze het goed doen. Die ervaring heb ik nog niet. Mijn biologische kindje is nog maar 3 jaar. Ondertussen ben ik zelf ouder geworden en heb geleerd van het opvoeden van de andere kinderen.

Ondanks dat niet alles soepel verloopt en ik onzeker ben, moet ik de waardering die ik krijg wel durven zien en geloven: mijn dochter die mij bedankt en zegt dat zij van mij houdt. Mijn zoon die regelmatig benoemt dat hij blij is dat ik zijn moeder ben geworden en een klein, aanbiddelijk meisje dat roept dat ze verliefd op mama is.

Bij mijn 25-jarige jubileum zijn deze jonge levens vast veel stabieler en voel ik mij vast sterker en rustiger. Ik hoop dat ik dan dezelfde vraag nog eens krijg.