vrouw

Janna: ‘Ik heb een burn-out door mijn kinderen’

Janna (35) droomde altijd van een gezin. Maar hoeveel ze ook houdt van haar zoon en dochter, ze vindt de zorg voor hen loodzwaar. Zo zwaar dat ze er een burn-out door kreeg.

Janna: “Gisteravond was het weer zover, en dit is gewoon een gemiddelde avond bij ons thuis. Mijn zoon van tien – die zowel autisme als ADHD heeft – had zichzelf overprikkeld in zijn kamer opgesloten, waar hij het weinige behang dat hij nog heeft van de muur trok. Zijn zusje van acht – ook een ADHD’er – zat op haar kamer keihard te gillen omdat haar broer haar zo hard had geslagen dat haar neus ervan bloedde, maar helemaal vrijuit ging ze niet want even daarvoor had ze hem geschopt. Mijn man Victor bulderde tegen mij en de kinderen dat hij er ‘he-le-maal klaar’ mee was en ik… Tja, wat moest ik doen? Wat ik altijd doe: proberen iedereen te kalmeren, tot rede te brengen, zorgen dat het niet verder uit de hand liep. Hopen dat er nog behang over was. Maar hoe doe je dat als je bij binnenkomst in de kamer van je kind een ijzeren speelgoedautootje naar je hoofd gegooid krijgt? En waar moet je beginnen deze chaos te ontwarren en iedereen aan te spreken op z’n verantwoordelijkheden?

Geboren moeder

Soms denk ik: waar ging dit mis? Zolang ik me kan herinneren droomde ik van een gezin. Een geboren moeder, zo noemden mijn vriendinnen me al lang voor ik kinderen had. Ik was vijfentwintig toen mijn zoon werd geboren – jong, maar een bewuste keuze. In het begin vond ik het wel lastig dat ik aan de ene kant zo gelukkig was en aan de andere kant het gevoel had voortdurend tekort te schieten. Mijn zoon was een huilbaby, heel lastig tevreden te stellen. Inmiddels kan ik dat allemaal verklaren, destijds maakte het me erg onzeker. Toen  twee jaar later mijn dochter werd geboren, voelde ik me veel zekerder als moeder. Zij was een makkelijke baby en ik begon steeds meer in mijn rol als moeder te groeien. Genieten, dat was het, ook al vond ik de combinatie van werk en kinderen ook zwaar – maar het geluk overheerste.

Politieagent

Als peuter was mijn zoon al niet zo makkelijk – snel opgefokt, vaak boos. En toen hij naar school ging, begonnen zijn gedragsproblemen zich meer en meer te uiten. Hij vernielde zijn speelgoed, sloeg andere kinderen en ook zijn zusje moest het ontgelden. Op de dagen dat ik thuis was met de kinderen, had ik het gevoel dat ik voornamelijk een politieagent was. Soms vond ik het gewoon lekkerder om te werken en daar voelde ik me schuldig over. Ik wilde toch kinderen, waarom voelde ik me zo?
Toen mijn zoon uiteindelijk zijn diagnoses kreeg, ging het iets beter. Mijn man en ik leerden om te gaan met zijn autisme en zijn ADHD, we boden hem structuur en duidelijkheid en hij kreeg medicatie. Daarna ging het een tijdje goed, tot in groep vier zijn gedrag weer verslechterde en we opnieuw bij allerlei instellingen terechtkwamen. Vanaf dat moment kwamen we met hem terecht in een nog grotere molen van onderzoeken, diagnoses, nog meer onderzoeken, hulpverleners, therapieën, noem maar op. Inmiddels zit hij op het speciaal onderwijs, maar ook daar zet hij de boel op stelten. Voortdurend moeten we op gesprek en krijgen we te horen wat er misgaat, maar een antwoord heb ik eigenlijk niet meer. En dat voelt als falen. Ik, de geboren moeder, kan mijn kind niet opvoeden.

Neerwaartse spiraal

Los van dat dat best zwaar is en een kind met gedragsproblemen je echt kan leegzuigen, legt het ook veel druk op Victor en mij en vooral op onze relatie. Het is heel vermoeiend om altijd op scherp te staan en één lijn te trekken richting de kinderen. Om kalm te blijven terwijl onze zoon schreeuwt en trapt en flipt en ruzie schopt met zijn zusje, die op haar beurt overal rotzooi maakt en vervolgens totaal overprikkeld gaat schreeuwen. Dat dóét iets met je, ik ben een mens, geen machine. Het raakt me, ik word er verdrietig van, boos, moedeloos. Victor op zijn beurt ook, maar we vinden elkaar niet altijd in die emoties, regelmatig keren we ons tegen elkaar en hebben we ruzie. En daar worden onze kinderen op hun beurt weer door geraakt, waardoor we met z’n allen in een neerwaartse spiraal zitten. Dat is al jaren aan de gang, maar in het begin kon ik er ook wel weer uitkomen. Hup, schouders eronder, doorgaan. Ik wilde toch kinderen? Het ouderschap ís niet altijd leuk, iedereen heeft z’n struggles. En er staan ook leuke momenten tegenover. Maar het werd langzaamaan gewoon steeds moeilijker om mezelf op te beuren en er kwamen meer en meer momenten dat het me helemaal niet lukte. Dat ik me uitgewrongen voelde door het ouderschap. Ik wilde niet klagen, zo bén ik helemaal niet. Maar soms was het echt te veel aan het worden.  

Mislukt

Sowieso is een kind met een ‘label’ een perfecte manier om je agenda te vullen, helemaal als je er twee hebt. We lopen van kinderpsychiater naar groepstherapie naar individuele sessies naar de kinderarts, want mijn dochter heeft ook nog eens last van schreefgroei in haar rug. Ik overdrijf niet als ik zeg dat ik per week zes tot acht uur kwijt ben aan afspraken voor de kinderen en de administratie die hoort bij kinderen met een rugzakje. Het managen van de thuissituatie nog daargelaten. Om die reden ben ik al eerder van 24 naar 20 uur werken gegaan, mijn man van 40 naar 32. Anders redden we het gewoon niet. Dat het financieel daardoor krapper is, is dan maar zo, dat vangen we wel op.
Maar ondanks de minder lange werkweken, merkte ik een paar maanden geleden echt dat ik er niet meer goed uitkwam, uit die spiraal. Ik voelde me neerslachtig, sleepte me uit bed. Voor mijn werk draai ik nachtdiensten en waar ik vroeger na een aantal nachten werken makkelijk weer in een normaal ritme kwam, bleef ik nu vermoeid. Werken in de zorg – ik ben verpleegkundige – doe je er ook niet zomaar even bij. Je kunt niet thuiswerken, tijdens de diensten moet je er staan, altijd opletten. Dat is lastig met een miljoen dingen aan je hoofd en ook nog eens chronisch slaapgebrek, omdat ik ’s nachts vaak wakker lig. Nadat ik op mijn werk twee fouten had gemaakt – gelukkig liepen die met een sisser af – wilde mijn leidinggevende een gesprek met mij. Daar kwam alles eruit: ik bleef maar huilen. Mijn chef stuurde me door naar de bedrijfsarts en die constateerde een burn-out. Daarna was ik nóg verdrietiger. Nog opgeven op mijn werk ook, hoe mislukt kun je zijn?

Marathon zonder eind

Het ironische is: door de burn-out zit ik nu veel meer thuis. En dat terwijl ik vaak liever op mijn werk zou zijn. Het doet me pijn om dat te zeggen, maar het is wel waar. Op mijn werk heb ik overzicht en rust, in het ziekenhuis ben ik ‘in control’. Voor wat ik daar moet doen, heb ik geleerd en ik ben er goed in. Als ik a doe, is b het effect – dat is overzichtelijk. Dat zijn de gevoelens die ik thuis vaak juist niet heb. Daar dóé ik maar wat, en vaak loopt het totaal niet zoals ik had bedacht. Hoe ik ook probeer te doen wat ik heb geleerd, het lijkt wel alsof er elke dag wel iets of iemand explodeert. Ik ren een marathon zonder eind, zonder voldoening. Alles in ons huis is structuur, regels, duidelijkheid. Er hangen pictogrammen op de wc, er hangen pictogrammen in de badkamer, er hangen pictogrammen op de kinderkamers. En niet alleen pictogrammen, ook posters met regels, tijdschema’s voor elk kind, stickerkalenders om goed gedrag te belonen – het lijkt bij ons thuis af en toe wel een jeugdzorginstelling. Spontaan even eruit kan niet, op vakantie gaan is de eerste dagen een uitdaging. We redden het wel uiteindelijk, maar niets gaat vanzelf. En ik weet ook wel dat geen enkel gezin honderd procent op rolletjes loopt, maar soms heb ik de neiging om het gras bij anderen als bijzonder groen te zien. Daar moet ik aan werken.

Aanvaarden

Gelukkig heb ik sinds kort hulp van een goede psycholoog. Dat had ik natuurlijk jaren eerder moeten doen. In mijn blinde ambitie om de beste moeder op aarde te zijn, ben ik mezelf voorbijgelopen. Los van het feit dat je helemaal niet de beste hoeft te zijn en dat ik mezelf niet op die manier hoef te bewijzen, heeft er ook nog eens niemand iets aan dat ik me zo gedraag. Ik niet, Victor niet, de kinderen al helemaal niet. Ik ben me eigenlijk als slachtoffer gaan gedragen: kijk dan hoe hard ik mijn best doe, waarom ziet niemand dat? Waarom helpt het niet? Dat idee. Daardoor heb ik nóg minder het gevoel gekregen dat ik controle had over mijn leven. Met mijn psycholoog probeer ik nu realistischer te zijn, me het gedrag van de kinderen niet persoonlijk aan te trekken en boven situaties te staan. Door mijn lot te beklagen verandert er niets. Het enige wat ik kan doen, is de manier waarop ik omga met wat er gebeurt te veranderen. Aanvaarden hoe het is, en mild zijn voor mezelf en voor Victor. Dat klinkt allemaal heel mooi, maar ik ben nog niet zover dat ik dat ook kan. Maar ik werk eraan en dat is al heel wat. Ik denk echt dat het mij gaat helpen als het zover komt.
En wat ook helpt, misschien nog wel meer dan de psycholoog, zijn die onverwachte momenten dat het er ineens allemaal anders uitziet. Zoals vanochtend, toen mijn zoon schuldbewust bij me in bed kroop en me knuffelde. ‘Sorry voor gisteren, mama’, zei hij en gaf me een kus. Dat doet hij echt nooit, Victor en ik waren verbijsterd. Ik heb staan janken toen hij naar school was, Victor en ik hebben elkaar even heel stevig vastgehouden. Misschien doen we het toch niet allemaal zo slecht, misschien heeft onze aanpak toch zin. Ik hoop zo dat het binnenkort beter zal gaan en dat de rust terugkomt. Dan is het eerste wat ik doe, mezelf weer op het rooster laten zetten in het ziekenhuis. Ik mis mijn werk, maar ik kom terug, dat weet ik zeker.”

Tip van Vriendin

Last van burn-out klachten? Dan kan het boek Ik dacht dat ik wist wat burn-out was… tot ik er een kreeg van Marijn Sillis je enorm verder helpen. Van een burn-out herstellen is veel meer dan rusten, relaxen en loslaten. Dankzij het boek krijg je de kracht om uit jouw burn-out te komen. Voor meer informatie klik op onderstaande button.

Tekst: Mariëtte Middelbeek. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd, De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​​
Foto: Getty Images

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.