Canva1 2023 11 28t115822.456

Irene kreeg een herseninfarct

Welke dag zal jij nooit vergeten? Elke week vertellen lezeressen over een bepaalde dag in hun leven die ze altijd bij zal blijven. Deze week is dat Irene die in 2015 een herseninfarct kreeg. “Het leven van mij en mijn man is drastisch veranderd. Dit is wie ik nu ben, maar eigenlijk ben ik allang blij met hoever ik gekomen ben.”

Irene: “Het was de eerste dag van de lente, 21 maart 2015. Mijn moeder had samen met haar acht zussen familiedag en ik was daar met nog wat familieleden bij. In de avond had ik net buiten een sigaret gerookt toen ik me opeens niet goed voelde. Zo begon ik over te geven en werd ik heel duizelig en moe. Mijn zus zag het en maakte zich direct zorgen. Ook omdat mijn mond plotseling scheef stond. Dat was voor haar het teken om 112 te bellen. Ondertussen ontfermden mijn moeder zich over mij. Hier herinner ik me nog vlagen van. Net als toen ik in de ambulance naar het ziekenhuis werd gebracht. Daar werd meteen een MRI-scan gemaakt en het bleek dat ik een herseninfarct had. Op de intensive care zei een arts tegen mijn man dat de daaropvolgende 24 uur cruciaal waren. Het was een goed teken dat ik niet bewusteloos was geweest, maar er was wel een kans dat mijn schedel gelift moest worden. Wat dat precies betekende, weet ik eigenlijk nog steeds niet. Op dat moment ging het ook een beetje langs me heen. Pas later begreep ik dat er vocht tussen mijn hersenen en mijn schedel zat. En als dat niet goed wegliep, moest ik een hersenoperatie ondergaan.”

Omvallen

“Gelukkig was dat uiteindelijk niet nodig. Wel was de schade door het herseninfarct groot. Na acht dagen ziekenhuis bleek ik namelijk aan de linkerkant van mijn lichaam verlamd te zijn. Eerder had ik dat nog niet door, omdat ik door een katheter (ik had een blaasontsteking) alleen maar in bed had gelegen. En voor douchen was ik nog te zwak. Daarom werd ik door de verpleegkundigen steeds op bed gewassen.
Pas toen de fysiotherapeut op de achtste dag langskwam en hij mij hielp om rechtop te gaan zitten, merkte ik dat dat niet lukte. Zodra ik rechtop zat, viel ik aan de linkerkant weer om. Dat was zo gek om te ervaren. Alsof ik geen controle meer had over mijn eigen lichaam.”

Twijfels

“Tot die tijd had ik steeds gedacht dat het allemaal wel goed zou komen. Mijn vader was daarbij mijn grote voorbeeld. Hij had een paar jaar daarvoor ook een herseninfarct gehad, maar hij was er goed bovenop gekomen. Ik ging er dus vanuit dat dat bij mij ook zo zou gaan, totdat ik erachter kwam dat rechtop zitten niet meer ging. Ineens dacht ik: wat als het niet goed komt?”

Weer lopen

“De fysiotherapeut maakte zich minder zorgen. Nadat hij mij de volgende dag in een rolstoel naar een looprek had gebracht, moest ik proberen te gaan staan. Ook dat lukte niet, want ik zakte direct door mijn benen. Toch zei mijn fysiotherapeut dat ik na zes weken wel weer kon lopen. Daar was hij heel stellig in, dus ik vertrouwde op hem. Als hij zei dat het goed zou komen, dan geloofde ik dat.”

Zwaar

“Na elf dagen ziekenhuis mocht ik naar een revalidatiecentrum. Daar moest ik aan een hoge tafel leren staan. Om me te helpen, werd ik aan de tafel vastgebonden. Vervolgens was het de bedoeling dat ik vijftien minuten lang bleef staan, maar dat was echt ontzettend moeilijk voor mij. Het lukte uiteindelijk wel, maar daarna was ik helemaal gesloopt. Ik dacht echt: hoe ga ik dit elke dag volhouden?”

Jaloers

“Het was keihard werken. Elke dag had ik van negen tot half vijf fysiotherapie. Ik ging heel langzaam vooruit en na vier weken kon ik eindelijk zelf staan en kleine stapjes maken. Hoewel dat op zich goed nieuws was, was ik er niet echt gerust op. Vooral omdat andere mensen in het revalidatiecentrum veel sneller met hun herstel gingen. Ze hadden net als ik een herseninfarct gehad, maar konden na een paar weken fysiotherapie al veel meer dan ik. Iets waar ik best jaloers op was, terwijl ik ook heus wel wist dat ieder geval anders was.”

Afgekeurd

“Na elf weken revalidatiecentrum ging ik strompelend naar huis. Ik was er nog lang niet, maar ik moest thuis verder werken aan mijn herstel. Vandaar dat ik daarna nog eens dertien weken lang, drie keer per week, dagtherapie kreeg. Dit heeft mijn herstel nog wat meer verbeterd, maar helaas ben ik nooit meer echt de oude geworden. Zo zijn mijn tenen en linkervoet blijvend verlamd. Lopen gaat nog steeds moeilijk en daarom ben ik voor 100 procent afgekeurd. Ook autorijden durf ik niet meer. Omdat ik in het verkeerd snel overprikkeld raak, ga ik liever niet meer een drukke weg op.
Ik krijg nog steeds fysiotherapie om stabiel te blijven, maar ik heb echt moeten accepteren dat het niet meer beter wordt dan dit.”

Acceptatie

“Het leven van mij en mijn man is dus drastisch veranderd. Samen iets leuks doen, kan niet meer zo makkelijk. Toch heeft mij altijd gesteund en daar ben ik hem erg dankbaar voor. Zonder hem had ik het echt niet gered.
Om het leven te vieren, gaan we soms samen uiteten. Daar waren we voor mijn herseninfarct ook dol op, dus we proberen dit af en toe nog te doen. En meestal geniet ik dan, maar ik weet ook dat ik, ondanks de oordoppen die ik op zo’n avond gebruik om alle geluiden te filteren, de volgende dag soms in bed eindig met een flinke migraine. Dat is de prijs die ik door mijn herseninfarct vaak moet betalen als ik iets leuks wil gaan doen. Het is wat het is. Dit is wie ik nu ben, maar eigenlijk ben ik allang blij met hoever ik gekomen ben. Het had ook heel anders kunnen aflopen…”

Irene werkt als vrijwilliger voor Patiëntenvereniging Hersenletsel. Meer weten hierover? Ga naar www.hersenletsel.nl.

Tekst: Renée Brouwer
Foto: privébeeld

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.