Inès ouders bleken toch niet haar ouders te zijn

Inès (41) werd voorgesteld aan de verkeerde familie. Ze dacht in Colombia haar biologische familie gevonden te hebben, maar niets bleek minder waar. Inès is vermoedelijk het slachtoffer van lucratieve kinderhandel.

Inès (41) werd voorgesteld aan de verkeerde familie. Ze dacht in Colombia haar biologische familie gevonden te hebben, maar niets bleek minder waar. Inès is vermoedelijk het slachtoffer van lucratieve kinderhandel.

Adoptie

Inès: “Wat er in de eerste vijf maanden van mijn leven is gebeurd, weet ik niet. Waarschijnlijk heb ik in een kindertehuis in Bogota gezeten, maar zeker weten zal ik dat nooit. Niets van voor mijn komst naar Nederland is zeker. Ik ben opgegroeid in een dorp in Overijssel, samen met een drie jaar jonger adoptiezusje. Mijn adoptieouders konden zelf geen kinderen krijgen. Ik werd met een gastouder naar Nederland gehaald – zo ging dat in die tijd. Ik was een van de weinige donkere kinderen in het dorp, ik wist altijd al dat ik ‘anders’ was. Mijn ouders zijn altijd open geweest over mijn adoptie, het is mij spelenderwijs verteld. Ik sprak er niet veel over. Wel gaf ik mijn ouders ieder jaar, op de dag dat ik naar Nederland was gekomen, een bos bloemen. Uit loyaliteit. Ik was niet ongelukkig, maar incompleet. Veel mensen zien adoptie als een goede kans op een nieuw leven. Dat er een enorm trauma aan voorafgaat, wordt vergeten. Een trauma waar je ‘dankbaar’ voor moet zijn. Ik ben afgewezen door mijn biologische moeder. Ik heb als pasgeboren baby niet de juiste hechting gehad. De angst weer afgewezen te worden, sla je op in je lijf – daar ben ik van overtuigd.

Rond mijn zeventiende wilde ik mijn biologische ouders zoeken. Ik had een naam en een sofinummer van mijn moeder en ik wist in welke stad ik was geboren, maar er was nog geen internet, dus die zoektocht liep op niets uit. Ook de organisatie die we hadden ingeschakeld, kwam niet verder. Een vriendin die ook vanuit Colombia was geadopteerd ging ter plekke op zoek, maar kwam zwaar gedesillusioneerd terug. Dit kan mij ook overkomen, realiseerde ik me. Daarom liet ik de zoektocht rusten en stortte ik me weer op mijn opleiding, stage en later op mijn werk. De wens mijn eigen familie te vinden, bleef wel onder de oppervlakte aanwezig.”

Thuiskomen

“De wetenschap dat je bent geadopteerd, is er altijd, ook als je het er zelf niet over hebt. Mensen vragen waar je ‘echt’ vandaan komt. Dat is niet altijd prettig, zo’n vraag is heel persoonlijk. Ik heb die gesprekken altijd als een struggle ervaren. In 2009 keek ik met mijn adoptieouders naar een aflevering van Spoorloos. Op dat moment besloot ik opnieuw te gaan zoeken. Mijn ouders vonden dat prima. Een jaar later zouden we met z’n alleen naar Colombia gaan, spraken we af. In juni 2009 legde ik contact met een bureau in Bogota dat bemiddelt tussen adoptiekinderen en biologische ouders. Ik gaf hen de gegevens die ik had en twee maanden later kreeg ik het bericht dat mijn moeder was gevonden. Ik had nog vier broers en zussen, werd me verteld. Ik was alleen maar heel blij. Mijn moeder wilde ook contact met mij. Ik had wel honderd vragen, maar de belangrijkste was toch wel waarom ik was afgestaan.

Ik ben thuis Spaans gaan leren en toen afgereisd naar Colombia. Het was een waanzinnige reis en het voelde voor mij echt als thuiskomen. Ondanks het rumoer sliep ik er beter dan in Nederland. De ontmoeting met mijn moeder Cecilia verliep rustig – we waren heel blij elkaar te zien. Ze huilde, haar emotie was echt en voor mij was dat op dat moment de bevestiging dat ze mijn moeder was. Bovendien was het echt haar handtekening op mijn documenten. Ik was afgestaan omdat mijn moeder al drie kinderen had. Haar werkgever dreigde haar op straat te zetten als ze mij zou houden.

Ik zag geen uiterlijke overeenkomsten, maar mijn broers en zussen leken ook niet op elkaar. Wat wel vreemd was, was mijn geboortedatum. In mijn papieren staat dat ik op 19 februari ben geboren. Mijn moeder wist zeker dat ze op 17 februari was bevallen. Mogelijk kwam dat doordat ik later ben geregistreerd. Het verblijf in Colombia was echt een feest. Ook mijn adoptieouders genoten. Het klikte zo, dat ze mijn biologische moeder en mijn oudste zus Omaira na afloop uitnodigden naar Nederland te komen. Dat deden ze, ze kwamen voor drie weken over. Het viel mij op dat ik niet alleen qua uiterlijk niet op mijn moeder leek, maar ook niet qua gedrag. Toch trok ik ook daar nog geen conclusies uit, ik had immers ook nog een vader op wie ik kon lijken en hij zou een donkere man zijn. Ik zou hem waarschijnlijk nooit vinden, zo wist ik al. Ik was verwekt na een wekelijkse dansmiddag. Mijn moeder had mijn vader daarna nooit meer gezien, zei ze.”

Niet in de haak

“De onrust kwam ergens in 2015/2016, toen er meer en meer verhalen naar buiten kwamen over misstanden in de adoptiewereld. Ik wilde zeker weten dat mijn familie in Colombia écht mijn familie was en stelde voor een DNA-test te laten uitvoeren. Dat betrok mijn moeder heel erg op zichzelf. Bij haar zat er natuurlijk ook een trauma van het afstaan van haar kind. ‘Geloof je niet dat ik je moeder ben?’ wilde ze weten. ‘Nee, dat is het niet’, zei ik – terwijl ik dat gevoel stiekem wel steeds meer kreeg. ‘Er is zo veel gebeurd in de adoptiewereld wat niet in de haak is, ik wil het zeker weten. Jij toch ook?’ Maar ik kreeg haar niet zover om DNA af te staan. Omaira wilde me wel helpen. Zij was ervan overtuigd dat ik haar zus was. We deden allebei een test, zij in Colombia, ik in Nederland. Enkele weken later, in de zomer van 2018, verscheen de uitslag in een databank. De kans dat Omaira en ik zussen waren, was 0 procent.

Ik ook dus, was het eerste wat ik dacht. Ik was het slachtoffer van kinderhandel en misleiding. Mijn adoptieouders hadden destijds heel bewust voor een adoptiebureau gekozen dat als betrouwbaar stond aangeschreven. Ze waren in shock toen ze hoorden wat er speelde. Wat er precies is gebeurd, weten we niet, maar de gegevens die op mijn papieren staan, kloppen niet. Die papieren hoorden bij een andere baby, maar zijn met mij meegegeven. 

Dat moeders kinderen afstaan voor een beter leven, is in veel gevallen niet waar. Het merendeel is gedwongen of voorgelogen. Dan is er bijvoorbeeld gezegd dat de baby na de bevalling is overleden. Of de moeder werd naar huis gestuurd, het kind bleef in het ziekenhuis om aan te sterken en na een paar dagen was het kind verdwenen. Er valt veel geld in de kinderhandel te verdienen. Cecilia had haar kind dan wel bewust afgestaan omdat ze er op dat moment zelf niet voor kon zorgen, voor talloze vrouwen, waaronder mogelijk mijn echte moeder, gold dat niet.”

Schandalige wijze

“Mijn moeder Cecilia was heel bang mij opnieuw kwijt te raken. En voor mij werd de band natuurlijk ook onzeker. Want wat als zij haar echte dochter zou vinden? Waar sta ik dan? Wie dan leeft, wie dan zorgt, heb ik mezelf ingeprent. En ik heb mijn moeder op het hart gedrukt dat ik naar Colombia blijf komen, ook voor haar.

Ik was in shock door de ontdekking dat ik al die jaren had geleefd in de foutieve veronderstelling dat ik mijn familie had gevonden. Ik kon er niets mee, en eigenlijk nog steeds niet. De politiek wijst naar de verzendende landen en omgekeerd. Ik vind dat de Nederlandse politiek eerlijk naar hun eigen handelen moet durven kijken. Er is op schandalige wijze geld verdiend over onze rug.

In oktober 2018 ging ik opnieuw naar Bogota. Samen met Omaira ben ik naar de kinderbescherming geweest. Zij konden niets voor ons doen, je komt geen stap verder. Al mijn hoop is nu gevestigd op Plan Angel, een stichting voor geadopteerden die met DNA-kits matches hopen te maken. Ik ben niet de enige met dit verhaal, er zijn talloze kinderen die op deze manier naar hun roots zoeken. Als er ergens een DNA-match wordt gemaakt – dat kan doordat mijn biologische moeder haar DNA afstaat, maar ook door een match met een ver familielid, kan mijn zoektocht worden opgelost.”

Kindje A

“Ik heb me er een voorstelling van proberen te maken hoe het is gegaan, 41 jaar geleden. Ik stel me een rij wiegjes voor, met tien kinderen die allemaal geadopteerd worden. De papieren voor kindje A zijn klaar, maar zij is ziek geworden. Dus in plaats daarvan is kindje B meegegeven – zij is immers bijna net zo oud. Ik zeg niet dat het zo is gegaan, maar het zou zomaar kunnen. De misstanden vinden nog steeds plaats. Daarom ben ik echt tegen adoptie. Je verliest, als geadopteerde, alles. Je moeder, je familie, je taal, je manier van leven. Ook als je nog zo klein bent, zit dat in je genen.

Mijn adoptieouders begrijpen mij. Ze voelen zich niet aangevallen als ik er zo over praat. Ze voelen zich net als ik bedonderd. En ze vragen zich af of ze het wel hadden moeten doen. Het zou al veel schelen als we erkenning kregen vanuit de overheid. En financiële ondersteuning voor onze zoektocht, want die kost veel geld. Ik hoop dat ik ooit mijn echte familie vind en dat Cecilia haar dochter vindt. Het is voor haar natuurlijk net zo’n bizarre situatie als voor mij. De DNA-databank staat nog in de kinderschoenen, ik blijf hopen dat er ooit iets uitkomt.

Omaira en ik hebben een band voor het leven, ondanks dat we geen echte zussen zijn. Er is geen bloedband, wel een sterke gevoelsmatige band. Ik blijf haar ‘mijn zus’ noemen. Ze is nu in Nederland en daar kan ik enorm van genieten. We hebben het leuk samen, maar kunnen ook kibbelen zoals zussen dat doen.”

Verdienmodel

“Ik heb Cecilia’s achternaam aangenomen, dat was al zo voordat we de DNA-uitslag kregen. Ik laat het voor nu zo. De foto die ik bij mijn papieren heb meegekregen van mezelf als baby bekijk ik ook met een dubbel gevoel. Ergens heb ik wel het idee dat ik het ben, maar ik durf het niet met zekerheid te zeggen. Ik zeg weleens gekscherend dat het gewoon een bidprentje is. Bij een adoptie hoor je het belang van kind op één te zetten. Nu staat het belang van de wensouder voorop. En in mijn geval zelfs een verdienmodel.

Ik ben nergens thuis. Als ik in Colombia ben, mis ik Nederland en als ik in Nederland ben, mis ik Colombia. Ik leef in een grijs gebied. Er is over mijn rug met mij gehandeld en dat is niet te bevatten. Ik hoop dat ik met mijn verhaal adoptie in een ander daglicht kan stellen. Want je redt niet alleen maar een kind als je adopteert. Er zit zo veel meer achter.”

Lees ook: Hennie wordt gestalkt door de vrouw van haar eenmalige minnaar