vrouw

Josje: ‘Ik gun mijn ex de kinderen niet’

Josje (31) scheidde anderhalf jaar geleden van haar zeer dominante ex André (38), met wie ze vijftien jaar samen was. Ze hebben twee kinderen.

Josje: “Elke vrijdagmiddag pak ik met een dikke keel de koffers van mijn twee kinderen in. Ik zorg dat ze genoeg schone kleding hebben voor het weekend, pak hun favoriete knuffels en boeken en stop er soms nog wat lekkers bij of een lief briefje. Ik doe het op het allerlaatste moment, want het is altijd weer even emotioneel.

Om vijf uur staat mijn ex op de parkeerplaats, schuin voor mijn huis. Om hem niet onder ogen te hoeven komen, geef ik mijn kinderen in de gang een dikke kus en knuffel en wens ze veel plezier bij hun vader. Met een geforceerde lach zwaai ik ze uit. Zodra ze uit het zicht zijn, loop ik jankend naar boven. Zeker een kwartier lig ik snikkend op bed en voel ik me beroerd, eenzaam en boos. En dat elke twee weken.

Het blijft onverteerbaar dat de man die mijn leven zo zuur heeft gemaakt, die amper omkeek naar zijn gezin in de jaren dat we samen waren, nu de leuke papa speelt en tijd doorbrengt met de kinderen die ik veel liever met ze had gehad. Natuurlijk, ik gun onze kinderen hun vader, maar andersom gun ik hun vader helemaal niks.”

Geen modelgezin

“Op mijn zestiende leerde ik mijn ex-man André kennen. Hij was zeven jaar ouder en ik keek enorm tegen hem op. Ik, een opstandige puber, zag hem als mijn manier om extra tegen mijn ouders aan te schoppen. Want mijn ouders keurden André als partner af. Hij komt niet bepaald uit een modelgezin. Hij woonde samen met zijn moeder en vijf broers en het was er een enorme bende, met overal brommers en motoronderdelen. Zijn broers waren ‘kleine crimineeltjes’, zo vergoelijkte André het altijd. Ze hadden ‘handeltjes’ in ‘spullen die van de vrachtwagen waren gevallen’, op André na, had niemand een normale, eerlijke baan. Maar ik vond André stoer en zijn familie spannend.

Elke keer als mijn ouders er iets over zeiden, ging ik er juist vol tegenin. André was de liefde van mijn leven, dacht ik. Op mijn achttiende woonden we samen en ik was negentien toen ik beviel van Kimberly. Vlak voor haar komst waren we op een dinsdagmorgen snel getrouwd, zonder familie en met twee wildvreemde getuigen. Onze zoon Sam kwam twee jaar later.”

Lees ook: Petra was dertig jaar getrouwd met een narcist

Agressieve en opvliegende ex

“Maar hoe graag ik het ook wilde, echt gelukkig was ik niet. Tijdens mijn eerste zwangerschap merkte ik hoe opvliegend André kon zijn. Hij heeft de kinderen gelukkig nooit aangeraakt en mij nooit echt zwaar mishandeld, maar deelde wel af en toe een tik uit. Of hij reageerde zich af op onze inboedel. Ons 32-delig servies bestond op een gegeven moment nog maar uit zeven ontbijt- en dinerborden en er zaten meerdere krassen op het parket.

Het ergst vond ik zijn verbale agressie. Om het minste of geringste schold hij me uit. Ik deed het nooit goed. Hij vond mij dik en lui, zei hij. Zelfs toen ik acht maanden zwanger was, verwachtte hij dat ik het huis schoonhield en voor hem kookte. Als hij thuiskwam en mij op de bank aantrof, was het huis te klein. Dan schreeuwde en tierde hij en smeet boeken en afstandsbedieningen door de kamer.”

Stikjaloers

“Buiten zijn woede-uitbarstingen, was er nog iets wat hem steeds minder mijn droomman maakte: André was stikjaloers. Op iedereen. Ik mocht op het laatst niet meer de deur uit zonder begeleiding. Boodschappen doen of naar de dokter gaan kon alleen met hem samen. Zelfs de postbode zag hij als een bedreiging. Als er een pakje werd bezorgd, moest ik door het badkamerraam roepen dat de bezorger het voor de deur moest neerleggen. Was er een handtekening nodig, dan diende het pakketje te worden afgegeven op het postkantoor, zodat André het kon ophalen.

Als ik klaagde dat de kinderen buitenlucht nodig hadden, werd hij kwaad. Ze konden ook prima naar buiten als hij weer thuis was. Of ik moest maar met ze in onze omheinde achtertuin gaan zitten. Toen Kimberly naar de kleuterschool ging en dus naar school moest worden gebracht, ging André in de ziektewet. Zogenaamd met rugklachten, maar hij wilde eerst zelf twee weken goed kijken wat voor ouders er op school kwamen, voordat hij het aan mij overliet om ons kind te brengen of te halen. En dan nog belde hij meteen om te controleren of ik al thuis was.”

Geïsoleerd leven

“Ik raakte steeds meer geïsoleerd. Mijn ouders mochten wel overdag langskomen, als ik alleen thuis was. André had ontzag voor mijn pa, maar mijn zus en zwager kon ik alleen zien als hij er zelf ook was. Hij vertrouwde mijn zwager niet. Uiteraard haakten mijn vriendinnen af, omdat ik amper tijd voor ze had. De enkele keer dat we op verjaardagsvisite gingen, mocht ik met niemand praten. André hield me nauwlettend in de gaten. Gebak moest ik afslaan, want ik was al zo’n vette koe, zei hij. En ik mocht vooral niet naar andere mannen kijken die daar aanwezig waren.”

Rust aan zijn hoofd

“Als ik dreigde met een scheiding, zei hij altijd: ‘Prima, ga maar. Maar je krijgt geen cent, dus dat wordt in een doos slapen. En ook de kinderen krijg je niet.’ Niet dat hij veel om de kinderen gaf. Als hij uit zijn werk kwam, wilde hij nooit iets met ze doen. Sam vroeg hem vaak om samen te Lego’en of te voetballen, maar daar had André geen geduld voor. Eigenlijk moest ik de kinderen altijd stilhouden met een iPad als hij thuis was, want hij wilde rust aan zijn hoofd. En ze moesten op tijd naar bed, zodat hij tv kon kijken en languit op de bank kon liggen. Hij bemoeide zich nooit met de opvoeding en verzorging. Dat vond hij een vrouwentaak.”

Twee uurtjes ‘vrijheid’

“Jarenlang heb ik er het beste van proberen te maken. Omwille van de kinderen, die ik stabiliteit gunde. Maar ook omdat ik vreesde dat André de kinderen van me zou afpakken, en ik me geen leven zonder hen kon voorstellen. De laatste jaren zocht ik bewust zijn grenzen op. Door een keer luizenmoeder te zijn op school en te helpen tijdens de overblijf. Ik was dolblij dat hij daarmee instemde. Ik genoot van de twee uurtjes ‘vrijheid’ die ik dan had en de aanspraak van andere moeders. Maar het was altijd oppassen geblazen, want als André en ik ruzie hadden en hij boos werd, riep hij: ‘Het komt allemaal doordat je zo veel op die school rondhangt. Dat moet ook maar eens afgelopen zijn.’ Ik deed er alles aan hem gunstig te stemmen. Dat was vooral een kwestie van op m’n tenen lopen, zorgen dat hij het naar zijn zin had, zijn lievelingskostje koken en vaak instemmen met seks. Ook al haatte ik dat. Hij maakte zich totaal niet druk om mijn genot. Of ik nu wel of niet opgewonden was, hij drong zich gewoon naar binnen. Ik had vaak pijn bij het vrijen en continu last van een blaasontsteking.”

Des duivels

“Ik heb het volgehouden, totdat Kimberly tien en Sam acht jaar was. Na de zoveelste klap en woede-uitbarsting kon ik niet meer en heb ik mijn ouders alles opgebiecht. Natuurlijk zagen zij al langer dat het niet goed zat tussen ons en dat ik niet happy was. Ze wisten alleen niet dat André me controleerde en manipuleerde. De angst dat ze me zouden kwijtraken – ik was in mijn jeugd immers een paar keer van huis weggelopen toen ze zich met me bemoeiden – maakte dat ze steeds hun mond hadden gehouden. Toen mijn ouders hoorden dat André de kinderen bij mij weg wilde halen als ik om een scheiding zou vragen, hebben ze meteen hulp gezocht. Ze regelden een advocaat en maakten de zolder en logeerkamer in hun huis vrij, zodat ik daar met de kinderen kon intrekken. In het weekend dat André met zijn motorvrienden weg was, hebben we mijn spullen en die van de kinderen verhuisd naar mijn ouders. Uiteraard was André die zondagavond des duivels, toen hij ontdekte dat we weg waren. Hij kwam meteen naar mijn ouders toe, maar bleef verbazingwekkend kalm. Hij durfde geen stennis te schoppen. Ik heb die avond rustig met hem gesproken en gezegd dat ik de scheiding ging aanvragen. Dat leek hij te accepteren. Alsof hij ook inzag dat we geen gezonde relatie meer hadden. Uiteindelijk werd de scheiding een half jaar later uitgesproken. Omwille van de kinderen is het geen vechtscheiding geworden. André accepteerde gek genoeg gelaten dat het over was. Hij liet me verder met rust, op voorwaarde dat ik niet zou gaan ‘zeiken om geld’. Ik heb bijna overal afstand van gedaan. We hadden geen koophuis, maar wel een auto en een motor. Die heb ik aan hem gelaten. Ik heb afstand gedaan van aanspraak op zijn pensioen en partneralimentatie. Hij moet alleen kinderalimentatie betalen. Bang dat ik niet zou kunnen rondkomen, ben ik nooit geweest. Ik heb niet veel opleiding gehad, maar via een arbeidsreïntegratieproject kon ik aan het werk. Daardoor kwam ik ook in aanmerking voor een kleine huurwoning. Voor een ander is het misschien niet veel, voor mij is het een paradijs. Het is helemaal ingericht naar mijn smaak, de kinderen zijn er veilig en ik hoef niet meer bang te zijn. Financieel is het geen vetpot, maar het is genoeg. Mijn ouders stoppen me af en toe iets toe en mijn vrijheid is me veel waard. Ik heb zelfs weer een paar vriendschappen gesloten.”

Slap excuus

“Mijn leven is na de scheiding zo veel beter geworden. Het enige lastige is de omgangsregeling. Elke twee weken heeft André de kinderen van vrijdagavond vijf tot zondagavond vijf uur. Het blijft een opgave ze aan hem mee te geven. In de week waarin zijn weekend valt, ben ik nerveus en verdrietig. Ik hoop altijd dat hij lief voor ze is en Kimberly en Sam weer terugbrengt op zondag. Tot nu toe gaat dat gelukkig goed. De kinderen zeggen het ook leuk te hebben bij hun vader. Meestal neemt hij ze mee naar een van hun ooms of hij onderneemt iets leuks met ze. Dat kan hij nu wel. Ten tijde van ons huwelijk kon er nooit iets. Als Sam zegt: ‘Ik heb zo veel zin om naar papa te gaan’, wil ik het liefst roepen wat een ontzettende klootzak het is. In plaats daarvan zeg ik met een glimlach: ‘Fijn liefje’. Vervolgens ren ik naar boven te rennen om mijn tranen weg te slikken. Gelukkig belt André geregeld af. Zeker eens per maand heeft hij een slap excuus: ziek, zwak, misselijk, een scharrel of hij moet iets doen waarbij hij de kids niet kan gebruiken. Soms appt hij pas op vrijdagmiddag drie uur. De kinderen zijn dan erg teleurgesteld. Als zoiets gebeurt, ben ik boos op hem, maar tegelijkertijd dolblij dat ik ze voor mezelf heb.”

Later pas de waarheid

“Op slechte dagen zit ik zo vol wraak dat ik denk: je krijgt Kim en Sam nooit meer te zien. Als ik de kinderen eerlijk vertel hoe gemeen André altijd tegen me is geweest, weet ik zeker dat ze nooit meer naar hem toe willen. Vooral mijn dochter en ik zijn heel close en ze kiest altijd partij voor mij. Kimberly vraagt ook vaak waarom we zijn gescheiden. Later krijgt ze de waarheid te horen. Nu houd ik het op: ‘We vonden elkaar niet meer zo lief.’ Zo houd ik hem de hand boven het hoofd, terwijl ik hem wel kan uitkotsen. Ik zou het liefst willen dat hij voorgoed uit ons leven verdween. Maar dat kan ik Kimberly en Sam niet aandoen. Het zou hen voor altijd schaden. Ieder kind heeft immers recht op een moeder én een vader. Wat ik van hun vader vind, is niet belangrijk. Maar ze aan hem meegeven is en blijft een enorme opgave.”

Lees ook: Joanne: ‘Stiekem zwanger worden, ik denk er serieus aan’


Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.