Placeholder

Het lot

Stefanie is dolblij met haar vijf kinderen. Heeft haar fijne gezin met karma te maken of heeft ze gewoon geluk gehad?

Stefanie is dolblij met haar vijf kinderen. Heeft haar fijne gezin met karma te maken of heeft ze gewoon geluk gehad?

Adriana loopt zingend door de kamer: ‘Tante in Mahokko en ‘ie komt, hiep hoi!’
Ze lacht gelukzalig. Ik lach vergenoegd met haar mee. Wie had gedacht dat we dit vijfde kindje nog zouden krijgen?
Maar zij was voorbestemd. Het lange proberen, de IVF-pogingen, zij waren nodig zodat op het juiste moment onze dochter geboren kon worden.

Ik moest eerst moeder worden van mijn oudste vier kinderen. Ook dat was voorbestemd: zij hadden een moeder nodig en ik wilde graag moeder zijn.
Jaren later lukte het Dirk en mij niet om samen een kindje te krijgen. Ik was er bijna van overtuigd dat ik bij mijn gezin terechtgekomen was wegens onvruchtbaarheid. Wat een geluk! Anders zou ik kinderloos zijn gebleven. Maar twee jaar geleden kwam Adriana toch nog.  

Ik mocht de oudste vier kinderen zien opgroeien en mag het met Adriana nogmaals beleven. De puberteit van de kinderen is zwaar, maar ik ben blij dat ik moeder ben van vijf gezonde kinderen.
Misschien speelt het karma mee: ‘Wij zijn de bouwmeesters van ons lot.’

‘Bijzonder dat elk kindje dat wordt geboren voorbestemd is’, denk ik met een gelukkig gevoel.

Dan krijg ik een reactie op mijn vorige blog over borstvoeding. Er wordt een link meegestuurd:
‘Givemilkstopaids’. Ik lees over Kameroen, waar 40% van de kinderen van moeders met hiv ook besmet is. Besmetting vindt vaak pas plaats tijdens de bevalling of via borstvoeding. Daarom worden moeders met hiv geadviseerd flesvoeding te geven. Er worden donaties gevraagd voor kunstvoeding.

Ik verdiep me in Kameroen en lees inderdaad over de woekering van het hiv/aidsvirus. Daarnaast kom ik erachter dat daar meer dan 50% van de bevolking onder de armoedegrens leeft.

Is je kindje niet besmet met hiv, dan bestaat de kans dat het wordt blootgesteld aan kinderarbeid. Ben je beter bedeeld, maar homoseksueel, dan heb je de pech dat er in Kameroen een verbod is op homoseksualiteit. Met de mensenrechten is het daar nog steeds niet goed gesteld.
Bovendien is de levensverwachting van een Kameroener ongeveer maar vijftig jaar.

De kansen van een kind worden grotendeels bepaald door de plek waar het wordt geboren.
Mijn medezusters in Kameroen overlijden aan aids of besmetten hun eigen kindje. Die gedachte is onverteerbaar. Wat zou ik tegen zo’n vrouw moeten zeggen?
‘Het is je lot?’
‘Je karma?’
‘Het heeft zo moeten zijn?’
Mijn beeld van het lot is ineens een stuk minder romantisch. Ik heb gewoon geluk gehad.