Canva1 2022 10 12t095502.300

Hanneke verdronk bijna als vijfjarig meisje: ‘De waterangst is nooit weggegaan’

Hanneke (52) verdronk als vijfjarig meisje bijna toen ze bij een vijver in de buurt speelde. Een buurmeisje redde haar leven. Maar haar waterangst is nooit meer weggegaan.

Zomaar in het diepe springen en kopje onder gaan zal Hanneke niet snel doen. “Het geluid van onder water zijn, kan ik me nog steeds herinneren van vroeger. Meteen denk ik dan aan dat angstige moment.” Hanneke is vijf jaar als ze in haar woonplaats Huizen met haar zusje bij een grote vijver in haar buurt speelt. “Er was ook een buurmeisje bij: Caroline. In onze ogen was ze al héél oud, maar ze zal een jaar of tien zijn geweest. In het water lag een oude deur die we gebruikten als vlot. We gingen er met onze laarzen op staan. ‘Zou ik hier ook kunnen lopen?’ vroeg ik me af, en zette een stapje opzij. Op dat moment stapte ik verkeerd, viel in het water en ging kopje onder. Het buurmeisje vertelde me later dat ze me steeds onder en weer boven zag komen. Toen ik na een paar keer kopje onder wéér onder water verdween, dacht ze: als ik nu niks doe, blijft ze daar. Mijn zus, vijftien maanden ouder dan ik, kon nog niet zwemmen en stond geschrokken aan de kant. Ze rende naar huis om mijn vader en moeder te waarschuwen. Die wisten waarschijnlijk niet dat we naar het water toe waren gegaan, anders hadden ze ons daar nooit alleen gelaten. Het buurmeisje vond intussen een stuk ijzerdraad op de grond en wierp me dat toe. Ik pakte het vast. Zo trok ze me terug naar de kant en redde mijn leven.

Laarzen vol water

Op dat moment kwam ook mijn vader aanrennen, die door mijn zusje gewaarschuwd was. Ik herinner me nog dat we naar huis liepen en mijn laarzen vol met water stonden. Hoe ik me voelde, weet ik niet meer, maar ik zal erg geschrokken zijn en gehuild hebben. Kort erna zijn we naar mijn buurmeisje Caroline – mijn redster noemden we haar – op bezoek gegaan om haar als bedankje het boek Lotje van Jaap ter Haar cadeau te doen.”
Hanneke herinnert zich vooral flarden uit die tijd, maar vast staat dat ze na die nare ervaring doodsbang voor water was. “Op mijn zevende begon ik met schoolzwemmen en dat was echt een drama. Vooral kopje onder gaan, duiken en rugzwemmen vond ik eng. Ik zwom met mijn nek ver boven water. In het diepe, waar ik geen grond onder mijn voeten voelde, kreeg ik een naar gevoel. En als er water in mijn gezicht spatte, vond ik dat niet fijn. Elke keer zag ik ontzettend op tegen het schoolzwemmen. Ik was dan ook blij toen het op een gegeven moment voorbij was en ik ermee kon stoppen. Maar mijn zwemdiploma’s had ik nog niet behaald. Ik wilde ook niet op zwemles. Nu ik zelf moeder ben, zou ik mijn kind tóch altijd op les hebben gedaan. Maar mijn ouders dachten er destijds anders over. Mijn vader had zelf nooit een zwemdiploma behaald en leerde zichzelf zwemmen. Mijn moeder zwom nooit, ze was niet zo’n sportief type en zat liever aan de kant. Ze maakten er daarom geen probleem van en accepteerden dat ik niet van zwemmen hield en bang voor water was.”

Overwinning

“Mijn ouders zullen ongetwijfeld erg geschrokken zijn, maar lieten het daarna achter zich. ‘Hanneke is bijna verdronken’ was een feit en veel woorden werden daar verder niet meer aan vuil gemaakt. Voor mij is het geen trauma geweest, maar het heeft wel invloed gehad op mijn leven.” Als klasgenoten samen gaan zwemmen en haar meevragen, zegt Hanneke altijd dat ze niet kan. “Ik wilde niet het risico lopen dat ze me onder water zouden duwen of dat ik erin zou moeten springen en kopje onder zou gaan. Daarom vermeed ik het zwembad. Als tiener zei ik dat ik liever niet ging zwemmen, omdat ik als kind bijna verdronken was. Dat was een goede reden die mijn vrienden wel begrepen.”
Pas in haar studietijd in Groningen durft Hanneke het aan om weer te gaan zwemmen. “Ik had het tijdens het schoolzwemmen wel geleerd, dus ik kon het wel. Maar ik durfde alleen niet op mijn rug te zwemmen en vond het eng als ik geen bodem onder mijn voeten voelde. Een vriendin van me had een zwembrilletje bij zich en raadde me aan dat eens te gebruiken. Het hielp! Ik kwam erachter dat ik het minder eng vond als ik onder water kon kijken. Doordat ik lenzen draag, had ik mijn ogen altijd dicht. Met een zwembrilletje op heb ik mezelf stapje voor stapje geleerd om onder water te zwemmen. Er ging een wereld voor me open. Het stelde me gerust dat ik gewoon kon kijken en dat het niet eng was. Ik ging er ook anders door zwemmen: ontspannen en niet meer zo verkrampt met mijn nek ver boven het water. Het was echt een overwinning op mezelf waar ik nog altijd trots op ben. Ik heb zelfs nog een duikcursus gedaan. Weliswaar in een zwembad en niet in open water, maar dat was toch de ultieme overwinning.”

Panieklachje

Helemaal weg is haar angst nooit gegaan, op de achtergrond sluimert hij. “Dat geluid dat ik als kind onder water in de vijver hoorde, herken ik altijd meteen weer als ik kopje onder ga. We hebben een zeilboot, maar daar zal ik nooit vanaf springen of duiken zoals mijn kinderen doen. Bij het afzwemmen van mijn kinderen mocht een ouder mee zwemmen. Dat deed mijn man omdat ik er tegenop zag erin te duiken. Hij zegt vaak dat hij mijn panieklachje hoort. Zo lach ik altijd als ik eigenlijk een beetje bang ben, zoals laatst bij het Naardermeer. Het was daar vrij diep. Als ik de grond niet kan voelen en geen drijfmiddel heb, voel ik me niet prettig.”
Ongerust over haar eigen kinderen in het water is ze niet. “Ik ben met ze op babyzwemmen gegaan. En zodra het kon, deed ik ze op zwemles. Ik heb me voorgenomen dat als ik kinderen zou krijgen ze goed moesten leren zwemmen en hun A- en B-diploma moesten halen. Doordat ik weet dat ze goed kunnen zwemmen, maak ik me geen zorgen over hen. Op onze zeilboot hebben ze bovendien altijd reddingsvesten aan.”
Wel ziet Hanneke meteen bij andere kinderen of ze angstig zijn. “Toen ik nog baantjes trok in het zwembad, zag ik wel eens een klas schoolzwemmen. Eén kindje keek met bange ogen om zich heen. Dat herkende ik meteen van mezelf van vroeger. Ik denk dat het goed is dat ik me later niet meer door angst heb laten leiden. Dan had ik mijn hele leven nooit meer gezwommen. Ik heb het toch geprobeerd en accepteer dat ik sommige dingen, zoals duiken en springen, zwemmen in diep water, nog steeds niet graag doe. Maar zwemmen durf ik gelukkig weer.”

Tekst: Marloes de Moor

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een abonnement op Vriendin.