Placeholder

Borstvoeding

Stefanie geeft de tweejarige Adriana borstvoeding. En ondanks alle kritiek genieten zij hier allebei met volle teugen van!

Stefanie geeft de tweejarige Adriana borstvoeding. En ondanks alle kritiek genieten zij hier allebei met volle teugen van!

Adriana is twee jaar geworden. Ze pakt cadeautjes uit, speelt met ballonnen en geniet van de taart. Ondanks alle verjaardagsweelde vraagt ze aan het eind van de ochtend: ‘Mama didden?’

Gelukszalig ligt ze aan mijn borst. Ze krabbelt met haar handje over mijn buik en kijkt af en toe liefdevol naar mij op. Er daalt rust over ons neer. Het antistresshormoon oxytocine wordt bij ons beiden aangemaakt. Een intiem, waardevol moment.

De WHO (World Health Organization) adviseert om minimaal twee jaar borstvoeding te geven en daarna zo lang moeder en kind het prettig vinden.

Borstvoeding zit vol niet na te bootsen afweerstoffen. Op een pak kunstvoeding staat daarom verplicht vermeld dat moedermelk in de eerste zes maanden het beste is. Tot die leeftijd wordt zogen dan ook geaccepteerd. Nu krijg ik af en toe de verbaasde opmerking: ‘Nog steeds!’

Dat is niet verwonderlijk. Op televisie zien we stralende baby’s in reclamespotjes van kunstvoeding. Het flesje is de maatstaaf. Dat begint al vroeg. In peuterboekjes zie ik geen afbeeldingen van baby’s aan de borst. Wel komt het flesje in babywoordenboekjes voor. De fles overheerst ongemerkt ons visuele domein.

Borstvoeding is in westerse landen een weinig zichtbaar fenomeen. Maar wereldwijd wordt het gemiddeld tot het vierde jaar gegeven. In Nederland verklaart men je voor gek als je dat doet. Raar, voor een nagenoeg taboeloos land als het onze.

Ik ben onzeker van aard, maar over het voeden voel ik me heel zeker. Naast alle lichamelijke voordelen geeft borstvoeding troost en ik geloof dat het bijdraagt aan een goede gehechtheid van mijn kind.

Biologisch gezien is lang voeden heel normaal. Wel tot het zevende jaar! Er bestaat mooie literatuur over. Toch kan die niet opboksen tegen kunstvoedingreclame met commerciële onzin zoals peutermelk.

Ik zal de kritiek moeten trotseren. Adriana sterkt mij hierin. Als ik naar mijn vrolijke, goed ontwikkelde en zelfverzekerde peuter kijk, weet ik dat doorgaan met borstvoeding voor haar het beste is.

Positieve mensen vinden het knap dat ik nog steeds moedermelk geef, maar ik heb het geluk dat het bij mij vanzelf gaat.

Veel vrouwen in mijn omgeving voeden hun kinderen met kunstvoeding. Allemaal lieve mama’s! Ik laat hen in hun waarde. Vanwaar dan wel de kritiek op langdurig voeden?

Onbevangen drinkt mijn dochtertje verder. Zij en ik genieten. Mocht ik nog een kindje krijgen, dan zou ik het weer zo doen. En Adriana? Zij zou dan gewoon mee mogen drinken. Tandemvoeden lijkt me heel gezellig!