Placeholder

Blijven ademhalen

Stefanie doet haar best om te ontspannen, maar dat is nog best lastig! Gelukkig heeft ze opnieuw een behulpzaam boek gevonden.

Stefanie doet haar best om te ontspannen, maar dat is nog best lastig! Gelukkig heeft ze opnieuw een behulpzaam boek gevonden.

Bij de kinderboerderij gaan we de binnenspeelhal in om te schuilen tegen de zon. Alle deuren staan wijd tegen elkaar open. Het is daar aangenaam vertoeven en niet druk. Ik zet mijn tas naast een tafeltje neer en klim met Adriana door de apenkooi. Pfff, best warm bovenin!

Zoals meestal, heeft Adriana al gauw een speelkameraadje gevonden en kan ik even gaan zitten. Ik bestel een cappuccino en een gevulde koek. Omdat het niet druk is, zit ik ontspannen. Ik kan Adriana gemakkelijk zien en horen.

Tussen de oosterse wijsheden van de Dalai Lama door, heb ik een westers boek over yoga gekocht. Ik haal ‘Blijven ademhalen’ van Hedi de Vree uit mijn tas.

‘Yoga geeft iedereen de kracht zijn leven beter, gelukkiger en rustiger te maken,’ lees ik. Dat belooft wat!

Snel neem ik een hap van mijn gevulde koek, want op de voorkant van het boek staan, behalve poppetjes in yogahoudingen, ook halve appels en peren. Wie weet moet ik mij, na het lezen van dit boek, geheel van lekkernijen gaan onthouden.

Hedi de Vree heeft een heel ander leven dan ik. Volgens mij heeft zij geen kinderen, laat staan vijf kinderen, van wie vier geadopteerd! Maar ondanks mijn geringe kennis van oosterse wijsheden, weet ik intussen dat de omstandigheden er niet zo toe doen. Zij bepalen je geluk niet. Dat zit vanbinnen. Misschien gebruik ik mijn gecompliceerde gezin als excuus voor mijn angsten en onzekerheden. Ik kan dat excuus nog niet helemaal loslaten, maar we zullen zien…

Nu is alles goed. Ik zie Adriana op de trampoline springen en kan onbezorgd gaan lezen. Na het voorwoord begin ik aan hoofdstuk 1. Ik nip van de cappuccino.

Vlak voor mij ploft een jonge vrouw op een stoel neer. Ik kijk op en glimlach naar haar, maar voordat ik verder wil gaan lezen, bereikt een penetrante zweetlucht mijn neus. In een overlevingsreflex, verberg ik mijn neus tussen de heerlijk geurende bladzijden van het boek.

Ik was goed begonnen, maar nu betwijfel ik of de omstandigheden er echt niet toe doen. Een minuut geleden was ik ontspannen en gelukkig. Nu heb ik zelfs geen trek meer in cappuccino!

‘Ze kan vast niets aan die geur doen,’ denk ik, in een poging tot compassie, maar gewoon blijven ademhalen lukt mij niet.

Adriana komt naar mij toe.
‘Mag ik een ijsje?’
‘Ja hoor, zullen we buiten bij het loket een ijsje gaan halen?’