Canva1 2021 07 02t124845.005

Romy (24): ‘Dankzij mijn stoma geniet ik intens van iedere dag’

In de rubriek ‘Everybody’s perfect’ laten we vrouwen aan het woord die hoe dan ook – soms met vallen en opstaan – blij zijn met hun lijf. Zoals Romy (24), die heeft moeten leren leven met een stoma.

Romy: “De eerste keer dat ik zonder mijn stoma te bedekken in bikini rondliep, was twee jaar geleden op vakantie. Als ik drankjes ging halen, was het net of ik Beyoncé was: iedereen keek me na. Zo awkward, sommige mensen kennen geen schaamte. Je weet niet wat er dan in hun hoofd omgaat: vinden ze het vies of onhygiënisch, of hebben ze juist respect voor je?

Ik vond dat eerst moeilijk, maar nu interesseert het me niet meer. Ik ben gelukkig en daar gaat het om. Mijn zusje had me over die bikini-drempel geholpen. ‘Je gaat er een dragen’, had ze gezegd. ‘Je bent een mooie vrouw, dus heb lak aan wat mensen denken, want zij weten niet wat jij allemaal doorstaan hebt.’ Dat laatste is zeker waar. Ik mag blij zijn dat ik er nog ben.”

Eetstoornis?

“Op mijn elfde was ik erg mager en werd ik ziek. We gingen naar de huisarts. Mijn moeder was bang dat ik misschien de ziekte van Crohn of colitis ulcerosa had: ontstekingen in de dikke darm. Haar vader had dat namelijk. Zonder mij te onderzoeken, zei de huisarts dat ik een eetstoornis had. Dat kwam wel vaker voor bij ‘de jeugd’, zei hij. In de maanden daarna laaide mijn ziekte flink op.

Op een gegeven moment was mijn oma het zat en nam ze mij mee terug naar de huisarts. Daar troffen we een vervangster en die zorgde ervoor dat ik meteen in het ziekenhuis terechtkon. Ik bleek inderdaad colitis ulcerosa te hebben. Vier jaar later had mijn ziekte zo huisgehouden in mijn darmen dat geen medicijn meer hielp. Ik leed 24 uur per dag ondraaglijke pijn. We besloten om mijn dikke darm te laten verwijderen. Sindsdien heb ik een stoma.”

Trap naar zelfacceptatie

“Voordat ik ziek werd, was ik nooit bezig met mijn uiterlijk, maar dat veranderde in de loop der jaren. Op de middelbare school vroegen mensen soms of ik anorexia had. Ik was bleek en had altijd blauwe wallen onder mijn ogen – ik zag eruit als een levend skelet. Ik vond mezelf dus niet bepaald mooi. Maar ik was vooral bang dat mensen de stoma zouden ruiken of onder mijn kleding zouden zien. Uiteindelijk viel dat mee, daar groei je in. Je moet een trap beklimmen naar zelfacceptatie, en elke positieve ervaring is weer een traptrede erbij. Wat ik nu nog moeilijk vind, is om een relatie te vinden. Een stoma is allesbehalve aantrekkelijk. Om van een ander te verwachten dat hij jou neemt zoals je bent, vind ik lastig. Ik heb toch een zakje op mijn buik waar ontlasting in zit. Ik ben bang dat ik nooit iemand zal vinden die mij accepteert.”

Tweede kans

“Zelf heb ik het wel geaccepteerd. Ik heb er ook geen moeite mee om naar mezelf te kijken. Dat komt ook omdat ik nu een normaal gewicht heb. Vroeger zag ik mijn botten, nu mijn vrouwelijke vormen. Mijn moeder heeft ervoor gezorgd dat ik nu zo positief ben. Zij is mijn positiviteitsgoeroe en heeft me door alles heen gesleept. Ze zegt dat ik geen dingen moet opkroppen, dan ga je het zelf ook als een probleem zien en dat helpt niet in je verwerkingsproces. We zijn vriendinnen, ze is alles voor me. Mijn zusje en zij zijn heel belangrijk in mijn leven. Mijn stoma heeft me geleerd dat je moet genieten van iedere dag. Ik heb een tweede kans gekregen. Ik draag iets bij me waar ik de rest van mijn leven voor moet zorgen, maar ik kan daardoor wel alles doen. Ik geniet intens.”