vrouw

Mandy’s zoon is de pester: ‘Ik voelde me misselijk worden’

Mandy’s (41) zoon Daan (13) is een pester, en niets wat ze probeert lijkt hem te helpen. “Er zijn dingen over Daan gezegd waar ik liever niet aan terugdenk. Ik begrijp het. Maar die woorden doen wel pijn.”

Mandy: “Daan is ons eerste kind. Hij werd al vanaf zijn geboorte op handen gedragen door zowel mijn ouders als de ouders van Rene, mijn man. En ook wij hebben hem die eerste jaren geen seconde aandacht te kort gegeven – eerder te veel. Daan sliep bij ons in bed, hij hoefde overdag maar een kick te geven of ik stond al bij hem en ik liet regelmatig alles uit mijn handen vallen om met hem te spelen. Wilde hij puzzelen? Dan gingen we puzzelen: stofzuigen kon ook later wel. Ik denk dat het mijn moeder was die voor het eerst opmerkte dat Daan niet alleen kon spelen. ‘Hij heeft altijd iemand nodig om zich te vermaken’, zei ze. Ik vond dat allemaal wel meevallen. Bovendien; we vermaakten hem met liefde. Wat was daar nou erg aan? Rond de periode dat mijn moeder dat zei, begonnen Rene en ik voor het eerst over een tweede kind. Daan was toen 3. Ik was nog geen maand gestopt met de pil of ik was al zwanger. We waren door het dolle heen. En toen we hoorden dat we een meisje zouden krijgen, was het plaatje helemaal compleet. Picture perfect. Eline werd drie weken voordat Daan naar de kleuterschool zou gaan geboren. Al tijdens mijn zwangerschap had hij laten weten dat het van hem niet hoefde, een zusje. ‘Ik wil alleen blijven!’, riep hij een keer in tranen uit. We zochten daar niets achter. Daan zou vast wel bijdraaien na de geboorte. Maar dat liep anders.”

Normaal gedrag

“Ik durf inmiddels met een gerust hart te stellen dat Daan onze roze wolk verstoord heeft. Waar ik van vriendinnen van die vertederende foto’s zag van broertjes en zusjes die elkaar voor het eerst zagen of vasthielden, bleef Daan roepen dat hij zijn zusje stom vond. De kraamverzorgende stelde ons gerust door te zeggen dat dit heel normaal gedrag was. We moesten hem gewoon even de tijd geven om te wennen. Maar Daan leek helemaal niet aan de gezinsuitbreiding te willen wennen. Hij sloeg Eline toen ze nog geen week oud was hard met een Duplo-blokje op haar hoofd. Ik werd zó boos toen ik dat zag. Hij deed het heel bewust en had er ook geen spijt van. ‘Ze moet ophouden met huilen’, zei hij alleen maar. Volgens mijn schoonmoeder was Daan gewoon toe aan school. ‘Let maar op, dan verandert alles. Rene was de laatste maanden voordat hij naar de kleuterschool mocht ook niet te genieten. Hij heeft uitdaging nodig. Nieuwe vriendjes. Je zult zien dat alles dan beter gaat.’ Ik kon het alleen maar hopen. Het deed me echt pijn te merken dat mijn zoon niets van zijn zusje wilde weten. Hij deed het grootste deel van de dag net alsof ze niet bestond.
En om nou te zeggen dat Daan echt zin had om naar school te gaan: nee. Hij huilde tranen met tuiten toen Rene en ik hem naar school brachten. Mijn moederhart brak, ondanks dat mijn vriendinnen me volledig op zo’n scène hadden voorbereid. Gelukkig was dat verdriet van korte duur. Binnen enkele dagen ging hij ’s morgens vrolijk de deur uit. En heel langzaam ontwikkelde hij ook wat interesse in Eline. Rene en ik hadden allebei het gevoel dat we de ‘lastige fase’, zoals we het noemden, achter de rug hadden.”

Jongens onder elkaar

“Maar ik zie ons nog zitten, een paar maanden later, op van die kleine ongemakkelijke kleuterstoeltjes, tegenover Daans beide juffen, die ons met een zorgelijke blik aankeken. ‘Daan doet het qua werkjes heel goed’, begonnen ze. ‘Hij heeft een grote woordenschat en snapt opdrachten snel.’ Ik voelde in alles een ‘maar’ aankomen en zette me schrap. ‘Maar op sociaal gebied hebben we nog wel wat doelen te bereiken’, zei de ene juf.  ‘Daan wil nogal eens andere kinderen pesten.’
Ik voelde me misselijk worden. Pesten; ons kind? Ik was zelf als puber gepest om de klassieke redenen. Ik had een bril en een beugel en mijn ouders weigerden geld aan leuke kleding voor mij uit te geven. Ik liep in de afdankertjes van mijn zus en zoiets ruiken kinderen, lijkt wel. Het is zeker niet zo dat het pesten mijn leven op dat moment verknalde, maar het drukte wel een stempel op die tijd. Ik had één goede vriendin waar ik veel steun aan had. En zij aan mij, want ook zij behoorde niet tot het groepje populaire kinderen en werd net als ik gepest. Zo nu en dan vloog onze schooltas weer door de gang of werd er ongezien een sticker met een vervelende tekst op onze rug geplakt. Het maakt je onzeker. Je gaat na een tijdje vanzelf denken dat je niets waard bent. Gelukkig kwam ik na de Mavo op een vervolgopleiding terecht waar ik totaal niet gepest werd. Daardoor heb ik het achter me kunnen laten, hoewel ik me de vernederingen van toen nog levendig voor de geest kan halen.
Rene nam het woord. Hij kon het zich niet voorstellen. ‘Een beetje pesten moet kunnen. Jongens onder elkaar, die doen dat gewoon’, zei hij. De juffen dachten daar anders over. Het pesten bestond uit (school)spullen van klasgenootjes afpakken of zelfs kapot maken. Ik nam het gesprek over. Vroeg wat we eraan konden doen. De juffen adviseerden ons thuis te praten met Daan en hem een spiegel voor te houden. Als hij in zou zien wat het met andere kinderen zou doen, zou hij misschien wel ophouden. En op school zouden ze het extra goed in de gaten houden. Ik verliet met een heel vervelend gevoel de klas. Rene mopperde in de auto over vertrutting. Hij vond dat de juffen er een te groot probleem van maakten. Ik kon er alleen maar aan denken dat Daan in de straat ook voortdurend ruzie had met de buurkinderen. Zou hij de aanstichter zijn?”

Terugkerend punt

“Het pesten van klasgenootjes bleef een terugkerend punt tijdens de 10-minuten gesprekken de jaren erna. Het pesten van Daan bleef inmiddels niet meer bij spullen van klasgenoten afpakken of kapotmaken, hij viel kinderen ook fysiek lastig door te duwen, te trekken of zelfs te vechten. En hij pestte verbaal: door kinderen rare namen te geven, dikzak te noemen, uit te schelden. Thuis hadden we er regelmatig pittige gesprekken met hem over. Dan leek het daarna altijd weer even beter te gaan.
Maar toen Rene en ik gingen scheiden, Daan was negen, brak een moeilijke periode aan. Daan kreeg woedeaanvallen, was vooral boos op mij. Hij smeet regelmatig al zijn speelgoed dwars door het huis of sloopte doelbewust spullen van mij of Eline. Ik zag zijn verdriet en worsteling, maar kon zijn gedrag echt niet goedkeuren. Ik liep zelf al op mijn tandvlees door de scheiding en moest ook nog eens voortdurend brandjes rondom Daan blussen. Hij maakte met iedereen ruzie. Ik had om de dag een buurvrouw aan de deur die haar beklag over mijn zoon kwam doen. Het is afschuwelijk als zoiets gebeurt. Net als iedere moeder hou ik van mijn kind. Maar als je alleen maar hoort hoe vervelend hij is en dat zelf ook ziet, doet dat iets met de band met je kind. Ik realiseerde me als hij op bed lag vaak dat ik die dag geen positief woord tegen hem had gezegd. Daar voelde ik me dan zo schuldig over. En dan nam ik me voor het de volgende dag anders te doen, maar als hij dan al voor het ontbijt zijn zusje begon te pesten, ontplofte ik weer. We zaten in een negatieve spiraal.
In die periode nam ook het pesten van Daan op school toe. Ik werd meerdere keren door school gebeld om erover te komen praten. Daan kreeg een speciale training aangeboden. Het verdrietige was namelijk dat hij heel eenzaam leek. Hij was niet die populaire jongen die wat irritant gedrag vertoonde. Het leek een schreeuw om aandacht. Hij wist niet hoe hij vriendjes moest maken. Ik wilde het meteen goed aanpakken en heb bij een kindertherapeut aan de bel getrokken. Rene vond het allemaal onzin. De enige die mij echt steunden waren mijn ouders en mijn beste vriendin. Zij veroordeelden Daan of mijn opvoeding niet. Sterker nog: ze prezen mij om mijn aanpak. Iedere keer als zij zeiden dat het wel goed zou komen, kreeg ik weer een beetje lucht.”

Niets met labels

‘We zijn nu vier jaar verder en de situatie is gelukkig verbeterd. Daan blijft een pestkop, maar hij leert nu steeds meer in te zien wat hij met zijn gedrag aanricht. Eline kan haar gevoel heel goed uitdrukken. Als hij zijn pijlen weer eens een keer op haar richt, vertelt ze hem wat dat met haar doet. Zo is het haar geleerd door de therapeut, want ook zij heeft daar een paar sessies gehad. Op school is dat wat lastiger. Als Daan daar pest, zijn de jongens met wie hij omgaat geneigd erop los te slaan en als dat gebeurt is er geen rede meer in hem te praten. Daan vecht hij terug. Twee jaar geleden hebben we hem laten testen, op aanraden van de therapeut. Daan heeft een lichte vorm van autisme, bleek. Dat verbaasde mij niets en het verklaart achteraf ook een hoop. Ik heb niets met labels, maar vind het toch fijn te weten waar Daans gedrag vandaan komt. Onze band is de laatste tijd weer sterker geworden. Hij zal nog steeds niet snel in mijn armen komen uithuilen als hij ergens mee zit en lost problemen bij voorkeur op door ‘m dwars te gooien. Toch zie ik hem wel steeds opener worden. Ook met de buurkinderen speelt hij tegenwoordig steeds gezelliger.
Ik heb al een tijd geen boze ouder meer aan de telefoon of de voordeur gehad en dat is een enorme opluchting. Hoe terecht de klachten ook waren, het snijdt dwars door je ziel als iemand je komt vertellen dat jouw kind een etter is. In het beschermen van hun eigen kind kunnen ouders dan ineens heel fel worden. Er zijn dingen over Daan gezegd waar ik liever niet aan terugdenk. Ik begrijp het. Maar die woorden doen wel pijn.
Ik hoop dat Daan steeds meer leert dat hij met zijn pestgedrag het tegenovergestelde bereikt van wat hij wil bereiken en ik heb er goede hoop in dat dit gaat lukken. Het is verder een heerlijk joch met een goed hart. Hij heeft weleens gezegd dat hij zelf liever ook niet zo’n pestkop was geweest.”

Tip van de redactie

Aan de hand van wetenschappelijke inzichten uit de psychologie, de sociologie, de biologie en de praktijk, afgewisseld met tips en adviezen voor ouders, bespreekt de auteur, Mieke van Stigt, in Alles over pesten waarom en wanneer kinderen (en volwassenen) pesten, waarom sommigen de klos zijn en waar ouders van gepeste kinderen tegenaan lopen. Het boek is een echte eye-opener en zal je zeker verder helpen. Voor meer informatie klik op onderstaande button.

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.