Lucille Werner

Lucille Werner gaat de Tweede Kamer in: ‘Ik wil dat iedereen mee kan doen in de samenleving’

Al jaren heeft Lucille Werner (53) een missie: iedereen moet mee kunnen doen in de samenleving. En na het maken van prachtige programma’s, zet ze haar missie nu voort door de politiek in te gaan. “Ik zie de politiek als een verlengde van wat ik nu al doe.”

Lucille Werner is vooral bekend als presentatrice van Lingo en van de Mis(s)-verkiezing, een tv-programma voor mooie vrouwen met een handicap. Zelf heeft ze ook een handicap: bij haar geboorte liep ze vanwege zuurstofgebrek een hersenbeschadiging op, waardoor ze moeilijk loopt. Eind vorig jaar werd bekend dat Lucille op de kandidatenlijst van het CDA staat voor de Tweede Kamerverkiezingen. In plaats van presentatrice wordt ze nu dus politica. Lucille: “Nou, ik voel me geen politica, meer een volksvertegenwoordiger. Dat ligt meer in lijn met de maatschappelijke programma’s die ik de afgelopen jaren heb gemaakt. Maar het is eigenlijk gewoon: ik ben Lucille, en ik wil wat doen. Ik wil dat iedereen mee kan doen in de samenleving, dat is mijn missie.”

Hoe gaat iemand de politiek in: meld je je aan of word je gevraagd?

“Het is iets dat ik al heel lang wilde. Toen ik in 2006 de Mis(s)-verkiezing introduceerde, richtte ik een eigen stichting op. Dat gevoel dat ik heb, dat ik wil dat iedereen mee kan doen, triggerde iets in mij. Ik heb met veel plezier allerlei programma’s gemaakt, van Lingo tot een programma over tienermoeders en mensen die nog maar kort te leven hadden. Maar dit vlammetje, dat ik ooit de politiek in wilde, bleef altijd branden. Vorig jaar heb ik me aangemeld om te kijken of het CDA dat ook een goed plan vond. Na een gesprek met de voorzitter ging ik de sollicitatieprocedure in. Dat vond ik ontzettend leuk, je krijgt echt een inkijkje in de partij. Toen besefte ik: dit klopt, hier krijg ik energie van. Dat overtuigde me alleen maar meer dat ik de Kamer in wilde. Ik zie de politiek als een verlengde van wat ik nu al doe. Met televisieprogramma’s kun je zeker ook beïnvloeden, maar dat is snel weer verdwenen, televisie is vluchtiger. Ik hoop dat ik straks meer invloed heb.”

Wat was dat moment waarop je besloot dat je de politiek in wilde? Stond je onder de douche, zat je met je man op de bank?

“Ik zat inderdaad op een avond met mijn man op de bank. “Ik ga het doen, ik ga ervoor,” zei ik, en ik kreeg er alleen al energie van door dat uit te spreken. Toen ik hem vroeg wat hij ervan vond, zei hij: “Ja, gáán. Dit ben jij. Dóe het ook gewoon, en heb straks geen spijt dat je het niet hebt gedaan.” Servaas wist dat ik dit al langer wilde en steunt me. Ook al is hij geen CDA-stemmer. Hij is muzikant, hij maakt fantastische liedjes, het is een creatieve jongen. Bij hem thuis werd vroeger altijd stevig gediscussieerd, ik was het niet altijd met die meningen eens. Mijn zoon Angel van elf was degene die zei: “Nee mama, jij moet op televisie blijven. Want je moet Bram Krikke en Dylan Haegens blijven zien.” Dat is natuurlijk zijn belang, want dan kan ik voor hem vragen om een handtekening, dat is hoe een kinderbrein werkt. Bram Krikke vroeg laatst of hij een dagje met mij mag meelopen, en dan zegt Angel dat dat van hem alleen mag als Bram Krikke hem gaat volgen op Tiktok. Dat is gebeurd, Angel heeft twaalf volgers, én Bram Krikke, haha. Angel is nu wel gewend aan het idee, hoor. Hij vroeg laatst om een stapel postertjes om in de brievenbus te gooien, “want mensen moeten wel op jou stemmen, mama.” Dat vind ik schattig.”

Je hebt een oom die ook actief was voor het CDA, he?

“Ja, wij zijn echt een CDA-familie, iedereen stemde erop bij ons. Niet dat ik meeloop met alles wat mijn ouders doen, maar ik vind zo’n partij met een ideologie in het midden het meest krachtig. Dat je de dialoog hebt met elkaar, met links en rechts, want je moet er in het leven toch samen uitkomen. Dat geldt ook voor mijn eigen leven. Ik ben opgegroeid met mijn handicap en ik heb het altijd met praten moeten doen. Als kinderen me wilden duwen, pesten of uitschelden, kwam ik eruit door die dialoog. Ik vind dat het CDA daar de partij voor is.”

Inspireerde je oom Jos jou om de politiek in te gaan?

“Niet echt, eigenlijk. De familie Werner is een grote, katholieke familie met dertien kinderen, mijn ome Jos en ik zagen elkaar vooral op familiereünies. Ik vond hem wel een stoere man en dat hij in de politiek zat, vond ik spannend. Maar het is niet zo dat hij mij geholpen heeft, wat mensen soms denken. Dit heb ik op eigen houtje gedaan en gewild. Ik ben sowieso niet iemand die een favoriete artiest kan opnoemen, of een voorbeeld in de politiek. Of van iemand in de media met een handicap die programma’s presenteerde. Ik was de eerste, en helaas ook nog steeds de enige.”

Toen je klein was, wilde je graag Madonna worden, vertelde je eerder aan Vriendin.

“Ja, dat klopt. Madonna is een artistieke vrouw die in haar liedjes een boodschap had. Maar ik vond haar ook fascinerend omdat ze er geweldig uitzag. Ik wilde mijn haar altijd als Madonna hebben, met scheerschuim erin en sjaals eromheen, en al die armbanden. Ik zing ook, ik heb vroeger in bandjes gezongen. Ik heb ooit een keer meegedaan aan de selectie van zo’n talentenjacht op tv, de Soundmixshow. Niet dat ik ver kwam, maar ik heb wel meegedaan.”

Nadat vorig jaar bekend werd dat Lucille zich had aangemeld voor het CDA, kreeg ze ook met kritiek te maken. Een roddelblad beschuldigde haar ervan dat ze veel salaris uit haar stichting naar jezelf toetrekt. Bovendien zei Rick Brink, de mede door Lucille benoemde minister van Gehandicaptenzaken, in het Algemeen Dagblad dat Lucille geen politieke ervaring heeft. Hij was teleurgesteld dat Lucille op plek 10 terecht kwam en hij op plek 24.

Hoe ga je om met dat soort kritiek?

“Als het gaat om Rick Brink: dat vind ik ontzettend jammer. Ik denk dat Rick en ik samen ontzettend sterk waren geweest in de Kamer. Plek 24 is een mooie plek. We hebben zoveel mensen met een handicap in ons land, dus twee mensen in een partij met een handicap was heel mooi geweest. Kijk, je hoeft geen politica te zijn om de Kamer in te gaan. Dat hij vindt dat ik geen politica ben, is aan hem. Ik vind het jammer dat hij heeft gezegd dat hij ermee stopt, ik had het dolgraag samen met hem gedaan. Als je in de media werkt, lig je ook onder een vergrootglas, dus dit soort kritiek calculeerde ik wel in. Ik ben niet iemand die daar erg gebukt onder gaat. Mensen mogen vinden wat ze vinden. Mijn stichting is ook altijd transparant, een salaris is arbitrair. Maar ik heb mijn missie, ik weet waarom ik dit doe, en dat is mijn focus. Die is niet om steeds te reageren op wat anderen vinden.”

Als je later terugkijkt op je werkende leven, waar ben je dan het meest trots op, denk je?

“De Mis(s)-verkiezing. Die heeft voor mij ontzettend veel veranderd. Het was een enorme berg met werk, want geen omroep geloofde in dat programma. Maar ik moest iets doen voor mensen die het gevoel hebben dat ze niet mee kunnen doen en dat er van hen een negatief beeld in de samenleving is. Twee jaar lang heb ik mijn tong blauw geluld, zal ik maar zeggen. Om geld, om een tijdslot, om een zender. Uiteindelijk was het de Tros die zei: “Nou, vooruit dan maar Lucille, als jij het zo graag wil, doen we het maar.” Maar ik moest zelf voor het geld zorgen, want ze wilden er geen euro in stoppen. Ik moest dus geld werven, het programma maken en de kandidaten werven. Balkenende was toen minister-president, en ik heb hem benaderd om te vragen of hij het kroontje op het hoofd van de winnares wilde plaatsen. Dat was mijn ultieme droom. Het programma werd een knetterend succes, er keken twee miljoen mensen naar. Vooraf waren veel mensen kritisch, die vonden het aapjes kijken, maar ik vond dat niet. Ik vond dat dit kon en moest. Dat was de aanleiding om mijn stichting op te richten en binnen dat maatschappelijke veld actief te blijven. We zijn nu vijftien jaar verder. Die beslissing om door te zetten met die Mis(s)verkiezing heeft er uiteindelijk toe geleid dat ik nu de Kamer in ga. Het heeft veel betekend en het is waar ik het meest trots op ben.”

Je Kamerlidmaatschap is dus een andere manier om door te gaan met jouw werk?

“Ja, al wil ik me met meer bezighouden dan alleen gehandicaptenzaken. Mijn thema is meedoen. We zijn in Nederland gericht op de norm, de middenmoot, we maken beleid op het gemiddelde. Maar daaromheen vallen zoveel mensen buiten de boot, ook door corona. Kijk naar de ouderen, naar eenzaamheid onder jongeren, naar laaggeletterdheid. We hebben 2,5 miljoen laaggeletterden in dit land, dat hebben we met Lingo ook gemerkt. Die staan ook buiten de samenleving. Lingo bereikte deze mensen, omdat het programma zo laagdrempelig was. Daar gaat mijn hart van open. Ik wil een soort bezemwagen zijn om te zorgen dat mensen insluiten. Dat is mijn motivatie.”

Waarom moeten mensen op jou stemmen?

“Nou, mijn slogan is: iedereen wordt gezien door de nummer 10. Die meen ik oprecht. Ik wil oog hebben voor de samenleving, ik wil weten wie er niet meedoet, ik wil horen wat er anders zou moeten. Ik wil dat mensen meedoen in de samenleving, daarom wil ik dat mensen op mij stemmen.”

Waar je kijk je het meest naar uit als je straks in de Kamer zit?

“Naar het ontmoeten van de andere Kamerleden van het CDA. We hebben elkaar als collega’s nog niet lijfelijk gezien, we spreken elkaar via Zoom. Maar ik kijk ook gewoon uit naar een nieuwe omgeving. Dit is een spannende tijd, en ik krijg daar veel energie van. Ik vind het prachtig dat ik de kans krijg om dit te doen.”

Meer Lucille

Geboren: op 12 oktober 1967 in Eindhoven
Relatie: getrouwd met Servaas. Samen hebben ze een geadopteerde zoon, Angel (11).
Opleiding en carrière: Na de middelbare school volgde Lucille onder andere een opleiding PR en communicatie. Ze begon achter de schermen bij de telvisie als redacteur bij de 5 uur show en droomde ervan presentatrice te worden. Joop van den Ende bood haar een baan als presentatrice bij Shownieuws. Vanaf 2005 presenteerde ze bij de Tros het programma Lingo. In 2006 lanceerde ze de Mis(s)verkiezing, een tv-programma voor mooie vrouwen met een handicap. Sinds die tijd heeft ze haar eigen stichting, de Lucille Werner Foundation. In oktober 2020 kwam ze op plek 10 te staan van de voorlopige kandidatenlijst van de CDA voor de Tweede Kamerverkiezingen.