Canva1 2022 03 03t121926.155

Henny verloor op jonge leeftijd haar beide ouders

13 jaar was Henny (nu 27), toen haar moeder overleed. en 22 toen ze haar ­vader verloor. zwaar en verdrietig, maar: “mijn ouders waren altijd positief. Dankzij hen waardeer ik nu juist wat ik wél heb.”

Henny: “Vlak voordat mijn vader overleed, liet hij door een journalist zijn levensverhaal op papier zetten. In zijn afscheidsboek stond onder andere hoe trots hij op mij en mijn twee jongere zusjes was en wat hij ons graag verder wilde meegeven in het leven. Ik ben zo blij dat ik dit boek heb. Op moeilijke momenten lees ik er vaak in. Het was vreselijk verdrietig dat we na het verlies van mijn moeder ook afscheid van mijn vader moesten nemen, maar ik ben blij dat we er bij hem in ieder geval de tijd voor kregen. Bij mijn moeder was het een ander verhaal. Zij overleed tien jaar voor mijn vader en ik was totaal niet op haar dood voorbereid. Niemand was dat.
Ik was dertien toen mijn moeder op een dag plotseling een zware epileptische aanval kreeg en in de medische molen van het ziekenhuis terechtkwam. Ze bleek kanker te hebben. Het klinkt misschien gek, maar ik ben van die periode echt hele stukken kwijt. Ik denk omdat ik alles in een roes beleefde, alsof het allemaal langs me heen ging.
Wat ik me nog wel herinner, is dat mijn ouders aan mij en mijn twee zusjes, van toen elf en zeven, vertelden dat de uitslagen van mijn moeders onderzoeken niet goed waren. Ze had longkanker met uitzaaiingen in haar hersenen. In tranen hoorde ik het aan. Ik kon het niet bevatten. Mijn moeder kanker? Ik kende niemand die dat had. Ging ze dan dood?
Hoewel het schokkend nieuws was, waren mijn ouders optimistisch. Mijn moeder wilde er alles aan doen om weer beter te worden, dus al snel begon ze met haar eerste bestralingen. Helaas ging het een aantal weken later heel slecht met haar. Ze voelde zich erg ziek en op een avond ging ze met mijn vader naar het ziekenhuis. Omdat ik al dertien was, mochten mijn zusjes en ik alleen thuisblijven. Ik ben die avond gewoon naar bed gegaan. De volgende ochtend maakte mijn vader me wakker. Met waterige ogen vertelde hij dat mijn moeder in het ziekenhuis was overleden. De kanker was al zo ver gevorderd, de bestralingen en chemotherapie hadden haar niet meer kunnen helpen.
Het was vreselijk. Ik was zo verdrietig en kon het bijna niet geloven. Als klein meisje was ik altijd al bang om mijn ouders te verliezen. Ik had geen idee waarom, maar dat gevoel had ik gewoon. En plotseling gebeurde het echt met mijn moeder. Binnen zes weken na de diagnose was ze er opeens niet meer. Ze was pas 47 jaar.”

Te veel verdriet

“Na de crematie probeerden we als gezin ons leven weer op te pakken. Het was voor ons allemaal moeilijk, maar voor mijn vader moet het ook heel zwaar zijn geweest. Ineens was hij weduwnaar en de enige ouder van drie jonge meiden. Hij deed zijn best om goed voor ons te zorgen. Gelukkig kreeg hij hulp van mijn tante en de beste vrienden van mijn ouders.
Regelmatig probeerde hij met mij te praten over wat er met mijn moeder gebeurd was, maar ik kon het niet. Het was te pijnlijk en ik had te veel verdriet. Ook met vriendinnen sprak ik er niet over. Liever stopte ik mijn gevoelens weg en deed alsof het niet gebeurd was.
Na een half jaar ging op ik verzoek van mijn vader met een maatschappelijk werkster praten. Hoewel ik er niet veel zin in had, wist zij mij op de een of andere manier zo op mijn gemak te stellen, dat ik eindelijk wel de kracht vond om over mijn moeder te praten. Die gesprekken waren heel heftig. Huilen ging een hele tijd niet, omdat ik al mijn emoties ver had weggestopt, maar dankzij de gesprekken met de maatschappelijk werkster kwam alles boven, waardoor er ook ruimte kwam voor mijn verdriet en boosheid.
Al die tijd had ik naar een verklaring gezocht waarom het ons moest overkomen dat mijn moeder was overleden. Wat hadden we verkeerd gedaan? Pas toen ik besefte dat we daar helemaal geen invloed op hadden gehad, kon ik me meer openstellen en erover praten. Na elke sessie voelde ik me steeds iets lichter worden. Ik werd weer meer mezelf en kon weer lol trappen met vrienden en vriendinnen.”

Lieve stiefmoeder

“Rond mijn vijftiende kreeg mijn vader een relatie met Sjouk, mijn stiefmoeder. Ik was oprecht heel blij voor hem. Natuurlijk misten we mijn moeder enorm, maar ik was me er ook van bewust dat zij niet meer terug zou komen en ik wilde dat mijn vader weer gelukkig werd.
Sjouk had zelf geen kinderen, maar was vanaf het begin erg lief voor ons. Ik kon het meteen goed met haar vinden en al snel trokken we met het hele gezin bij haar in. Dat vonden mijn zusjes en ik minder leuk. Sjouk woonde in een ander dorp en mijn zusjes moesten van school switchen. Toch vond mijn vader dat toen wel het beste voor ons – en achteraf denk ik ook dat deze stap ontzettend goed voor ons was. Het was voor ons allemaal een nieuw begin, zelfs als dat betekende dat we het huis moesten verlaten waar we met mijn moeder hadden gewoond.”

Wél over praten

“Na onze verhuizing kwam er meer rust in ons gezin. We rouwden nog steeds om mijn moeder, maar merkten dat we in de jaren daarna ook weer gelukkig waren met elkaar. Helaas werd dat geluk later opnieuw verstoord. Ik was negentien jaar toen mijn vader ook ernstig ziek bleek te zijn. Hij had NET-kanker, dat is een ernstige, zeldzame vorm kan kanker, in zijn lever en darmen. Terwijl ik letterlijk instortte toen ik het hoorde, kreeg ik flashbacks van de laatste weken van mijn moeder. Zou het allemaal opnieuw gebeuren? En zou het bij mijn vader dan net zo snel gaan als bij haar? Er ging van alles door mijn hoofd.
Hoewel iedereen erg was geschrokken van het nieuws, was mijn vader er vrij rustig onder. Net als mijn moeder wilde hij vechten om beter te worden en daarom stemde hij in met een operatie en behandelingen. Jammer genoeg mochten die niet baten. Al snel hoorde mijn vader dat hij niet meer kon genezen. Het was onduidelijk hoelang hij nog had, maar volgens zijn arts zou hij niet oud worden.
Ik schrok er heel erg van. Ik wist hoe snel het afgelopen kon zijn en daarom besloot ik direct om deze keer wel met anderen én mijn vader over zijn ziekte praten. Het scheelde dat mijn vader heel open was, ik kon alles met hem bespreken. Hij ging voor kwaliteit in plaats van kwantiteit en wilde dus veel weekendjes weg en op vakantie met het hele gezin. Ook bezocht hij veel classic-rockconcerten en pakte hij zelfs zijn studie geschiedenis op waar hij ooit mee was gestopt. Dat vond ik zo knap van hem.”

Confronterend

“Na drie jaar overleed mijn vader, hij was toen 58 jaar. Dat was erg verdrietig en zwaar, maar ergens voelde het ook als een opluchting. Ik was blij voor hem dat hij geen pijn meer had. Hoewel ik me op zijn overlijden had kunnen voorbereiden, was het een rare gewaarwording dat ik zo jong al geen ouders meer had. Ik was pas 22 jaar en opeens wees. Toch kon ik er over het algemeen best goed mee omgaan. Ik had er bijvoorbeeld geen moeite mee om vriendinnen samen met hun ouders te zien.
Wel was het voor mij moeilijk te beseffen dat mijn vader er tijdens de uitreiking van mijn bachelordiploma nog wel was, maar bij het afronden van mijn master niet meer. Gezellige afstudeerpraatjes van andere ouders vond ik daardoor wel erg confronterend.
Dodenherdenking op 4 mei vind ik ook nog steeds lastig. Mijn ouders zijn weliswaar niet in een oorlog omgekomen, maar 4 mei was voor mijn vader altijd erg belangrijk, omdat hij geschiedenisleraar was. Tijdens Dodenherdenking denk ik daardoor altijd aan hem en aan mijn moeder. Het liefst zou ik dan met hen bespreken hoe ze mijn leven tot nu toe vinden gaan. Daarnaast heb ik mijn moeder ook tijdens het inrichten van mijn huis gemist. Ze was heel creatief en hield van vintage en kringloopwinkels. Iets waar ik nu ook gek op ben, dus ik had graag die hobby met haar gedeeld.”

Weer gelukkig

“In zijn afscheidsboek schreef mijn vader dat hij het belangrijk vond dat ik altijd mijn hart zou blijven volgen, in alles wat ik deed. Daarom ben ik na zijn overlijden in Berlijn gaan studeren en heb ik daarna nog vier maanden door Zuid-Amerika gereisd, samen met mijn middelste zus. Wij woonden voor het overlijden van mijn vader al op onszelf, mijn jongste zusje was op dat moment zestien en bleef na mijn vaders overlijden bij mijn stiefmoeder wonen.
Nu, ruim vier jaar later, ben ik oprecht weer gelukkig. Ik heb een leuke baan als marketing/salesmanager en ben al vierenhalf jaar samen met mijn vriend Joachim. Ik leerde hem een paar weken na het overlijden van mijn vader kennen, dus ze hebben elkaar helaas nooit ontmoet. Maar ik weet zeker dat mijn vader hem had gemogen. Ze delen dezelfde humor en positieve instelling, dus ik herken veel van mijn vader in Joachim.”

Positief in het leven

“Bang om zelf vroeg dood te gaan, ben ik niet, maar ik heb wel altijd het idee dat ik niet heel oud word. Die kans is namelijk aanwezig, omdat de kankervormen van mijn ouders allebei erfelijk zijn. Daarom probeer ik zo veel mogelijk van het leven te genieten en te doen waar ik blij van word.
Er gaat geen dag voorbij dat ik niet aan mijn ouders denk. Ik zal ze altijd blijven missen, maar dankzij hen ben ik ook heel erg gaan waarderen wat ik wel heb. En dat is een fijne familie, twee geweldige zussen met wie ik heel close ben, leuke vriendinnen en een fantastische vriend.
Net als mijn ouders sta ik heel positief in het leven. Door hen heb ik geleerd om over dingen te praten en altijd mijn hart te volgen. Als ik iets wil, ga ik ervoor, ook als het afwijkt van de norm. Ik merk bijvoorbeeld vaak dat anderen verwachten dat ik zelf ook ooit een gezin ga stichten, maar daar hebben Joachim en ik helemaal geen behoefte aan. We zijn gelukkig met elkaar en het leven dat we leiden en ik weet zeker dat mijn ouders ook dat prima hadden gevonden!”

Tekst: Renée Brouwer
Foto: Bart Honing
Visagie: linda huiberts

Meer persoonlijke verhalen lezen? Neem nu een digitaal abonnement op Vriendin.