Ontwerp Zonder Titel 2020 03 30t151424.635

Bewezen: kinderen die helpen in het huishouden zijn later succesvoller

Hoewel je kinderen vast niet altijd op huishoudelijke klusjes zitten te wachten, zullen ze je later dankbaar zijn. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat dit soort taken bijdragen aan succes in de toekomst.

‘Hoe vroeger, hoe beter’

“Hoe vroeger je kinderen betrekt bij het huishouden en klusjes laat uitvoeren, hoe sneller ze begrijpen dat werk deel uitmaakt van het leven”, vertelt Julie Lythcott-Haims, schrijfster van het boek ‘How to Raise an Adult’, aan Het Laatste Nieuws. Daarnaast bleek uit een onderzoek van Harvard dat kinderen die in het huishouden helpen meer kans hebben op succes in hun latere leven.

Minder initiatief

Wanneer kinderen geen vervelende taakjes hoeven te doen, zullen zij minder initiatief nemen, aldus Lythcott-Haims. Immers: er is al iemand anders die de taken uitvoert. “Ze wachten op iemand die hen een checklist geeft met taakjes die ze moeten afvinken, maar die is er in werksituaties niet altijd. Ze missen vaker de vaardigheid om werk te zien en zelf te redeneren hoe ze nuttig kunnen zijn.”

Lythcott-Haims weet dan ook zeker dat kinderen die wel meehelpen in het huishouden later betere werknemers zullen zijn. Ze tonen meer empathie, zijn zelfstandiger en kunnen beter samenwerken met collega’s.

Meer zelfvertrouwen

Orhtopedagoog Mariëlle Beckers is het met haar eens. Volgens haar krijgt een kind dat van jongs af aan meehelpt meer zelfvertrouwen. “En hij of zij wordt voorbereid op het echte leven. Als je op kamers gaat, is het wel zo prettig als je weet hoe de stofzuiger werkt.”

Daarnaast helpt het meewerken in het huishouden bij de ontwikkeling van hersenfuncties zoals concentratie, flexibiliteit en prioriteiten stellen. “Als je kinderen veel uit handen neemt, kunnen ze minder met die vaardigheden oefenen”, vertelt Beckers. “Maar bereid je samen een maaltijd, dan leren ze dingen die niet alleen nodig zijn om te kunnen koken, maar bijvoorbeeld ook om taken te initiëren en een planning te bedenken.”

Bron: HLN