Vrouw (13)

Eva: ‘Terwijl ik in het ziekenhuis lag, vroeg hij de scheiding aan’

Eva (31) heeft een zeldzame darmziekte waarvoor ze regelmatig in het ziekenhuis ligt. De dag na een operatie, waarbij ze een stoma kreeg, kondigde haar man Timo ineens aan te willen scheiden.

Eva: “Hij kon het niet meer opbrengen, zei hij. Wilde niet langer leven met een vrouw die altijd ‘ziek, zwak en misselijk’ was en ‘vaker in een ziekenhuisbed dan op een strandbedje lag’. Mijn man Timo vond het heel akelig en verdrietig voor mij dat ik zo veel pijn en narigheid ondervond van mijn darmziekte, maar hij was er klaar mee. Hij voelde zich eerder verpleger en mantelzorger dan partner. Hij wilde jong zijn en meer van het leven genieten. Een chronisch zieke vrouw paste niet in dat beeld.
Hoe kwetsend zijn woorden ook waren, enigszins snapte ik zijn frustratie wel. De afgelopen vijf jaar had onze relatie bijna volledig in het teken van mijn darmziekte gestaan en kwam Timo op plaats twee. Ik besefte misschien niet altijd hoe heftig het is als je moet aanzien hoe jouw partner gillend van de buikpijn naast je in bed ligt of ’s nachts uren doorbrengt in de badkamer. Of om de haverklap  in het ziekenhuis ligt.
Maar het gekke is, deze keer werd ik geopereerd om meer kwaliteit van leven te krijgen. Door deze operatie zou ik juist van ziek naar gezond gaan. Maar Timo had blijkbaar geen zin meer daarop te wachten. Of wellicht zag hij op tegen een vrouw met een stoma – wie zal het zeggen?”

Moeite met poepen

“Mijn hele leven heb ik al last van mijn darmen en moeite met poepen. Als pasgeboren baby kreeg ik al olijfolie, om zo mijn stoelgang te versoepelen. Een week niet gaan was doodnormaal. In mijn jeugd moest ik vaak naar het ziekenhuis. Naast maag- lever- en darmartsen, liep ik de deur plat bij kinderartsen, diëtisten en zelfs een kinderpsycholoog. Misschien beeldde ik het me wel in?
Bij elke nieuwe arts kwamen weer nieuwe testen, voedingsproducten, poeders, drankjes, laxeermiddelen en klysma’s. Maar de pijn en mijn stoelgangproblemen werden er niet minder door. Ik ging soms twaalf dagen achter elkaar niet naar het toilet en voelde me opgeblazen als een ballon. Uiteindelijk kreeg ik de diagnose: ik had een zeldzame darmziekte, een aangeboren, chronische darmafwijking, waarbij de darm de ontlasting niet richting de anus kan bewegen, omdat de zenuwcellen in een bepaald deel van de darmwand ontbreken. Om dit enigszins te stimuleren slikte ik lang allerlei laxeermiddelen en als het allemaal nog niet werkte, kreeg ik klysma’s en darmspoelingen. Als laatste redmiddel moest ik dan klinisch gelaxeerd te worden. Oftewel liters Colofort via een neus-maagsonde in laten lopen. Heel pijnlijk en vooral erg ingrijpend.
Gelukkig gebeurde dat in die jaren hooguit drie keer per jaar en kon ik tussen zulke ziekenhuisopnames door, redelijk goed en normaal leven. Mijn darmziekte was vervelend en altijd aanwezig, maar ik had veel vriendinnen en deed zo veel mogelijk wat jonge mensen deden. Oké, kamperen was geen optie. Ik heb echt de tijd en ruimte nodig voor mijn wc-bezoek, dus ik kon nooit mee op kamp. Ook al ging ik niet veel, als ik aandrang voelde, moest ik ergens zijn waar ik rustig een uur kon gaan zitten. Maar dan kwam ik gewoon een dagje langs op het kamp.”

Altijd aan mijn zijde

“Op mijn 22ste leerde ik Timo kennen. Ik vertelde hem meteen over mijn darmproblemen en hij zei dat het hem niet uitmaakte. We gingen samenwonen en maakten toekomstplannen. Werken was voor mij geen optie. Omdat ik veel pijn had, was ik vaak te moe en moest ik overdag ook uitrusten. Ik deed wel vrijwilligerswerk in het buurthuis en vond het fijn onze flat netjes te houden en te koken. Over kinderen krijgen waren we nog niet uit. Mijn hoofd en lichaam stond er niet naar, omdat ik te druk was met mezelf. Maar wie weet dat het later anders zou zijn. We namen twee katten, waar we dol op waren.
Timo steunde me enorm in mijn ziekteproces. Ook in de jaren waarin mijn darmklachten verergerden en ik vaker in het ziekenhuis lag, omdat ik dan bijvoorbeeld uitgedroogd was omdat ik te veel laxeermiddelen had genomen en vervolgens dagen aan een infuus lag. Hij was er altijd voor me. Hij vroeg me zelfs vlak voor weer een ziekenhuisopname ten huwelijk. Een paar maanden later trouwden we, heel klein, gewoon op een dinsdagmorgen, met alleen onze ouders. ’s Avonds gingen we uit eten met nog wat goede vrienden erbij. Het was al met al een fijne dag.
We waren happy, ondanks mijn darm- en stoelgangprobleem. Veel van onze gespreken gingen over datgene wat je eigenlijk als stel voor elkaar wil verbergen. Maar het poepen of liever gezegd niet-kunnen poepen was voor mij van levensbelang en beheerste mijn leven. Voordat we uit gingen of een dag weg, zorgde ik altijd dat ik me eerst een uur terugtrok in de badkamer,  met alle middelen die ik kon innemen. Na het toiletbezoek voelde ik me dan goed genoeg om iets te doen. Op die manier konden we ook nog dingen ondernemen: een dagje sauna of zelfs op vakantie. Al bleef dat altijd een worsteling. In het begin van onze relatie maakten we een tiendaagse rondreis door Marokko. Iedereen was daar aan de diarree, vanwege het eten, maar ik verstopte juist.”

Totale ontreddering

“De laatste jaren werd ik steeds vaker opgenomen voor klinische laxaties, waarbij ik dan darmspoelingen en laxeermiddelen kreeg toegediend in het ziekenhuis. Het was bijna niet meer mee te leven. Nooit naar de wc kunnen, maar wel het gevoel te hebben dat je bijna uit elkaar ploft. Altijd misselijk zijn, omdat de boel niet doorloopt. Elke dag liters laxeermiddelen drinken en slikken. Steeds weer nieuwe voedingsmiddelen uitproberen, maar niets hielp. En dan heb ik het nog niet eens over de pijnen die ik ’s nachts had en ons uit ons slaap hield.
Vaak voelde Timo zich machteloos. Maar meer dan het huishouden doen, zodat ik kon rusten en me verzorgen met warme kruiken en paracetamol, kon hij ook niet doen. We ondernamen steeds minder samen, ik was te zwak of moe. Lekker koken of uit eten gaan, hoefde voor mij niet. Eten werd steeds meer een opgave. Ik wist dat alles wat er inging, ook weer een keer eruit moest.
Als ik echt volledig was verstopt en werd opgenomen, ging het daarna weer even goed. Maar dat was geen permanente oplossing. Uiteindelijk mocht ik een jaar geleden opgaan voor een ileostoma: dan zou er een stukje dunne darm door een opening in mijn buik naar buiten worden gebracht en op de huid vastgehecht. Mijn ontlasting werd dan opgevangen in een zakje. Timo stond helemaal achter deze operatie, omdat het me zou verlossen van de ergste pijnen. Maar tegelijkertijd vond hij het ook een raar idee dat ik straks een zakje met daarin mijn behoefte op mijn buik zou hebben. Zelf was ik alle schaamte al voorbij. Alles beter dan mijn halve leven creperend doorbrengen op het toilet. Met de stoma zou ik veel van mijn energie terugkrijgen, zo was me beloofd.”

Slechte timing

“In de weken voorafgaand aan de operatie vond ik Timo al wat stiller en moest hij vaker overwerken. Ik zocht er niks achter. Ik was met mezelf en de aankomende ingreep bezig. Ik ging met mijn moeder jurkjes shoppen. Jurkjes waarin het zakje op mijn buik straks minder zichtbaar zou zijn. Ook liet ik me voorlichten over hoe ik er later precies mee om moest gaan. Ik deelde dat allemaal met Timo en hij leek geïnteresseerd.
Op de dag van de operatie bracht Timo me weg. Hij moest werken, maar zou net als mijn ouders direct komen, zodra ik uit de narcose was ontwaakt.  Die dag was hij echter nergens te bekennen. Gelukkig zaten mijn vader en moeder bij me op de kamer, maar van Timo ontbrak ieder spoor. Hij had wel geappt dat hij blij was dat de operatie was gelukt, maar verder hoorde ik niks. Pas ’s avonds, net voordat het bezoekuur zou aflopen, kwam hij.
Timo hing een of ander verhaal op over spoed en problemen op zijn werk. Ik vond het jammer dat hij er niet was geweest, maar was gewoon dolblij dat hij er nu was. Wel vond ik hem heel afstandelijk. Hij had me een kus op mijn voorhoofd gegeven en zat aan mijn bed, maar vooral veel op zijn telefoon.
De volgende morgen kwam hij al vroeg op bezoek. Maar helaas niet met een prettige reden. Hij deelde mee dat hij ons huwelijk wilde beëindigen. Hij kon niet meer doorgaan, zei hij. Het leven met mij beperkte hem. Hij had me jarenlang uit alle liefde verzorgd, maar gemerkt dat die liefde aan zijn kant verdwenen was. Zijn gevoel voor mij was broederlijk, vriendschappelijk. Wellicht ook omdat we al bijna twee jaar geen seks meer hadden gehad, doordat ik me daar niet goed genoeg voor voelde. Hij wilde niet meer door.
Zijn woorden sloegen in als een meteoriet. Ik had dit totaal niet zien aankomen. En wat een slechte timing! Waarom uitgerekend nu, terwijl ik nog in de kreukels lag van de operatie? Wat hij zei, klonk echt niet onredelijk, ik snapte goed waar het vandaan kwam, maar ik lag nu juist in het ziekenhuis om dat allemaal te verbeteren! Dit was mijn ‘verlaat-de-gevangenis-kaart’. Ik zou van altijd ziek, zwak en misselijk naar gezond-met-een-zakje kunnen gaan. Maar zijn geduld en zijn liefde waren op, zo hield Timo vol. En een uur later vertrok hij, mij volledig in wanhoop, verdriet en ontreddering achterlatend.”

Beter dan ooit

“Na drie weken had Timo een ander. Sommige vriendinnen denken dat hij die al had tijdens ons huwelijk. Hij beweert zelf van niet, daar houd ik me dan maar aan vast. Maar pijnlijk is het wel. Zijn vriendin is zo’n slank sportief type die voor haar lol een marathon loopt. Op Insta zie ik dat Timo met haar hele andere dingen doet dan wij deden. Ze ondernemen allemaal avontuurlijke trips, sporten en stappen veel. Allemaal dingen die de oude ik nooit met hem had kunnen doen, maar voor de nieuwe ik een stuk haalbaarder zijn.
Ik ben inmiddels een stuk beter dan ik ooit was. In het begin moest ik erg wennen aan de stoma. Ik heb een paar ongelukjes gehad met lekkages, erg vervelend en genant. Maar ik weet nu hoe ik dat moet voorkomen. Ik zorg dat ik om het uur een wc opzoek om mijn stoma te checken. Ik heb ook standaard een soort ‘luiertas’ bij me met extra zakjes en verschoningsdoekjes. Voor anderen is een stoma misschien stigmatiserend. Ik kan me voorstellen dat het mannen afschrikt, misschien vond Timo het achteraf ook wel vies. Maar voor mij is het alleen maar fijn.
Mijn bewegingsvrijheid is erdoor enorm verbeterd. Ik kan nu bijna alles doen en ga er nu graag op uit met vriendinnen. Gezellig een hele dag winkelen of lunchen op een terras. Ik blijf het verdrietig en schrijnend vinden dat ik dat niet meer met Timo kan doen. Dat hij niet het geduld kon opbrengen voor dit laatste station op de weg naar herstel.
Zelf heb ik voorlopig geen behoefte aan een nieuwe relatie. De afgelopen jaren zijn zo hectisch geweest, psychisch heb ik echt tijd nodig daarvan te herstellen. Niet alleen van het ziekzijn, ook van de relatiebreuk die ik niet zag aankomen. Om alles goed te verwerken heb ik hulp gezocht van een psycholoog, die ook veel weet van medische zaken. Zij helpt me de dingen op een rijtje te zetten en me zo zelfverzekerd te maken dat ik straks sterker ben dan ooit en klaar voor de rest van mijn – gezonde – leven.”

Tip van de redactie

In dit boek laat Eveline Jurry zien dat je positief uit een scheiding kunt komen. Een scheiding is bijzonder ingrijpend. Voor jezelf, voor je kinderen, familie en vrienden. ‘Positief Scheiden’ zijn twee woorden die totaal met elkaar in tegenspraak lijken te zijn. Toch kán het en dit boek laat je zien hoe je het doet. Voor meer informatie klik op onderstaande button.

Tekst: Joan Makenbach. Om privacyredenen zijn alle namen veranderd. De echte namen zijn bekend bij de redactie.​​​​​​

Meer Vriendin? Volg ons op Facebook en Instagram. Je kunt je ook aanmelden voor onze wekelijkse Vriendin nieuwsbrief.