Placeholder

Erbij horen

Stefanie (41) adopteerde de kinderen van haar vriend Dirk: Christianne, Deborah, Faith en Nico. 3,5 jaar geleden kregen zij samen Adriana. Het gaat niet altijd vlekkeloos, maar het gezin draait al 16 jaar!

Stefanie (41) adopteerde de kinderen van haar vriend Dirk: Christianne, Deborah, Faith en Nico. 3,5 jaar geleden kregen zij samen Adriana. Het gaat niet altijd vlekkeloos, maar het gezin draait al 16 jaar!

‘Hé, hallo!’ Ik zie mensen die zonder aarzelen vrolijk op ons af komen. Ik kus wangen, zo zacht als die van mijn moeder waren. Voel ik een vertrouwde bloedband of is het een warm gevoel dat uit herinneringen ontstaan is? Want ik heb dat gevoel ook bij de aangetrouwde oom en tantes. Misschien is het een fijne reminder aan de tijd dat mijn opa nog leefde en ik mee ging naar het zuiden om hem te bezoeken. Ik zag dan ook mijn ooms en tantes en speelde met mijn nichtjes. Na opa’s overlijden, zag ik hen niet vaak meer. En nu mijn ouders er niet meer zijn, zie ik zelden iemand van de familie.

Hoewel er jaren geen contact is geweest, voel ik mij erbij horen.
‘Zo’n goeie hebben wij nog niet gehad…,’ zingen de zuiderlingen tijdens de gouden bruiloft van mijn oom en tante. Ik klap mee en ben één van hen. Dat zie ik in mijn ooms, tantes, neven en nichten en zelfs in een tienjarig achternichtje.

Bij hen moet het gevoel er ook zijn. Ik ben de vrucht van hun overleden zus, schoonzus en tante.
Tijdens de familiequiz merk ik dat de afstand tussen ons er toch voor gezorgd heeft, dat ik niet over alle informatie van de familie beschik, maar de naam Adriana komt een paar keer naar voren. Dat doet mijn kleine Adriana glunderen. Ze weet dat zij er ook bij hoort. En hoewel haar blonde haarkleur niet uit mijn moeders familie komt, komen haar krullen dat ongetwijfeld wel. Ik zie voornamelijk krul en slag, als ik over de hoofden tuur.

We horen bij elkaar en dat is blijkbaar belangrijk in een mensenleven. Iedereen wil erbij horen. Ik besef dat zo’n gevoel extra belangrijk is voor adoptiekinderen. Voor hen is het minder vanzelfsprekend. Wellicht hebben zij bevestiging nodig, moeten zij elkaar wel vaker zien om dat vertrouwde gevoel te ervaren. Misschien zijn er daardoor vaker problemen, misverstanden en onzekerheden. Gelukkig bouwen aangenomen kinderen ook een band op met de familie die hen heeft opgenomen. Misschien kan het vertrouwde gevoel daardoor ook bij hen volledig aanwezig zijn, zoals ik dat heb bij de aangetrouwde ooms en tantes en natuurlijk bij mijn adoptiekinderen.

Ik weet dat ik na de terugreis gewoon verder ga met mijn eigen dingen en dat de volgende ontmoeting nog wel even duurt, maar ik weet ook dat ik erbij hoor.